Het begrip draagkracht wordt behandel door D.F. Owen in de 1e serie van ‘Wat is ecologie?’ in de rubriek ecologie (aflevering 7). Hij schrift daar:
“Er zijn veel manieren waarop de individuele leden van alle planten- en dierpopulaties op elkaar inwerken. Zo kunnen ze met elkaar strijden om dezelfde energie- en voedselbronnen, of om dezelfde ruimte. Dit kan zover gaan dat de overlevingskansen van één individu afhangen van het aantal mededingers dat tegelijkertijd aanwezig is. Hoe groot een populatie kan worden hangt af van het vermogen van haar leden om aan roofdieren en parasieten te ontsnappen, hoeveel weerstand ze bezitten tegen ziekten en hoe goed ze zich weten te verbergen.”
We gebruiken de term ‘draagkracht’ om aan te geven wat het vermogen van een milieu is om een populatie te onderhouden. Bij deze draagkracht van het milieu bekijken we een bepaalde populatie en alles wat van invloed is op de omvang van die populatie. Meestal blijken er voor die populatie een paar factoren werkelijk van belang te zijn. Men noemt ze sleutelfactoren. Als die veranderen heeft dat direct invloed op de omvang van die populatie. Als andere factoren veranderen, wijzigt de omvang van de populatie veel minder. Lees hierover in aflevering 4 van de inleiding bij de rubriek Ecologie ‘Ecologische uitputting’, en de afleveringen 12 en volgende van de eerste serie van het artikel ‘Wat is ecologie?’. Denk bij de term sleutelfactor ook aan de wet van het minimum van Justus von Liebig. Zie ook milieu en milieuverontreiniging. En zie het artikel ‘Het Seneca-model’ in de rubriek Ontwrichting, waar de term ‘overshoot’ wordt gebruikt voor het overschrijden van de ecologische draagkracht. Zie in dit verband ook kantelpunt.