Dulce et decorum est is een gedicht van Wilfred Owen uit 1917. Hierin beschrijft hij hoe een soldaat bij een gifgasaanval tijdens de Eerste Wereldoorlog een afschuwelijke dood sterft. Zoals in veel van zijn gedichten bespaart Owen de lezers geen van de gruwelijke details. Hij hoopte hiermee te bewerkstelligen dat men in Engeland niet langer zou zeggen dat het een zoete eer was – hij spreekt over een oude leugen (the old Lie) – om voor het vaderland te sterven (dulce et decorum est pro patria mori).
De zin ‘Dulce et decorum est pro patria mori’ is een citaat van de Romeinse dichter Horatius (Oden iii.2.13). Van het gedicht bestaat ook een moderne Nederlandse vertaling van Tom Lanoye uit 2002 (‘Niemandsland: Gedichten uit de Groote Oorlog’).
Het is ook aan te bevelen het boek Wat op het spel staat van Philipp Blom te lezen. Blom stelde in 2014 de leerlingen van een gymnasiumklas in Duitsland in verband met de Russische invasie van de Krim de vraag (p. 66-67): ‘wie van jullie zou zich vrijwillig voor het leger aanmelden,’ als Duitsland om deze invasie Rusland de oorlog verklaart? Geen enkele leerling was daartoe bereid. Terwijl hun vaders eensgezind waren dat de moord op een verre Habsburgse aartshertog meer dan genoeg reden was om zich aan te melden om voor het vaderland te vechten (de start van de Eerste Wereldoorlog). Wat in 1914 vanzelfsprekend was, is nu absurd.