Het betekenisweb – Begrippenlijst

JEREMY LENT*

Adaptieve cyclus, model van de
Een model dat betrekking heeft op veranderingen in complexe systemen, ontwikkeld door een interdisciplinaire groep van honderden wetenschappers, dat in het algemeen van toepassing is op complexe adaptieve systemen, qua omvang variërend van cellen tot ecosystemen, en dat evenzeer van toepassing is op menselijke systemen, zoals markten en bedrijfstakken. Volgens het model doorloopt elk complex systeem een levenscyclus door die uit vier fasen bestaat: groei, instandhouding, ontwrichting en reorganisatie. Met die laatste fase begint een nieuwe cyclus.

Afhankelijk ontstaan
Het concept van afhankelijk ontstaan (pratītya-samutpāda in het Sanskriet) – een van de centrale leerstellingen van de boeddhistische filosofie– stelt dat alle verschijnselen voor hun bestaan afhankelijk zijn van andere verschijnselen. Deze erkenning dat we leven in een universum van eindeloze onderlinge afhankelijkheid leidt tot een begrip van de werkelijkheid als een allesomvattend web van oorzakelijke verbanden, dat zowel filosofische als ethische implicaties heeft. De boeddhistische leraar Thích Nhât Hanh ontwikkelde een interpretatie van deze leer die hij ‘interzijn’ noemt: het principe dat niets een autonoom bestaan heeft maar altijd voortkomt uit het interzijn met al het andere.

Archetypen
Culturele aantrekkers met een lange levensduur, waarvan sommige teruggaan tot de dageraad van de menselijke cultuur, die door de generaties heen resoneren vanwege hun saillante impact op de individuele bewustzijnsaantrekkers. Archetypen zijn gedeelde patronen van menselijke zingeving en gedrag die betekenisvol en universeel zijn voor de menselijke ervaring. Hoewel archetypen door elke nieuwe generatie opnieuw geïnterpreteerd kunnen worden, behouden hun diepere patronen hun veerkracht door de tijd heen als gevolg van hun blijvende rol in het menselijk bewustzijn.

Autopoëse
Een bepalende eigenschap van levende systemen, voor het eerst beschreven door de biologen Humberto Maturana en Francisco Varela, waarbij het leven zichzelf in een zelforganiserend proces van wederzijdse causaliteit actief voortbrengt door energie uit de omgeving op te nemen teneinde zichzelf aan te passen en in stand te houden. ‘Autopoëse’ is een samentrekking van twee Oud-Griekse woorden die tezamen zelfgeneratie betekenen.

Betekenis
Betekenis is een emergent verschijnsel dat zich voordoet wanneer een bewuste entiteit een ervaring relateert aan andere ervaringen. De betekenis van iets kan worden opgevat als de samenhang van de significante relaties waarover ze blijkt te beschikken – een uitgebreidere en meer geïntegreerde reeks relaties maakt de betekenis rijker. Om die reden is betekenis een functie van verbondenheid en is ze altijd participatief.

Bewustzijn
Bij dieren met een zenuwstelsel is bewustzijn een emergent product van dynamische neurale zelforganisatie. Bewustzijn is het resultaat van een voortdurende interactie tussen de mens en haar omgeving. Het is een continue activiteit die niet alleen binnen het zenuwstelsel plaatsvindt, maar ook door middel van interactie met de wereld. Bewustzijn vergt een proces van integratie, waarbij meerdere clusters van verschillende neurale groepen zich van moment tot moment verbinden en differentiëren om een ‘dynamische kern van het bewustzijn’ te vormen. Volgens Giulio Tononi staat de hoeveelheid bewustzijn in een systeem gelijk aan de hoeveelheid informatie die voortkomt uit integratie, aangevuld met de informatie die afzonderlijk in de delen van het systeem in stand wordt gehouden.
Vanuit een evolutionair perspectief is het waardevol om een continuüm van bewustzijn te onderscheiden, dat begint bij het meest basale bewustzijn dat uit het leven zelf voortkomt en helemaal doorloopt tot de meest complexe zoogdieren, waaronder de mens. Grote evolutionaire sprongen in de complexiteit van het bewustzijn vonden waarschijnlijk plaats bij het ontstaan van zenuwstelsels en de opkomst van warmbloedige dieren. Bij de mens kunnen we twee verschillende vormen van bewustzijn onderscheiden: conceptueel en levend.

Bewustzijnsaantrekkers
De zelforganiserende, dynamische patronen die door zenuwbanen in het zenuwstelsel worden gevormd en die aanleiding geven tot bewustzijn. Elke fractie van een seconde komen meerdere clusters van verschillende neurale groepen uit verschillende delen van de hersenen bijeen om een ‘dynamische kern’ van bewustzijn te vormen, waarbij in een continu geïntegreerd proces van koppeling en differentiatie een stroom van qualia (unieke, in het moment belichaamde ervaringen) ontstaat. Bewustzijnsaantrekkers verwijzen zowel naar de multidimensionale faseruimte die Giulio Tononi ‘qualia-ruimte’ noemt als naar de subjectieve ervaringen van het bewustzijn. Net als andere natuurlijke aantrekkers vertonen ze fractale patronen en ‘kleine wereld’-eigenschappen, en blijven ze relatief stabiel, maar ondergaan ze af en toe faseovergangen. Alledaagse woorden die naar bewustzijnsaantrekkers verwijzen zijn onder meer: gewaarwordingen, gevoelens, stemmingen, gedachten, ideeën, houdingen en overtuigingen.

Bodhisattva
Een boeddhistisch ideaal van iemand die verlichting heeft bereikt en bevrijd is van de eindeloze cycli van reïncarnatie, maar niettemin de gelofte heeft afgelegd in de wereld te blijven om het lijden van alle voelende wezens te verlichten. Het pad van bodhisattva wordt door beoefenaars vaak gezien als een inspiratiebron voor het leiden van een ontwaakt leven vermengd met handelen vanuit mededogen.

Cheng
Een traditioneel Chinees concept dat centraal staat in het confuciaanse denken en dat naar een volledig authentieke benadering van het leven verwijst. In de woorden van Mencius: ‘Er is geen groter genot dan tijdens zelfonderzoek cheng te realiseren.’ In het neo-confucianistische denken kreeg dit begrip een extra betekenislaag mee in de zin van een volledige integratie van het bewustzijn, die ontstaat wanneer een persoon in harmonie met zichzelf en de grotere kosmos leeft.

Commons
Historisch gezien verwees de commons (meent) naar die stukken land waarop iedereen in de gemeenschap vrijelijk dieren kon laten grazen of gewassen kon verbouwen. In het moderne taalgebruik verwijst de commons naar elke bron van levensonderhoud en welzijn die niet is toegeëigend door de staat of in privéhanden is, zoals de lucht, het water, de zon, de taal, culturele tradities en wetenschappelijke kennis. De rijkdom die de hele mensheid uit deze bronnen van waarde vergaart, kan als onze gedeelde menselijke nalatenschap worden beschouwd.

Complexiteit
In de terminologie van de systeemtheorie verwijst complexiteit naar een zelforganiserend systeem dat ontstaat uit een groot aantal niet-lineaire relaties tussen zijn onderdelen, met terugkoppelingslussen die nooit precies gedefinieerd kunnen worden. Elk levend wezen of systeem dat levende wezens omvat is complex: een bacterie, een brein, een ecosysteem, een financiële markt, een taal of een sociaal systeem. Een complex systeem moet onderscheiden worden van een gecompliceerd systeem. Hoe groot (en ingewikkeld) het ook is, een systeem is gecompliceerd en niet complex als zijn componenten, en de manier waarop zij zich tot elkaar verhouden, volledig geanalyseerd en exact beschreven kunnen worden. Een jumbojet, een booreiland op zee en een sneeuwvlok zijn allemaal voorbeelden van gecompliceerde systemen. Kenmerkende eigenschappen van zelforganiserende complexe systemen zijn natuurlijke aantrekkers, fase-overgangen, ‘kleine-wereld’-eigenschappen en emergentie.

Conceptueel bewustzijn
Het conceptuele bewustzijn, soms ook ‘secundair bewustzijn’ of ‘bewustzijn van een hogere orde’ genoemd, is een vorm van cognitie die door de prefrontale cortex gemedieerd wordt en die zich bij de mens duidelijker manifesteert dan bij andere dieren. Dit type bewustzijn maakt typisch menselijke functies mogelijk zoals symbolisch denken, zelfbewustzijn en complexe planning.

Culturele aantrekker
Een natuurlijke aantrekker die de zelforganiserende, dynamische patronen van de menselijke cultuur beschrijft. Net zoals een individuele persoon bewustzijnsaantrekkende factoren ervaart, vertoont het collectieve bewustzijn van een cultuur culturele aantrekkers in de vorm van gedeelde ideeën, waarden en gedragsnormen. Hoewel ze nooit volledig vastliggen, leggen sommige culturele aantrekkers gedurende meerdere generaties een opmerkelijke veerkracht aan de dag, en in sommige gevallen behouden ze hun karakteristieke identiteit gedurende duizenden jaren. Culturele aantrekkers zijn aan dezelfde principes onderhevig als andere fenomenen van zelforganiserende complexe adaptieve systemen en vertonen fractale patronen, ‘kleine wereld’-eigenschappen en machtsfuncties. Ze kunnen zich manifesteren als kortstondige rages, zoals een internet-hashtag die viraal gaat, of als hardnekkige patronen, zoals religies of archetypen die millennia kunnen omspannen.

Democratie van het bewustzijn
Een metafoor voor hoe beslissingen in het menselijk bewustzijn worden genomen, waarbij ’tijdelijke coalities van neuronen’ die verschillende aspecten van het ‘ik’ en ‘zelf’ vertegenwoordigen, qua prioriteit met elkaar wedijveren in een voortdurende opeenvolging van kleine en grote ‘verkiezingen’. Overmatige zelfbeheersing, impulsiviteit of een fanatieke gehechtheid aan een geloofssysteem kunnen de ‘democratie’ tegenwerken, terwijl een geïntegreerde benadering van de besluitvorming, waarbij alle aspecten van een persoon tot hun recht komen, de ‘democratie’ helpt om doeltreffender te functioneren.

Dharma
De boeddhistische term voor de intrinsieke orde van het universum, die als basis dient voor moraliteit, ethisch gedrag en de praktische principes voor het uitbannen van dukkha en het leiden van een vervullend leven.

Dualisme
Het dualisme, dat al meer dan twee millennia kenmerkend is voor het gangbare westerse denken, verwijst naar een geloof in twee afzonderlijke aspecten of dimensies van het universum (ook bekend als ontologisch dualisme). Plato was de eerste die deze dualistische kosmos uitvoerig beschreef, met een eeuwige, goddelijke dimensie aan de ene kant en een veranderlijke, verontreinigde wereldse dimensie aan de andere. Deze aspecten werden weerspiegeld in de mens, van wie werd aangenomen dat ze over een eeuwige ziel beschikte die in het lichaam gevangen zat. Deze kosmologische gespletenheid werd door het christendom overgenomen en door Descartes vervolgens aan de moderniteit aangepast door ziel met ‘geest’ te vervangen. Het dualisme verwerpt het bestaan van een levend bewustzijn, houdt vast aan de overtuiging dat de menselijke identiteit uitsluitend in het conceptuele bewustzijn berust, maakt een inherent onderscheid tussen het geestelijke en het materiële en gaat uit van een fundamenteel onderscheid tussen mens en natuur, waarbij de laatste als een louter mechanische bron voor exploitatie wordt opgevat.

Dukkha
Een boeddhistische term, dikwijls vertaald met ‘lijden’ maar in werkelijkheid verwijzend naar een breed spectrum van onaangename menselijke ervaringen, waaronder gevoelens van onbehagen, bezorgdheid, hebzucht, verlangen, spijt en verlegenheid, die het gevolg is van de werking van het conceptuele bewustzijn. Bij uitbreiding tot buiten de boeddhistische traditie kan dukkha ook worden begrepen als een uitvloeisel van de scheiding tussen het ‘ik’ en het ‘zelf’, en als het tegenovergestelde van wu-wei.

Ecologische beschaving
Een beschaving die gebaseerd is op de kernprincipes die ervoor zorgen dat levende systemen in natuurlijke ecologieën gedijen. Een ecologische beschaving zou gebaseerd moeten zijn op levensbevestigende waarden in plaats van op de accumulatie van rijkdom, en zou zodanig georganiseerd moeten zijn dat ze niet de hedonia maar de eudaimomia optimaliseert. Het belangrijkste doel van een ecologische beschaving bestaat erin de voorwaarden te scheppen voor het floreren van ieder mens als onderdeel van een bloeiende levende Aarde. Fundamenteel hierbij is de erkenning van fractaal floreren: het idee dat het welzijn van ieder mens fractaal verbonden is met de gezondheid van de grotere wereld. Enkele van de kernprincipes van een ecologische beschaving zijn: eerlijkheid, rechtvaardigheid, individuele waardigheid, diversiteit, integratie, evenwicht en symbiose tussen mensen en de niet-menselijke natuur.

Emergentie
Een bepaald type faseovergang in een complex, zelforganiserend systeem, waarbij de complexiteit van het systeem een kritische massa bereikt die in een nieuwe samenhang transformeert die niet had kunnen ontstaan door elk van de elementen van het systeem simpelweg bij elkaar op te tellen. Emergentie is een verschijnsel dat zich voordoet wanneer een systeem een kenmerkende identiteit vertoont als gevolg van de onderlinge samenhang van zijn onderling verbonden subsystemen; wanneer ‘het geheel groter is dan de som der delen’. Emergentie is een essentieel onderdeel van het zelforganiserende proces dat leven, bewustzijn en cruciale verschijnselen van de menselijke samenleving – taal, cultuur, internet, enzovoorts – voortbr

Entropie
Zoals beschreven in de tweede wet van de thermodynamica, is entropie het universele proces aan de hand waarvan orde onvermijdelijk in wanorde ontaardt en warmte altijd van warmere naar koudere gebieden stroomt. Veel natuurkundigen zijn van mening dat entropie de oorzaak is dat het universum uiteindelijk in een oneindige uitgestrektheid van koud, donker niets zal dissiperen. Alle leven kan worden opgevat als negatieve entropie: een tijdelijke, plaatselijke omkering van de tweede wet van de thermodynamica.

Eudaimonia
Het begrip eudaimonia, oorspronkelijk gemunt door Aristoteles, vormt de tegenhanger van hedonia en duidt op een staat van gedijen die voortkomt uit het verwezenlijken van iemands ware capaciteiten. Eudaimonia werd door Aristoteles, en door de latere stoïcijnse en epicurische scholen, opgevat als de bron van aanhoudend welzijn. Recentelijk heeft het begrip een tweede leven gekregen binnen de context van de beweging van de ‘positieve psychologie’, als een fundamenteel principe van welzijn.

Faseovergang
Een faseovergang is een verandering van toestand, zoals van ijs naar water, of van water naar stoom. In de systeemtheorie verwijst een faseovergang naar een overgang in de natuurlijke aantrekker van een complex systeem van de ene stabiele, coherente toestand naar de andere. Deze overgang kan onverwacht, plotseling en drastisch zijn. Voorbeelden van faseovergangen zijn een bosbrand, een beurskrach of een epileptische aanval. Faseovergangen kunnen ook tot emergentie leiden.

Fractaal floreren
Het principe van fractaal floreren erkent dat gezondheid en welzijn een fractale kwaliteit hebben, aangezien elke levende entiteit een fractaal systeem is binnen een holarchie, die zowel kleinere systemen bevat als omvat wordt door grotere systemen. Een volledig geïntegreerd floreren kan daarom alleen worden gerealiseerd wanneer elk van de verschillende fractale lagen binnen de holarchie gedijen en in harmonie zijn met elkaar.

Fractalen
Als kenmerkende eigenschap van veel complexe, zelforganiserende systemen, zijn fractalen patronen die zich op verschillende schalen herhalen. Ze zijn terug te vinden in de patronen van diverse natuurverschijnselen zoals wolken, bliksems, kustlijnen, rivieren en duinen, maar ook in de patronen van levende systemen zoals varens, boomtakken, bloedvaten, bronchiën en zenuwcellen. Fractale patronen bestaan zowel in de ruimte als in de tijd.

Gaia
De Gaia-hypothese, voor het eerst gepostuleerd door James Lovelock, stelt dat het leven en de Aarde tezamen een nauw gekoppeld, zelfregulerend systeem vormen. Lovelock vernoemde dit systeem naar de Griekse godin van de Aarde. Gaia wordt gezien als het emergente resultaat van de gezamenlijke evolutie van het leven en de Aarde, die elkaar voortdurend vormen en hervormen. De Gaia-hypothese is aangevallen door reguliere biologen, met name op grond van de implicatie dat Gaia zelf een levende entiteit zou zijn. Hoewel Gaia niet over alle algemeen erkende kenmerken van leven beschikt, vertoont ze wel het fundamentele kenmerk van leven – dat van intrinsieke, doelgerichte zelforganisatie – en kan om die reden wellicht begrepen worden als een soort van levende entiteit die een categorie op zich vormt.

Geest
Inheemse culturen van over de hele wereld hebben altijd geloofd dat geesten bestaan, niet alleen in mensen, maar ook in dieren, bomen en belangrijke natuurverschijnselen. Vanuit een modern systeemperspectief kan een geest worden gedefinieerd als de emergente integratieve eigenschap van elke natuurlijke entiteit. De geest van een persoon, dier, boom of rivier kan worden opgevat als het ongrijpbare maar krachtige samenbindende principe dat de natuurlijke aantrekker van de entiteit in coherente vorm in stand houdt. Binnen zekere parameters is de geest altijd in beweging, is ze zowel veranderlijk als veerkrachtig en maakt ze in de loop van de tijd incidenteel een faseovergang door.

Geïntegreerde intelligentie
Een vorm van intelligentie die voortkomt uit de integratie van de conceptuele intelligentie (het enige type intelligentie dat in het heersende denken doorgaans erkend wordt) en de levende intelligentie. Door de conceptuele en levende intelligentie met elkaar te verweven, stelt de geïntegreerde intelligentie mensen in staat om door te dringen tot de diepe wijsheid van de natuurlijke wereld en deze voor het floreren van mensen en niet-mensen in te zetten.

Gewu
Een neo-confuciaanse term die ‘onderzoek der dingen’ betekent. Ze fungeerde als een ordenende methodologie om de aard van de werkelijkheid te begrijpen. In tegenstelling tot de conventionele westerse wetenschappelijke methode, benadrukte gewu de onderlinge verbondenheid van alle aspecten van ervaring en begrip. Het was een integratieve benadering die erkende dat kennis belichaamd is en dat alle waarneming intrinsiek subjectief is. De gewu onderkende dat, aangezien de waarnemer een integraal onderdeel is van het systeem dat onderzocht wordt, het onderzoek dus nooit echt waardevrij kon zijn.

Harmonie
In muziek ontstaat harmonie wanneer verschillende noten tegelijkertijd op zo’n manier klinken dat er een emergent, complex en aangenaam geluid ontstaat. In een ruimere context kan harmonie worden opgevat als de complexe verweving van verschillende elementen binnen een systeem, resulterend in een mengsel dat rijker is dan een eenvoudige optelsom van de elementen. Harmonie is geen synoniem van begrippen als zachtheid, vriendelijkheid of vredelievendheid: binnen een ecosysteem is harmonie het resultaat van concurrentie en coöperatie die in een creatieve spanning samenwerken.

Hedonia
In de opvatting van Aristoteles vormt hedonia de tegenhanger van eudaimonia en duidt ze op een voorbijgaande staat van geluk die voortkomt uit plezierige stimuli, bijvoorbeeld in de vorm van zinnelijk genot zoals smaken en geluiden, zowel als de vluchtige maar minder tastbare vormen van genot die we ervaren wanneer we geprezen worden, ons machtig of bewonderd voelen, materiële goederen verwerven of in financieel opzicht de schaapjes op het droge hebben. Zoals oude filosofen, boeddhistische leraren en moderne adepten van de positieve psychologie hebben opgemerkt, kan het nastreven van een hedonische staat de aandacht afleiden van het bereiken van duurzaam welzijn en kan ze een belangrijke bron van dukkha vormen.

Hedonische tredmolen
Een fenomeen, beschreven door sociaal psychologen, dat inhoudt dat de materiële aspiraties van mensen veranderen naar gelang hun situatie. Zodra ze hun (materiële) doel bereikt hebben, focussen ze zich alweer op de volgende stap in de tredmolen, waardoor hun zucht naar meer nooit bevredigd wordt. De verankering van de hedonische tredmolen als de sociale standaardnorm ligt aan de basis van het moderne kapitalisme en is sinds het begin van de twintigste eeuw een hoeksteen geworden van het Amerikaanse economische beleid.

Holarchie
Een begrip dat gemunt is door Arthur Koestler. Het verwijst naar een complex, zelforganiserend systeem dat meerdere kleinere systemen omvat, die elk op zich een coherente entiteit vormen maar tegelijkertijd ook een integraal deel uitmaken van het grotere systeem waarin ze zijn opgenomen. Een holarchie is een fractale vorm van organisatie. Het leven op Aarde kan opgevat worden als een holarchie, in schaal variërend van de microscopische onderdelen van een cel (organellen) tot organismen, ecosystemen en, in laatste instantie, de gehele biosfeer.

‘Ik’ en het ‘zelf, Het
Het ‘ik’ omvat die delen van het bewustzijn die – mits ze sterk genoeg ontwikkeld zijn – uniek menselijk zijn. Het ‘ik’ komt voort uit het conceptuele bewustzijn met zijn door de prefrontale cortex gemedieerde vermogen om abstracte gedachten te denken. Het ‘zelf’ is de voortdurend veranderende stroom van momentane ervaringen die eigen zijn aan ieder voelend wezen. Iemands gehele identiteit is niet gelegen in het ‘ik’ of in het ‘zelf’, maar emergeert uit hoe het ‘ik’ met het ‘zelf’ interacteert.

Integratie
Integratie is een toestand van eenheid met differentiatie. In een volledig geïntegreerd systeem behoudt elk deel zijn unieke identiteit terwijl het in samenwerking met andere delen van het systeem functioneert. Integratie is het natuurlijke resultaat van autopoëtische zelforganisatie en kan worden gezien als een bepalend kenmerk van elke doelgerichte, zelforganiserende entiteit, met inbegrip van alle levende organismen. Integratie is een cruciale eigenschap van de holarchie van het leven op elk niveau van zijn organisatie. In een geïntegreerd systeem vertonen relaties doorgaans ‘kleine wereld’-eigenschappen, met een paar grote naven (hubs) die middels meerdere spaken (verbindingen) met kleinere knooppunten in het hele netwerk verbonden zijn. Volgens de neurobioloog Dan Siegel is integratie het bepalende kenmerk van een goede gezondheid.

Interzijn
Zie Afhankelijke ontstaan

‘Kleine wereld’-eigenschap
Een kenmerkende eigenschap van veel zelforganiserende netwerken die een fractale, ‘naaf en spaak’-connectiviteit vertonen, waarvan het aantal verbindingen (spaken) van de knooppunten doorgaans een machtsfunctie volgt. Deze eigenschap staat bekend als een ‘kleine wereld’-eigenschap, omdat elke plek in het netwerk – gewoonlijk via de naaf (hub) – een relatief klein aantal verbindingen van elke andere plek verwijderd is. ‘Kleine wereld’-eigenschappen kom je in veel natuurlijke netwerken tegen, waaronder in de eiwitinteracties van cellen, de mycorrhizale wortelsystemen van bomen in een bos evenals in veel menselijke netwerken.

Leven
Leven is een emergent, zelforganiserend en doorlopend proces van geïntegreerde zelfgeneratie en zelfonderhoud. Het onderscheidt zich van niet-levende zelforganiserende processen door middel van het verschijnsel van autopoëse, waarbij een levend systeem zichzelf voortdurend regenereert door voeding uit de omgeving op te nemen en die te metaboliseren. Een levend systeem vereist een halfdoorlatende grens, moet zijn metabolische stroom actief handhaven en zijn unieke capaciteiten via celdeling of voortplanting aan toekomstige generaties kunnen doorgeven. Elk levend systeem is sterk geïntegreerd, vertoont wederzijdse causaliteit en legt een zeker gevoelsvermogen aan de dag. Vanuit natuurkundig oogpunt is leven een proces van negatieve entropie dat op Aarde al ongeveer vier miljard jaar ononderbroken voortduurt. Als zodanig kan men leven opvatten als iets wat wordt voortgedreven door het intrinsieke doel om entropie te weerstaan en een tijdelijke maalstroom van zelfgecreëerde orde in het universum te creëren.

Levend bewustzijn
Het levend bewustzijn, ook wel ‘primair bewustzijn’ of ‘kernbewustzijn’ genoemd, is de vorm van cognitie die het hele scala van subjectieve ervaringen omvat dat de mens deelt met andere zoogdieren, zoals gevoelens, primaire emoties en fysieke driften, tezamen met de diepere lagen van bewustzijn die zich onder het normale bewustzijn bevinden.

Levende intelligentie
De complexe, zelforganiserende intelligentie die voortkomt uit het levend bewustzijn en die zich bij alle levensvormen manifesteert, van enkelvoudige cellen tot planten en dieren, waaronder de mens.

Li
Li is een neo-confuciaans sleutelbegrip begrip dat verwijst naar de principes aan de hand waarvan alle qi in het universum georganiseerd is. Li kan worden opgevat als de altijd bewegende, altijd aanwezige reeks patronen die door alles in de natuur en in iemands eigen bewustzijn stroomt. Hoewel li onzichtbaar is, kan ze waargenomen worden middels haar inwerking op energie en materie – net zoals wind onzichtbaar is, maar kan worden waargenomen middels haar inwerking op bomen, bladeren en wolken. Patronen van li bestaan zowel in de tijd als in de ruimte. De samenvoeging van alle li in het universum werd in zijn totaliteit als de Tao opgevat.

Machtsfunctie
Een machtsfunctie is een karakteristiek niet-lineair relatiepatroon in complexe, zelforganiserende systemen, dat een consistente omgekeerd-logaritmische relatie beschrijft tussen de amplitude van een fluctuatie en de frequentie ervan. Een machtsfunctie voorspelt dat zelforganiserende systemen vaak veel kleine schommelingen zullen vertonen, minder middelgrote schommelingen en zelden grote schommelingen. De schaal van Richter voor aardbevingen, waarbij elk hoger getal voor een tienvoudige toename staat, is een voorbeeld van hoe een machtsfunctie zich in de echte wereld voordoet. Machtsfuncties zijn van toepassing op veel natuurlijke en sociale fenomenen, zoals dagelijkse koersschommelingen op de beurs, lawines, bosbranden, luchthavenverkeer en biologische massa-extincties.

Meent
Zie Commons

Natuurlijke aantrekker
De natuurlijke aantrekker, ook bekend onder de naam vreemde aantrekker, is een chaotische verzameling van toestanden die kenmerkend zijn voor een complex, zelforganiserend systeem. De verzameling toestanden blijft ver van evenwicht, keert nooit precies langs hetzelfde pad terug, en zijn traject kan over een langere tijdsspanne niet precies voorspeld worden. Natuurlijke aantrekkers zijn een essentieel kenmerk van levende organismen en komen overal in de natuur voor: in wolken, golven en de beweging van dieren. Natuurlijke aantrekkers zijn vaak zeer robuust, zelfs bij verstoringen, en hebben de neiging om terug te keren naar een stabiel patroon dat een ‘aantrekkingsbassin’ wordt genoemd.

Negatieve entropie
Negatieve entropie, of negentropie, is een proces dat door de natuurkundige Erwin Schrödinger is beschreven om uit te leggen hoe levende organismen de entropie om hen heen voortdurend omzetten in zelfgeorganiseerde orde. Middels hun stofwisseling nemen organismen entropie op in de vorm van energie en materie, die zij afbreken en reorganiseren in vormen die nuttig zijn voor hun voortbestaan. Als gevolg hiervan kan elk organisme worden begrepen als een doelgericht, niet-aflatend, dynamisch patroon van energiestromen, dat zijn rol speelt in het grotere drama van de negentropie van het leven.

Neo-confucianisme
Een filosofische school die bekend staat als de ‘school van de leer van de Tao’. De school ontstond in het tiende-eeuwse China, tijdens de Song-dynastie, en nam gedurende het daaropvolgende millennium een centrale plaats in het Chinese denken in. Het neo-confucianisme bracht elementen samen uit het taoïsme, boeddhisme en confucianisme om een geïntegreerd, systematisch begrip van het universum te creëren. Het beschreef het universum in termen van qi en li en vestigde de praktijk van gewu (‘onderzoek der dingen’) als een kernmodaliteit.

Prefrontale cortex
De prefrontale cortex, het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor de uitvoerende functies, is bij de mens sterker ontwikkeld dan bij andere dieren. Naast andere eigenschappen is ze verantwoordelijk voor het controleren van fysiologische basisdriften, het faciliteren van complexe planning en symbolisch denken, en het formuleren van abstracte regels, wat allemaal essentiële onderdelen van het conceptueel bewustzijn zijn.

Qi
Een oude Chinese term voor de dynamische stroom van energie en materie die het gehele fysieke universum omvat. In het denken van neo-confuciaanse filosofen was li verantwoordelijk voor de organisatie van qi.

Reductionisme
De dominante wetenschappelijke methodologie die de natuur opvat als een verzameling onderdelen die elk afzonderlijk geanalyseerd kunnen worden. Ontologisch reductionisme is de overtuiging dat de reductionistische methodologie, wegens haar opmerkelijke empirische succes bij het begrijpen van hoe de natuur werkt, in principe volstaat om alles over het gehele universum te verklaren.

Ren
Een neo-confuciaans begrip voor de realisatie van de ultieme verbondenheid van het universum. In het klassieke confucianisme duidde ren op een soort welwillendheid die mensen moeten cultiveren om hun rol in de samenleving te vervullen. Neo-confuciaanse filosofen breidden dit concept uit naar de verwezenlijking van zichzelf als een fractale entiteit die verbonden is met het universum middels de li die de hele kosmos zelforganiseert. Neo-confucianen vatten ren op als een realiteit die voor iedereen bestaat, of ze er nu voor kozen om die te verwezenlijken of niet. Het niet ervaren van ren zag men als een vorm van gevoelloosheid (in het Chinees letterlijk ‘geen ren‘).

Spiritualiteit
Gebaseerd op de systemendefinitie van de geest (zie het lemma Geest) kan spiritualiteit op vergelijkbare wijze worden gedefinieerd als het zoeken van betekenis in de samenhangende verbindingen tussen de dingen (met andere woorden de li) in plaats van in de dingen zelf.

Symbioceen
Een tijdperk dat wordt gekenmerkt door een symbiotisch floreren van de mens en de Aarde. In tegenstelling tot het huidige tijdperk, het Antropoceen, waarin de natuur wordt behandeld als een hulpbron die naar believen geëxploiteerd kan worden, worden menselijke activiteiten in het Symbioceen georganiseerd conform een ecologische beschaving die gebaseerd is op levensbevestigende principes bedoeld om de gezondheid van de Aarde actief te regenereren en in stand te houden. In principe zou het Symbioceen een extreem lang tijdperk kunnen zijn, waarin de mens begint te leren hoe ze op een veel dieper niveau kan integreren met de niet-menselijke medebewoners van de Aarde om uiteindelijk een waarlijk planetaire intelligentie te ontwikkelen.

Symbiose
Symbiose als biologische term duidt in het algemeen op elke intieme en langdurige relatie tussen twee verschillende soorten organismen. In dit boek verwijst symbiose echter doorgaans naar de meest voorkomende vorm ervan, mutualisme – een proces dat eigen is aan het leven en de evolutie, en waarin verschillende organismen hun eigen gespecialiseerde vaardigheden inruilen voor de unieke vaardigheden van andere organismen die hen kunnen helpen te floreren. De uitbreiding van het proces van symbiose is de drijvende kracht geweest achter elk van de grote evolutionaire overgangen van het leven op Aarde. Door elke entiteit in staat te stellen zich te specialiseren, bevordert wederzijdse samenwerking in de vorm van symbiose niet alleen de diversiteit, maar ook de complexiteit. De gangbaarheid van symbiose houdt in dat leven zelden een nulsomspel is. Integendeel, door hun expertises te combineren hebben soorten overal gezamenlijk ecosystemen gecreëerd waarin het geheel veel groter is dan de som der delen.

Tao
De Tao (of Dao), letterlijk vertaald als ‘weg’ of ‘pad’, is een oude Chinese term die verwijst naar de mysterieuze manieren waarop de krachten van de natuur zich in het universum manifesteren.

Taoïsme
Een denkrichting uit het oude China die zich richt op een harmonieus meedeinen op de natuurlijke stroom van de Tao.

Te
Een taoïstisch concept dat verwijst naar de intrinsieke aard of kracht van een entiteit. Dieren, planten en andere niet-menselijke levensvormen werden geacht spontaan te handelen volgens hun te en daarom op natuurlijke wijze met de Tao mee te stromen.

Vreemde aantrekker
Zie Natuurlijke aantrekker

Wederzijdse causaliteit
Wederzijdse causaliteit is een emergent proces van bepaalde complexe adaptieve systemen (waaronder alle levende systemen) waarbij het geheel en de delen van het systeem wederzijds een causaal effect op elkaar uitoefenen. In een proces van dynamische co-emergentie, emergeert het geheel als een gestalt uit de complexe interacties van zijn delen, dat tegelijkertijd de activiteit van elk van de delen beïnvloedt.

Wu-wei
Een taoïstische term die ‘niet-doelgerichte’ of ‘moeiteloze’ actie betekent en die beschrijft hoe niet-menselijke wezens volgens hun te handelen. Door taoïsten wordt wu-wei als een toestand gezien waarnaar elk mens moet streven. In termen van de moderne psychologie kan wu-wei worden bereikt wanneer de twee cognitieve systemen die het ‘ik’ en het ‘zelf’ vertegenwoordigen (of de systemen 1 en 2 uit de duale systeemtheorie) synchroon met elkaar handelen.

Yin en yang
Een oud Chinees concept dat de polariteiten beschrijft die in de natuur alomtegenwoordig zijn. Yin staat voor zachtheid, natheid, duisternis en ontvankelijkheid, terwijl yang hardheid, droogte, licht en activiteit vertegenwoordigt. De polariteiten van yin en yang zijn vergelijkbaar met de noord- en zuidpolen van de Aarde of met de positieve en negatieve polen van een elektrische stroom. Yin en yang vormen integrale onderdelen van een compleet systeem. De een kan niet bestaan zonder de ander.

Yu-wei
Yu-wei, doorgaans vertaald als ‘doelgerichtheid’ of ‘doelgerichte actie’, is het tegenovergestelde van wu-wei. Voor traditionele taoïsten vertegenwoordigde yu-wei de antithese van een leven volgens de Tao.

Zelforganisatie
Een vorm van organisatie in een complex systeem die ontstaat vanuit de geïntegreerde wijze waarop de verschillende delen van het systeem zich tot elkaar verhouden. In zelforganiserende systemen bestaat er geen blauwdruk die het systeem bepaalt of afbakent, en zijn organisatie komt eerder van binnenuit voort dan middels een externe instantie. Vrijwel elk natuurlijk systeem en veel menselijke systemen zijn zelforganiserend. Zelforganiserende systemen vertonen vaak eigenschappen van fractaliteit, machtsfuncties, ‘kleine wereld’-eigenschappen en natuurlijke aantrekkers, en ze kunnen in de loop van de tijd faseovergangen ondergaan.

Het betekenisweb bestaat uit een inleiding en zes delen:

* Wie ben ik?
* Waar ben ik?
* Wat ben ik?
* Hoe moet ik leven?
* Waarom ben ik?
* Waar gaan we heen?

De gedrukte versie van dit boek is hier te bestellen.

In zijn boeken en geschriften onderzoekt Jeremy Lent de denkpatronen die onze beschaving naar de huidige ecologische crisis hebben geleid. Lent, geboren in Londen, behaalde een BA in Engelse Literatuur aan Cambridge University, een MBA aan de Chicago University en was een ceo van een internetbedrijf. Zijn tweevoudig bekroonde boek, The Patterning Instinct: A Cultural History of Humanity’s Search for Meaning, bestudeert de manier waarop mensen door de millennia heen betekenis hebben gegeven aan de kosmos. Hij is oprichter van het non-profit Liology Institute, dat gewijd is aan het bevorderen van een geïntegreerd, levensbevestigend wereldbeeld dat de mensheid in staat stelt om duurzaam op aarde te gedijen. Hij woont met zijn partner in Berkeley, Californië.