Het Oudgriekse woord oecumene verwees naar de ‘bewoonde wereld’, de wereld van de mens. Er werd stilzwijgend aan voorbij gegaan dat ook niet-mensen ‘bewoners’ zijn. In dit concept zijn dieren, planten en de natuurlijke gemeenschappen er totdat ze gedwongen worden om plaats te maken voor, of gedomesticeerd worden ten behoeve van de oecumene. Dit begrip was een van de eerste imperialistische concepten van de mens. Wat daar verder allemaal over te zeggen is, lezen we in het artikel ‘De aarde draait niet om de mens’ van Eileen Crist in de rubriek Ethiek.

Deze oecumene was een voorbode van globalisering – van de bezetting van de hele planeet door de mensheid en de uitwissing van de wildernis. De mens dacht zichzelf al sinds dit vroege begin van de beschaving een aparte en speciale status toe. Het werd een geloofssysteem dat in de loop van vele eeuwen via een reeks van ideologische ‘afzettingen’ ten slotte de fundamentele status van ‘gezond verstand’ verwierf. De vermeende speciale aard van ons bewustzijn en onze vaardigheden (redeneervermogen, besef van de eigen sterfelijkheid, technologie) zou ons wezenlijk onderscheiden van en superieur maken aan andere soorten.

Dit antropocentrisme is een historisch construct met een legitimiteit die voorkomt uit verovering en geweld, en die niet het resultaat is van enig rechtmatig privilege dat in de menselijke natuur besloten ligt. Het concept valt nadrukkelijk in de categorie ‘valse kennis‘. Het leidt tot het neo-groene beeld van de aarde als tuin met een planetaire kolonisatie als gevolg.

Het is als met het bewijzen dat de aarde het middelpunt van het zonnestelsel is: dit leverde allerlei gedraai op totdat het beeld onhoudbaar bleek. De neo-groene aanpak vertoont evenzoveel gedraai, maar zal uiteindelijk even onhoudbaar blijken (aflevering 13). Maar om ervan af te raken is niets minder nodig dan het opgeven van onze zelfgefabriceerde identiteit van uitzonderlijkheid en privilege. Het is een kwestie van ons openstellen voor een idee waarvoor de tijd eindelijk rijp is: dat de aarde net zo min voor mensen gemaakt is, als dat ze gemaakt is om het middelpunt van het universum te vormen (aflevering 12).

Er bestaat een eleganter, mooier, ethischer pad naar de toekomst dat ook meer in overeenstemming is met de menselijke geest. Op dit pad wordt de wilde natuur – zowel op het land als in de zee – hersteld als het ononderbroken, levenrijke weefsel waarin menselijke gemeenschappen, geïntegreerd binnen hun bewoonde bioregio’s, gedijen. De mensheid moet het centrum verlaten om daar de aarde en haar hele levensgemeenschap te laten floreren. Dat vergt veel van ons.