Wie bij een Zwitserse bank geld afstort om het over te maken naar haar Nederlandse rekening, doet dat in het volste vertrouwen dat dat geld daar ook terechtkomt, ook al gebeurt dat in een onbekend gebouw, bij een onbekende bankbediende in een vreemd land waarvan je de taal misschien niet spreekt. Wij allen maken gebruik van een groot netwerk van vertrouwen in de eerlijkheid van het bedrijfsleven. Tegelijk hebben hele volksstammen er geen enkele moeite mee om onbetaalde software te gebruiken, en kopiëren ze van alles en nog wat zonder toestemming. De wereld is vol van dit soort onbegrijpelijke tegenstrijdigheden. Aflevering 2 van het artikel ‘Handel en bestuur, twee stelsels om te overleven’ in de rubriek Ethiek geeft nog wat meer voorbeelden.
Om ze te begrijpen ging Jane Jacobs alles lezen wat los en vast zit op zoek naar waarde-oordelen over gedrag. Elke keer dat gedrag als bewonderenswaardig, verwacht of passend werd voorgesteld, zette zij het om in een ‘voorschrift’. Bij een zakenman werd dat ‘komt beloftes na’. Bij een uitvinder werd het ‘sta open voor creativiteit en vernieuwingen’. Maar elders had je ook ‘werk goed samen met vreemden’, of ‘wees gehoorzaam en gedisciplineerd’. En als er afkeuring werd uitgesproken, zette zij dit ook om in ‘voorschriften’. Eerst leek het een warboel, omdat ze soms totaal tegenstrijdig waren. Maar door ze te groeperen kwamen er twee lijsten uit rollen, die elk voor zich geen innerlijke tegenspraken bevatten, maar wel tegenover elkaar staan. De voorschriften staan op een rij in een schema in aflevering 3. Lees ze daar eens rustig door, want in de rest van het artikel loopt Jacobs ze af, met voorbeelden en commentaar.
Er blijkt sprake te zijn van syndromen, oftewel een groep symptomen die kenmerkend is voor een bepaalde toestand. Het eerste syndroom is verbonden met werkkringen in de handel en het leveren van goederen en diensten voor de handel. Ook wetenschappelijk werk valt eronder. Het tweede syndroom weerspiegelt de overeenkomsten tussen het werk van leger en politie, grootgrondbezit en adel, ministeries en hun ambtenarenapparaten, handel waarin een alleenrecht geldt, het gerecht, de wetgevende macht en (staats)godsdiensten. Dat loopt nogal uiteen, maar uiteindelijk hebben deze zaken allemaal te maken met verantwoordelijkheid voor gebied – het te beschermen, te verwerven, te ontginnen, te beheren en te controleren.
Er zijn slechts twee verschillende syndromen omdat we twee verschillende manieren hebben om aan de kost te komen, niet meer en niet minder. Dat is op zich ontzagwekkend, want andere dieren hebben er maar één. Alle dieren zijn in staat tot nemen wat ze nemen kunnen, gewoon nemen. Dat deden jagers en verzamelaars die hun gebied afzoeken naar wat er is vroeger ook. Daarbovenop zijn wij mensen in staat tot het ruilen van onze goederen en diensten tegen andere goederen en diensten, tot handeldrijven. Ook dat is afhankelijk van wat er is, maar nu van wat er is om te ruilen in plaats van te nemen – en wel op basis van vrijwillige afspraken, de kern van de handel. Lees over handel verder bij handelssyndroom, de kenmerken (vanaf aflevering 4).
Grensschermutselingen vonden in de geschiedenis doorlopend plaats. Het is voor wachters bijna ondenkbaar om veroverde gebieden aan veroverden terug te geven. Maar het is ingewikkelder om veroverd gebied in handen te houden dan om het te veroveren. Militaire structuren vergen trouw, wraak, krijgsraden, rangordes, gehoorzaamheid en het vermijden van handeldrijven om bedrog in de hand te houden. Onderdrukking is een recept voor intern verzet. Om rust in het gebied af te dwingen, zijn weloverwogen fysieke en psychologische technieken nodig. Lees over bestuur verder bij het wachterssyndroom, de kenmerken (vanaf aflevering 9).
Dit valt allemaal te herleiden tot het aan de kost komen door te nemen wat je nemen kunt. En net zo goed kan elke toename en verbetering van de handel steeds herleid worden op het aan de kost komen door handel te drijven. Nemen en handeldrijven zijn fundamenteel verschillend. Het heeft geen zin om te proberen handel en wachterschap in één moreel stelsel te persen. Zulke pogingen brengen ze niet tot elkaar, integendeel. De tegenspraken zijn onontkoombaar. Er is geen ontsnappen aan. Het is wel mogelijk om naar harmonie te streven door te proberen de eigen identiteit en zuiverheid van beide syndromen naast elkaar overeind te houden. Dan kunnen ze elkaar ondersteunen en aanvullen. Dat is symbiose, het verschijnsel dat twee ongelijksoortige organismen tot wederzijds voordeel samenleven. Lees nu aflevering 19 over deze twee manieren van kijken.
Het lukte Jane Jacobs niet om een andere manier te bedenken. Ze merkte dat de morele syndromen in feite stelsels zijn die het mogelijk maken om in leven te blijven, overlevingssystemen die zich ontwikkeld hebben door lange tijd ervaring op te doen met handel aan de ene kant en nemen aan de andere. Misschien moeten we het zien als een laag van ons gedrag ónderde laag die we gewoonlijk als moreel beschouwen. Ook al hebben we in ons, weten wanneer je het beste de ene of de andere benadering gebruikt, en hoe dat op de juiste manier te doen, wordt cultureel aangeleerd, grotendeels door nabootsing en oefening (en afgedwongen door voorschriften en wetten). Lees over de afbakening verder bij monsterlijke mengvormen van de twee morele stelsels (vanaf aflevering 22).
Lees verder ook handelssyndroom, de kenmerken, wachterssyndroom, de kenmerken, handelssyndroom en de wetenschap, handel, bestuur en de maffia, handel, bestuur en de landbouw, handel, bestuur en de aantasting ervan en handel en bestuur, onderscheid bewaren.