Symbiose is in de oorspronkelijke betekenis het langdurig samenleven van twee of meer organismen van verschillende soorten waarbij de samenleving voor ten minste een van de organismen gunstig of zelfs noodzakelijk is. De verschillende partners heten symbionten. De grootste partner wordt ook wel gastheer genoemd. Als het met één symbiont niet goed gaat, dan is het goed mogelijk dat dat voor de andere symbiont schadelijk is. Symbiose wordt (in Europa) vaak alleen gebruikt in de betekenis van wederzijds voordelige co-existentie.
Endosymbiose is een vorm van symbiose, waarbij een symbiose-organisme tussen de cellen of zelfs in de cellen van een gastheer leeft. Volgens de endosymbiontentheorie zijn eukaryoten in de evolutie ontstaan door dit verschijnsel van endosymbiose. Zie verder bij Margulis en symbiotisch wereldbeeld.