Waar een dalend EROI, en dus hogere kosten, in eerste instantie in een hogere prijs weerspiegeld wordt, vervalt deze koppeling naarmate die daling verder doorzet, aldus de energie-econoom Adam Brandt (in aflevering 9-10 van het artikel ‘De economie van piekolie’ in de rubriek Energie. De economie als geheel wordt namelijk minder welvarend, dus kunnen de consumenten de kosten van de productie van meer energie steeds minder goed dragen, wat uiteindelijk tot inzakkende olieprijzen leidt, terwijl de onderliggende kosten gewoon blijven stijgen. Het resultaat is een olieprijs die steeds wilder op en neer beweegt en steeds minder onderworpen is aan de wet van vraag en aanbod. Uiteindelijk winnen de geologie en de wetten van de thermodynamica het van de economie.
De olieprijs speelt ook een grote rol in de schalierevolutie (zie aflevering 18-22 van het artikel ‘Piekolie’). De winning van onconventionele olie vergt meer energie dan van conventionele, waardoor de kostprijs bij een hogere olieprijs sneller stijgt dan verwacht. Het omgekeerde is uiteraard ook het geval. Een significant lagere olieprijs heeft dus meer invloed op de kostprijs van onconventionele olie dan op die van conventionele. Wat dus vanaf eind 2014 het geval is geweest, zegt aflevering 21.