In een adaptief systeem is de wisselwerking zo complex dat het vrijwel uitgesloten is om vooraf in een logische keten alle stappen te identificeren die tot belangrijke gebeurtenissen zullen leiden. Over de toekomst zijn dus geen definitieve uitspraken te doen; we moeten leven met het aspect van ‘onbeslisbaarheid’, een ‘incompleetheid’ van het systeem. Dit principe komt aan de orde in aflevering 20 van het artikel ‘De samenstelling van systemen’ in de rubriek Complexiteit . Peter Westbroek maakt er in aflevering 1 en 12 van het artikel ‘De aarde leeft!’ in de rubriek Ecologie een punt van dat het klimaatsysteem eigenlijk niet in een model te vangen is (en er dus ook geen harde voorspellingen over klimaatverandering gedaan kunnen worden). Het principe wordt genuanceerd door Bernard Lietaer et al., die in aflevering 5 en 14 van het artikel ‘Ons geldsysteem als netwerk van complexe stromen’ in de rubriek Ontwrichting het volgende stelt.
‘Pas sinds kort zijn er wiskundige hulpmiddelen om met geordende complexiteit om te gaan. Deze voor de complexiteitstheorie ontwikkelde hulpmiddelen kennen verschillende uitgangspunten. De hulpmiddelen die wij gebruiken zijn voortgekomen uit netwerk- en informatietheorieën en de thermodynamica. In onze benadering worden complexe systemen – zoals ecosystemen, levende organismen en economie – alle gezien als materie-, energie- en informatiestroomsystemen. De beroemde ‘voedselketen’, bijvoorbeeld, is eigenlijk een netwerk van materie- en energiestromen opgebouwd uit complexe relaties tussen organismen. Zo ‘vertaald’ heeft de studie van natuurlijke ecosystemen geleid tot een geavanceerd wiskundig begrip van hoe een netwerkstructuur de leefbaarheid van een ecosysteem op lange termijn beïnvloedt. Die is afhankelijk van een evenwicht tussen efficiëntie en veerkracht. (Zie verder onder die twee begrippen).’
‘Andrew Haldane en Robert May gebruikten ook de complexiteitstheorie om het huidige financiële systeem als een ecosysteem te modelleren. Hoewel ze gebruikmaken van een andere complexiteitsmethodiek dan de onze, komen ze tot conclusies die opmerkelijk veel lijken op die van ons,’ zo schrijft Lietaer in aflevering 14.
Vergelijk dit dan weer met wat Peter Westbroek over de wet van Kooijman schrijft in aflevering 14 van het artikel ‘De aarde leeft!’ in de rubriek Ecologie. In het eerste deel van de serie over het klimaat ‘Kroniek van een aangekondigde zelfmoord’ gaat het nog om de natuurlijke benadering van rond 1980. Dit wordt uitgedrukt in het begrip weermachinerie. Het begrip broeikaseffect (op basis van Algemene Circulatie Modellen) valt hier ook nog onder. In de eropvolgende systeembenadering verandert dat (met terugkoppelingen en niet-lineaire veranderingen), maar het gebeurt des te meer in de Gaia-benadering van James Lovelock. Die intuïtieve kijk is een zogenaamde ‘gehele-systeemtheorie’ en kan als zodanig niet gemodelleerd worden met het gescheiden gebruik van de concepten van de aard- of menswetenschappen. Zie daarover nog (de verwijzingen in) computermodellen en Gaia. Zie ook vlindereffect.