Drie contradicties van het kapitalisme

JAN VAN ARKEL
Inleiding bij de Nederlandse vertaling van drie hoofdstukken van een boek van David Harvey
.

David Harvey (1935), hoogleraar aan de City University of New York, is een van de meest geciteerde geografen ter wereld en ook buiten de kring van geografen is zijn invloed groot, met name in het sociale en politieke debat over de ontwikkeling van steden.

In 1969 vertrok hij uit Engeland naar Amerika om hoogleraar te worden aan de Johns Hopkins University in Baltimore. Geconfronteerd met de slechte leefomstandigheden in delen van de stad zag hij dat de geografie een nieuwe, revolutionaire theorie nodig had. Het theoretisch kader voor deze theorie vond hij in het marxisme. Zijn vroege Society, the City and the Space-Economy of Urbanism uit 1972 verscheen in 1975 onder de titel Uitbuiting en de stad als mijn allereerste boek als uitgever. Dat was dus voor de opkomst van het neoliberalisme.

Veertig jaar en vele boeken later schreef Harvey in 2013 het boek Seventeen Contradictions and the End of Capitalism (Profile Books, 2014) waarvan we drie contradicties in vertaling plaatsen op 4eco. Dat zijn de contradicties rond geld, rond eindeloze groei en rond de verhouding van het kapitalisme tot de natuur.
Harvey ordent deze zeventien in zeven ‘funderende contradicties’ (die beginnen met gebruikswaarde tegenover ruilwaarde, gevolgd door het in de rubriek Economie geplaatste ‘geld’), in – ook zeven – ‘contradicties in beweging’ (die we hier overslaan), en tenslotte in drie ‘gevaarlijke contradicties’. De eerste twee daarvan vindt u bij de rubriek Ontwrichting. De laatste gevaarlijke contradictie betreft de universele vervreemding en is hier niet vertaald.

Waarom het nuttig is om de huidige crisis vanuit de contradicties van het kapitalisme te benaderen, verklaart David Harvey in een apart stuk ‘Over contradicties’. Daarvan volgt hier een gedeeltelijk verslag.

David Harvey leeft direct mee met de verschoppelingen van het kapitalisme, ook nog als hij op zijn oude dag zou kunnen niksen…

.

Bij een contradictie denken we al gauw aan een tegenstrijdigheid: het één is waar, of het ander is waar. Maar het kan ook meer een tegenstelling zijn, zoiets als de spanning die kan heersen tussen de eisen die ze op je werk stellen en het hebben van een prettig huiselijk leven. Om dit soort contradicties gaat het hier.

Contradicties vind je overal, al vallen ze ons vaak niet op. Normaal kun je prima een zeker evenwicht bewaren tussen werk en vrije tijd. Maar latente spanningen kunnen ineens scherp en ondraaglijk worden, bijvoorbeeld als je thuis met een ziektegeval komt te zitten. Dat ziektegeval kan spanning met je partner met zich meebrengen, zelfs met scheiding als gevolg.

Maar het gaat niet per se van kwaad tot erger. Je kunt een nieuwe balans vinden, of, indien je ineens het licht ziet, zomaar die afschuwelijke baan opzeggen. Dan krijg je nieuwe omstandigheden (waarin weer nieuwe contradicties de kop kunnen opsteken).

Op economische schaal gaat het ook zo. De contradictie dat er niet genoeg turf of houtskool was voor een groeiende industrie werd ooit opgelost door steenkool te delven. De nieuwe contradictie is nu dat het gebruik van fossiele brandstoffen vanwege de klimaatverandering het voortbestaan van het kapitalisme bedreigt.
Harvey stelt dat “de contradicties van het kapitaal vaak innovaties hebben gebaard die het dagelijks leven op allerlei manieren verbeterd hebben. Wanneer contradicties uitbarsten in een crisis van het kapitaal brengen ze momenten van ‘creatieve vernietiging’ teweeg. Het is zelden het geval dat wat geschapen en wat vernietigd wordt vooraf zo bedacht is. Net zo min is het zelden het geval dat alles wat geschapen wordt slecht is en wat er vernietigd wordt goed was. Ook worden contradicties zelden helemaal opgelost. Crises zijn momenten van transformatie met als kenmerk dat het kapitaal zichzelf uitvindt en in iets anders omvormt. En dat ‘iets anders’ kan beter of slechter zijn voor de mensen, ook al stabiliseert het de reproductie van kapitaal. Maar crises zijn evengoed momenten van gevaar wanneer de reproductie van kapitaal bedreigd wordt door de onderliggende contradictie.”

Harvey maakt hier een duidelijk onderscheid tussen kapitalisme en kapitaal. Het gaat hem hier om het laatste. Hij wil de contradicties van het kapitaal begrijpen.

De intensivering van de ene contradictie kan overslaan naar andere. Het kan een giftige cocktail worden die snel uitgroeit tot een algemene crisis, die een gevaar vormt voor het kapitaal.

.

Je kunt je op allerlei aspecten van het kapitalisme richten, zegt Harvey, maar het is voor een scherper begrip beter om te focussen op de werking van kapitaal.

Het is een beetje zoals een ecoloog de dynamiek van een begrensd ecosysteem analyseert zonder oog voor de buitenwereld, dat Harvey kapitaalaccumulatie en -circulatie als een ‘gesloten systeem’ wil bekijken om de belangrijkste contradicties ervan te identificeren. Dat wil dus niet zeggen dat alles in het kapitalisme wordt voortgestuwd door die interne contradicties van het kapitaal. Er zijn genoeg andere strijdigheden aan het werk – denk aan racisme, onderdrukking van vrouwen of godsdienstige haat – maar dat zijn niet per se contradicties van het kapitaal. Ze zijn immers van alle tijden, van ver voor dat kapitaal over ons heerst.

Harvey gebruikt ook nog de metafoor van een cruiseschip dat over de oceaan vaart. Dat is een bijzondere en gecompliceerde tastbare omgeving van uiteenlopende activiteiten, sociale verhoudingen en interacties. Verschillende klassen, geslachten, etniciteiten en rassen zullen gedurende de boottocht soms vriendelijk en soms vijandig met elkaar omgaan. Het personeel kent, vanaf de kapitein aan de top, een strenge hiërarchie en sommige lagen (de stewards) bijvoorbeeld kunnen overhoop liggen met hun leidinggevenden èn met veeleisende passagiers.

Je kunt allerlei van dat soort zaken in detail beschrijven. Er kunnen zelfs revoluties uitbreken tussen de verschillende dekken. De ultrarijken kunnen zich isoleren op het bovendek, waar ze in een eindeloos pokerspel hun rijkdom onderling herverdelen, zonder zich te bekommeren om wat er zich beneden afspeelt.
Maar om zulke dingen gaat het hier niet. In de buik van het schip zit een economische motor die dag en nacht draait en het schip van de benodigde energie voorziet en er over de oceaan de vaart in houdt. Alles wat er op het schip gebeurt, geschiedt bij de gratie van die draaiende motor. Als die er de brui aan geeft, functioneert het schip ook niet meer.

En ja, die economische motor sputtert en hapert tegenwoordig. Hij lijkt erg kwetsbaar. Als ons wereldschip komt stil te liggen, zit we diep in de penarie. Want dan moet die motor gerepareerd worden of vervangen door een ander soort motor. Waaruit de vraag voortvloeit wat voor soort motor we dan wel zouden willen hebben, hoe we daar dan in onze positie aan moeten komen en hoe betrouwbaar die nieuwe motor aan onze verwachtingen zal beantwoorden.

Maar eerst is het dus het zeer zinvol ons juist in de contradicties te verdiepen, die het gesputter veroorzaken. Want alleen dan krijgen we een idee met wat voor soort problemen we geconfronteerd worden. Natuurlijk, als de klimaatverandering ons door een kanteling ineens overweldigd, zal de motor ook vastlopen. Maar dat neemt niet weg dat de contradicties van het kapitaal zelf het kapitalisme ook de das om kunnen doen. En dat we dus maar beter kunnen onderzoeken hoe het daarmee gesteld is.

In de ontwrichtende fases waarin kapitaal een nieuwe vorm krijgt, moeten sociale bewegingen diepgaand nadenken hoe zij de kansen moeten aanpakken om de wereld beter te maken.