Complexe systemen die goed omgaan met hobbels of spanningen, noemen we ‘complexe adaptieve systemen’. Hierover leest u meer in de inleiding bij de website (‘Wat moeten we weten…’) in aflevering 4 e.v. Het zal ook aan de orde komen in het artikel ‘De natuur van de economie’ in de rubriek Complexiteit. Er is ook de definitie van complexiteit die zich uit structurele differentiatie. Dit is de omschrijving die Joseph Tainter verder uitwerkt in het artikel ‘Kunnen we ontsnappen aan de energie-complexiteitsspiraal?’ in de rubriek ontwrichting.
Zo stelt de auteur William Ophuls in het openingsartikel bij de rubriek ecologie: “Binnen de context van mijn betoog vat ik complexiteit op als economische, sociale en politieke schaalvergroting, institutionalisering, specialisatie, differentiatie en stratificatie. Een stad is dus complexer dan een dorp omdat een stad niet alleen groter is maar ook meer rollen kent, een uitvoerigere arbeidsdeling, een fijnmazigere klassenindeling, een uitgebreidere hiërarchie, enz. Wanneer ik het begrip in een andere betekenis gebruik – bijvoorbeeld als een eigenschap van complexe adaptieve systemen – dan wordt dat uit de context duidelijk.”
Zie voor het terrein van de economie ook meer is anders, ook in de economie en ook complexiteit in de economie.