Energie is de valuta van het leven. Dit is een belangrijk thema bij Nate Hagens in zijn hele artikel ‘Economisch denken voor de toekomst – voorbij het superorganisme’in de rubriek Economie. In biologische systemen staat de doeltreffendheid van de energiewinning en -inname centraal. Organismen optimaliseren hun energie-inname ten opzichte van hun energieverbruik. Hoe groter het energiesurplus, hoe groter hun concurrentievoordeel. Die ‘netto-energie’, die na aftrek van de energie-investering overblijft, is de determinerende factor en drijvende kracht voor natuurlijke – èn menselijke – systemen. Zie ook EROEI. Systemen die het nuttig vermogen maximaliseren, slagen er over het algemeen in om systemen die dat niet doen te verdringen.
De wereldeconomie draait op een constante toevoer van zo’n 17 biljoen watt aan energie. De moderne industriële productie is weinig energie-efficiënt, maar uiterst kostenefficiënt, omdat fossiele energie veel goedkoper is dan menselijke energie. Deze ‘fossiele subsidie’ maakt onze winsten, lonen en levensstandaard veel hoger dan in vroegere beschavingen, die gebaseerd waren op diffuse hernieuwbare energiestromen. We kunnen nu echter niet meer zonder.
Volgens de gangbare economische theorie zijn alle inputs in het economisch proces substitueerbaar. Wordt de prijs van een input te hoog, dan zal de markt er een alternatief voor ontwikkelen. Energie beantwoordt echter niet aan deze theorie omdat de verschillende energiebronnen cruciale verschillen vertonen op het gebied van kwaliteit, dichtheid, opslagcapaciteit, overschot, vervoerbaarheid, milieueffecten en andere factoren. Energiebronnen kunnen alleen vervangen worden door energiebronnen van een vergelijkbare vorm/kwaliteit. Voor de vereiste hitte van honderden industriële processen bestaat (nog) geen CO2-arm alternatief.
De gangbare economische theorie schrijft bovendien alle economische productiviteit toe aan arbeid en kapitaal, en gaat er derhalve van uit dat het economisch belang van energie gelijk is aan haar kostprijs. Dat dit niet klopt staat op 4eco al beschreven bij Ayres en Kümmel. Energie is juist de belangrijkste productiviteitsfactor. De goedkoopste en makkelijkst te vinden koolwaterstof hebben we al gevonden en opgebruikt. Vanaf het jaar 1999 neemt het kostenaandeel van energie in de economie weer toe. Kost de winning van energie meer energie, materialen en geld dan verslechtert de economie.
Kost het vinden van voedsel meer energie dan het voedsel bevat, dan sterft een organisme. Dat geldt ook voor het superorganisme. We komen hier tot nu toe alleen mee weg door de fossiele energiesubsidie als rente te behandelen, niet als de hoofdsom. Zie daarover bij energie en schuld bij Nate Hagens en ook bij technologie en energie bij Nate Hagens. Bij superorganisme vindt u ook de links naar andere begrippen in Ecopedia die bij dit artikel behoren.