Framen, ergens een ‘verhelderend’ etiket opplakken, zie je overal om je heen. Gekke-koeien-ziekte klinkt heel wat pakkender dan ‘bovine spongiform encephalitis’ (BSE) of Creutzfeldt-Jacob-ziekte. Framen kan op een positieve manier (het papierloze kantoor) of op een negatieve manier (de illegale immigrant). Het gat in de ozonlaag werkte heel goed als frame.
Als we de instructie krijgen: ‘denk niet aan een olifant’ kunnen we de neiging om toch aan een olifant te denken amper weerstaan. Of we denken heel hard aan iets anders, een leeuw bijvoorbeeld. Deze cognitieve boodschap pakt ons in. De sociale situatie is veranderd door de eenvoudige woorden van de instructie. Framen is dus iets waaraan we ons niet kunnen onttrekken.
Hoe zit het met de invloed van framen op het klimaatdebat? Dat begint al bij de benaming. Eerst was het broeikaseffect; dat werd klimaatverandering; maar realistischer is eigenlijk klimaatontwrichting. Uit onderzoek blijkt dat dit uitmaakt. Broeikaseffect schept negatieve gevoelens en doet ons snelle systeem naar de heersende temperatuur kijken. We verwachten bij broeikaseffect dat het elk jaar warmer zal zijn dan het jaar ervoor. Alleen met ons langzame denken weten we dat het zo niet werkt. Met het veel neutralere ‘klimaatverandering’ werd het gevoel van urgentie juist uit het debat gehaald.
Zie eerder bij cognitieve psychologie en bij snel en langzaam denken.
Zie verder in het artikel ‘Dit is niet de toekomst die we besteld hebben’ bij de rubriek ethiek.