James Lovelock (die ook het ozongat aan het licht bracht) muntte de naam Gaia om aan te geven dat onze planeet zich gedraagt als een superorganisme. In de loop van miljarden jaren zouden talloze globale regelmechanismen zijn ontstaan die de (in het algemeen) voor het leven gunstige omstandigheden in stand houden. James Lovelock is van mening dat het principe van homeostase ook op het systeem aarde van toepassing is en dat de werkzaamheid ervan vooral tot uiting komt op geologische tijdschalen. Dat betekent dat we, als we zelf ons klimaat veranderen, op de tijdschaal van onze cultuur niet door Gaia gered zullen worden. Sterker nog, Lovelock zegt: ‘Tegen de woekering van zoveel mensen als er nu zijn is de aarde niet opgewassen.’ Dat wil zeggen: Gaia zal zich van de mensenplaag ontdoen en een nieuw evenwicht vinden.
De aarde kan zijn complexe samenhang alleen in stand houden door, op heel grote schaal, de wanorde om zich heen te verspreiden in de ruimte. (Zie de wetten van de thermodynamica.) De planeet neemt hoogwaardige energie op uit de omgeving, gebruikt die om zich staande te kunnen houden en straalt diezelfde hoeveelheid ten slotte als laagwaardige energie, als warmte naar de ruimte. Ordening kan alleen plaatselijk opduiken als daarmee de algehele verspreiding van chaos wordt bevorderd.
In de klimaatserie ‘Kroniek van een aangekondigde zelfmoord’ in de rubriek Ontwrichting gaat het derde artikel ‘De Aarde als levend systeem – Gaia in hittestand’ in zijn geheel over Gaia. Wat daar vermeld wordt, leest u bij Gaia-hypothese. Daar staan ook alle links naar verwante items op Ecopedia. Zie ook Lovelock, James.
Earth Systems Science heeft behoefte aan een overkoepelende theorie. Westbroek stelt zich in aflevering 10, 11 en 15 van het artikel ‘De aarde leeft!’ in de rubriek Ecologie de vraag: Is de Gaia-hypothese die nieuwe theorie? Het is een vraag die hij (nog) niet kan beantwoorden, maar er is wel een aanwijzing: de wet van Kooijman. Want laat homeostase daar nu net de kern van vormen. Zonder homeostase geen leven, geen emergentie van eenvoud en geen fysiologische wetmatigheid. Wat voor de aarde (nog) niet te bewijzen zou zijn, is in de biologie overtuigend aangetoond.