Tussen het jaar 950 en 1300 – de eeuwen van demurrage – zijn er in Europa zo’n 300 kathedralen gebouwd, állemaal ter ere van Maria, en geen enkele ter ere van Jezus Christus, en ook nog eens een heleboel kerken, monnikenkloosters en abdijen, die soms bijna de omvang van een stad hadden. Er was voor elke 200 inwoners een godshuis. En ze waren niet in het bezit van de kerk of de adel, maar van de burgers van de stad, betaald met hun vele, kleine giften. Over investeren voor de lange termijn gesproken! Zie aflevering 23 van het artikel ‘Het geldmysterie’ in de rubriek Ethiek. Die bouwwoede had vast met het archetype van de moedergodin te maken.

Tegen het jaar 1300 werd alles ineens anders. Het centrale gezag liet zich gelden, demurrage werd afgeschaft, de zwarte madonna werd verboden, de positie van de vrouw verzwakte enorm. Ook de welvaart smolt weg. Er werd natuurlijk fel verzet geboden, zelfs binnen de kerk, maar dat werd met geweld de kop ingedrukt. Meer hierover in aflevering 24.