Er is bij de kwaliteitskranten recent iets verschoven. Zo bracht de NRC op 19 december 2018 een regelrechte aanval op het kabinetsbeleid betreffende het Urgenda-proces. Anders dan een aanval kun je dit niet noemen.
In juni 2015 deed de rechter in deze zaak tegen de staat uitspraak inzake het Nederlandse voornemen zich (misschien) niet te zullen houden aan de belofte om in 2020 een besparing op de CO2-uitstoot gerealiseerd te hebben van 20 procent ten opzichte van de uitstoot van 1990. De rechter stelde dat de ernst van de klimaatverandering zodanig is, dat het Nederlandse volk er recht op heeft dat dit politieke voornemen ook werkelijk gehaald wordt. Een kwestie van zorgplicht van de overheid.
Ook al ging de staat in hoger beroep, het kabinet beloofde het vonnis te zullen uitvoeren.
In september 2015 vroeg de Tweede Kamer al om aanvullende maatregelen, mede omdat het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) ervoor waarschuwde dat het halen van die reductie nog niet zo gemakkelijk zou gaan als het kabinet het voorstelde.
Uit de ‘reconstructie van de NRC’ (de eigen woorden van de krant) blijkt dat ‘het kabinet sinds die uitspraak geen specifieke maatregelen heeft genomen om de CO2-uitstoot verder te beperken.’
In de herfst van 2016 schatte het PBL dat het kabinet 4 miljoen ton CO2 te weinig ging besparen, maar dat dat in het slechtste geval ook 12 miljoen ton zou kunnen zijn.
Het kabinet stelde dat met de uitvoering van het zogenaamde Energieakkoord uit 2013 alles goed zou komen. Die 4 miljoen ton extra verwachtte men te halen. De NRC heeft uitgevonden dat er geen enkele grond was voor die laatste bewering. Het PBL heeft het nooit onderbouwd. (Hierover schrijft de krant nog meer, maar interessanter is hoe het met hoger beroep ging.)
In 2018 hadden twee opeenvolgende kabinetten beloofd het vonnis te zullen uitvoeren, maar in werkelijkheid deden ze niets. ‘Er kwam geen nieuw klimaatbeleid, er zijn geen kolencentrales gesloten vanwege de uitspraak. De CO2-uitstoot daalde nauwelijks.’ Het doel raakte dus steeds verder uit zicht, want 2020 was nog maar twee jaar weg.
Op 9 oktober 2018 ‘gebeurde wat weinig ambtenaren en politici hadden verwacht: het gerechtshof bekrachtigde in hoger beroep de Urgenda-uitspraak. Meteen erna reageerde minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat, VVD) dat het Urgenda-doel ‘binnen bereik’ was. Maar in werkelijkheid ligt er een levensgroot probleem voor het kabinet. Nu de deadline nadert kan de staat alleen met zeer ingrijpende maatregelen nog aan de rechterlijke eis voldoen.’
De NRC constateert dat deze uitspraak niet verwacht werd en haalt Jan Vos (PvdA) aan dat ‘de VVD natuurlijk lang niet in het klimaatprobleem heeft geloofd’. Ik constateer dat heel Den Haag stilletjes heeft zitten hopen dat het probleem vanzelf zou verdwijnen, als je er maar geen aandacht aan besteedde.