Planten onderscheiden zich van andere organismen doordat ze in staat zijn tot de fotosynthese. In de levensgemeenschappen op het land nemen de ‘hogere planten’, die in soortenaantal maar een klein deel van het plantenrijk vormen, een belangrijke plaats in. De hogere planten worden zo genoemd, omdat ze zo hoog ontwikkeld zijn, dat ze beschikken over wortels, stengels, bladeren en meestal ook over bloemen. Zie verder aflevering 35 van ´Wat is ecologie?’(serie 2). Zie ook voedselniveaus.
Dit klinkt allemaal alsof het eenvoudig is, maar kijk eens naar het schema bij aflevering 13 van het nog te verschijnen artikel ‘De aarde leeft!’ in de rubriek Ecologie. Dat laat de biochemische reacties in een bacteriecel zien. Zoiets moet je je voorstellen bij de fotosynthese. Daarbij komt dat planten er in de serie ‘Wat is ecologie’ nogal bekaaid (eendimensionaal) afkomen. Pas de laatste paar jaar begint het tot ons door te dringen dat planten een symbiotische wereld vormen, waarin niet alleen soortgenoten met elkaar communiceren, maar ze ‘ook met exemplaren van andere soorten en zelfs uit andere natuurrijken, zoals insecten en zoogdieren, of schimmels en bacteriën, samen leven.’ Dit laatste citaat komt uit de interessante bespreking van een flink aantal boeken in het april-meinummer 2019 van De Nederlandse Boekengids (‘De pratende plant’ door Arjen Mulder – auteur van het recent verschenen boek Vanuit de plant gezien). In aflevering 77 van ´Wat is ecologie?’ (serie 3) over regulatie is sprake van de succesvolle ‘wapening’ van planten tegen herbivoren. Daarbij gaat het bij Owen om afschrikmiddelen. Maar in het licht van het bovenstaande, dat de aarde de planeet van de planten is die er zo hun eigen paradigma op na houden, is een bredere, minder menselijke verklaring waarschijnlijk meer to the point. Ik laat het hier even bij, maar we komen hier op terug.