Schaarste rekruteert voor de ideologie van groei. Dit is de paradox: met meer productiviteit is er minder arbeid nodig om dezelfde hoeveelheid goederen en diensten te produceren. Ontslagen volgen en de staat moet het oplossen door groei te steunen terwijl werknemers en vakbonden daaraan meewerken. Zelfs degenen die zich zorgen maken over een ecologische ineenstorting worden gedwongen om zich aan deze logica te onderwerpen. Dat opknappen van het milieu komt later wel, zodra iedereen genoeg heeft. Maar het komt er nooit van aangezien het probleem van schaarste nooit wordt opgelost. Dit is het onderwerp van aflevering 12 van het artikel ‘Ontgroeien: een theorie van radicale overvloed’ in de rubriek Economie. Het kapitalisme transformeert zelfs de meest spectaculaire productiviteitswinsten niet in overvloed en menselijke vrijheid, maar in nieuwe vormen van kunstmatige schaarste en dwang. Dan wordt duidelijk dat ongelijkheid zelf de drijvende kracht is achter de kunstmatige schaarste, net als afgrendeling en toe-eigening in een eerder tijdperk. Zie aflevering 13. Vrijwel alle vruchten van de groei sinds 1980 zijn geaccumuleerd door de rijken. Toch moeten ook almaar nieuwe behoeftes gecreëerd worden om de immense productieve output van het kapitalisme te absorberen. Dat gebeurt onder andere door het oprekken van verlangens door middel van geavanceerde reclamecampagnes, wegwerpproducten, het verhinderen om publieke goederen tot stand te brengen, en tijd kunstmatig schaars te maken (met alle gevolgen van dien, zoals te lezen in aflevering 14).
De ideologie van het kapitalisme voorziet in een ongekende overvloed terwijl het systeem juist voortdurend schaarste produceert. Zo komen we bij de ‘Lauderdale-paradox‘.