De oceanische transportband wordt behandeld in aflevering 6 van het artikel ‘De aarde als complex systeem: ons verdronken land’, serie 2 over het klimaat. Het is gebaseerd op het paradigmaboek De laatste generatie. Fred Pearce begint dit boek met een voorwoord met de titel ‘De schoorsteen’. Dat gaat zo:
Ze noemen het ‘de schoorsteen’. Het is de laatste in zijn soort. Het is een gigantische draaikolk in de oceaan, tien kilometer in doorsnede, die constant tegen de wijzers van de klok in draait en water van het oppervlak naar de zeebodem op drie kilometer diepte zuigt. Dat water komt pas weer na duizend jaar aan de oppervlakte. De schoorsteen, die ooit deel uitmaakte van een hele familie, volvoert zijn eenzame taak midden in een van de koudste en meest afgelegen zeeën op aarde ten oosten van Groenland, op de plaats waar vroeger bij de ‘Odden-tong’ de walvissen samenkwamen voordat ze door ons werden uitgeroeid.
In de jaren 1990 werd het bestaan van een hele reeks van die schoorstenen ontdekt door een Britse avonturier, de in Cambridge opgeleide oceaanfysicus, Peter Wadhams. De bizarre, gigantische draaikolken die hij aantrof, waren de eindbestemming van het meest noordelijke deel van de Golfstroom. Het water wordt daar afgekoeld door de poolwind in de Groenlandzee en begint te bevriezen. Het wordt steeds dichter en zwaarder, tot het meegesleurd wordt door de schoorstenen en op de oceaanbodem stort.
Die schoorstenen, besefte Wadhams, waren een spil in een wereldwijd oceanisch circulatiesysteem waarvan de oceanografen allang het bestaan hadden vermoed, maar dat ze nog nooit in werking hadden gezien, de oceanische transportband. Maar het poolijs was aan het verdwijnen en eind jaren 1990 was de Odden-tong weg en kwam niet meer terug.
In 1997, het laatste jaar dat de Odden-tong gevormd werd, vond Wadhams nog vier schoorstenen in één seizoen, waar er wel twaalf hadden kunnen zijn. Ze verdwenen een voor een, met uitzondering van één hardnekkig exemplaar, dat Wadhams in 2001voor het eerst op open zee observeerde, op 75 graden noorderbreedte en precies op de nulmeridiaan van Greenwich. Dit exemplaar had er eigenlijk niet moeten zijn, zonder ijs, zegt Wadhams. Maar hij was er wel. Hij hield zich nog tot 2003 staande, waarna de Britse overheid het onderzoek stopte, zodat we nadien geen gegevens meer hebben.
In de twee jaar dat hij hem had gevolgd was de grote schoorsteen maar 30 kilometer verplaatst. Het was net een onderwatertornado die weigerde weg te gaan. Wadhams verrichtte metingen en sonderingen. Hij joeg er onderwaterinstrumenten doorheen om zijn activiteit en diepte te meten. Hij zei dat de schoorsteen recht naar de zeebodem daalde, en de kracht van de neerwaartse beweging was zo groot dat hij een kolom water van een kilometer hoog opzij kon drukken. ‘Het is haast niet te geloven dat hij het langer dan een dag uithield. We begrijpen nog steeds niks van het fysisch mechanisme dat daarachter zit,’ zegt Wadhams. Hij kan intussen verdwenen zijn zonder dat de buitenwereld er iets van merkte.