In het achterland van economisch bloeiende steden – te beginnen direct voorbij hun buitenwijken – vind je vaak een mengelmoes van agrarische, industriële en commerciële activiteiten. Zulke door de stad bestierde gebieden zijn uniek; het zijn de rijkste, dichtste en meest ingewikkelde typen economie buiten die van de steden zelf. Het is het ‘stedelijk gebied’. Hierin gaan de vijf grote economische krachten los: een stedelijke markt voor nieuwe, andere import; abrupte groei van werkgelegenheid in de stad; technologie die de plattelandsproductie en de productiviteit oppept; overgeplaatste bedrijven met hun banen; en in de stad gegenereerd kapitaal. Jane Jacobs beschrijft dit dus zeer specifieke verschijnsel van het ‘stedelijk gebied’ in aflevering 1 en volgende van het vierde artikel van de serie ‘Waar komt de economische groei vandaan?’ aan de hand van Tokio en het gehucht Shinohata (aflevering 2 en 4). Zie voor alle aspecten ook stad als economische eenheid bij Jane Jacobs.