Elke nederzetting die goed wordt in importvervanging wórdt een stad. Zo ook in de Middeleeuwen. In Europa ontstonden steden waar ze er eerst niet waren. Over de rol van kooplieden, de soorten gilden, de opkomst van de ambachten en de rol van steden als Venetië en Londen, leest u in aflevering 1 tot 6 van het eerste artikel van de serie ‘Waar komt de economische groei vandaan?’ Om te kunnen floreren hebben nieuwe steden reeds bestaande steden nodig om hun initiële werk (hun unieke exportproduct) af te kunnen zetten. Maar dat lukt alleen als hun handel plaatsvindt met steden in vergelijkbare omstandigheden. Dus steden in wording moeten vooral flink handel drijven met andere achterafsteden. Anders is de kloof tussen de kwaliteit van wat ze importeren en wat ze op eigen houtje in staat zijn te vervangen, te groot. Hierover geeft Jane Jacobs het voorbeeld van Venetië in aflevering 6 van het derde artikel van de serie ‘Waar komt de economische groei vandaan?’ En het voorbeeld van Londen volgt in aflevering 7. En de verschillen tussen de ‘Noordelijke’ en de ‘Zuidelijke’ steden van de Verenigde Staten staan in aflevering 9. Vervolgens beschrijft zij achtereenvolgens de ontwikkeling van de stad Detroit om nog eens te zien hoe steden nederzettingen zijn waar veel nieuw werk aan ouder werk wordt toegevoegd en dat dit nieuwe werk de arbeidsdeling van de stad vermenigvuldigt en diversifieert; dat steden zich dankzij dít proces ontwikkelen en niet door oorzaken van buiten henzelf; dat steden het economisch leven op het platteland uitvinden en heruitvinden; dat het ontwikkelen van níeuw werk verschilt van het zuiver efficiënt doorgaan met en uitbreiden van de bestaande productie van goederen en diensten, en dat dit daarom geheel andere, strijdige voorwaarden vereist dan die voor efficiënte productie nodig zijn.
Rommelige, groeiende steden roepen acute, praktische problemen op die ze zelf oplossen met nieuwe goederen en diensten die hun economische rijkdom weer vergroten. Een stad kan ook weer ophouden met driftig nieuw werk aan de economie toe te voegen en aldus stagneren. In alle ontwikkelingsfasen vóór de auto-industrie had Detroit exportbedrijven èn bedrijven die deze exportbedrijven bevoorraadden (daarna werd het eenzijdig en steriel). Die twee soorten bedrijven vormden een wederkerig systeem. Het schema staat afgebeeld in aflevering 5 van het inleidende artikel van de serie ‘Waar komt de economische groei vandaan?’ Zie voor alle aspecten ook stad als economische eenheid bij Jane Jacobs.