Onvolwassen en authentieke vooruitgang
DANIEL SCHMACHTENBERGER*

Het concept van vooruitgang vormt de kern van het verhaal van de mensheid. Vanuit dit perspectief is het heel goed mogelijk om je een voorstelling te maken van een toekomst vol overvloed, waarin onze grote uitdagingen zijn aangepakt door het unieke menselijke vermogen om de wereld naar onze hand te zetten. Velen menen dat we een dergelijke toekomst zullen bereiken aan de hand van een combinatie van almaar toenemende menselijke kennis en geavanceerde technologieën.
Dit artikel legt uit waarom ons huidige idee van vooruitgang onvolwassen is: in termen van ontwikkeling is dit concept onvolledig. Vooruitgang, zoals we het begrip nu definiëren, negeert of bagatelliseert de omvang van haar neveneffecten. Onze typische benadering van technologische innovatie gaat gepaard met schadelijke (neven)effecten op veel zaken die niet alleen mooi en inspirerend zijn, maar ook fundamenteel noodzakelijk voor de gezondheid en het welzijn van al het leven op aarde. Het ontwikkelen van een meer volwassen benadering van ons vooruitgangsconcept vormt de sleutel tot een levensvatbare toekomst voor de mensheid.
De manier waarop we vooruitgang opvatten en hoe we ernaar streven, heeft diepgaande implicaties voor onze toekomst. Uiteindelijk bepaalt dit streven onze belangrijkste handelingen in de wereld – het beïnvloedt hoe we veranderingen doorvoeren en problemen oplossen, hoe we over economie denken en hoe we technologieën ontwerpen. Die zaken die niet worden meegewogen in onze opvatting van vooruitgang en in de manieren waarop we die meten, worden in het vooruitgangsstreven vaak geslachtofferd. De neveneffecten (of externaliteiten) doen zich doorgaans voor in een complexe cascade, waarbij de schade meestal in tijd en ruimte wordt doorgeschoven. Vaak is het lastig om de tweede- en derde-orde-effecten van onze handelingen in de wereld aan hun oorspronkelijke oorzaak toe te schrijven en toch zijn die meestal belangrijker en verstrekkender dan we beseffen.
Naarmate technologieën in kracht toenemen, worden de effecten ervan op de realiteit steeds ingrijpender. Zetten we onze huidige koers voort, dan zullen deze effecten – lang voordat we met machines samensmelten of elders in het zonnestelsel zelfvoorzienende kolonies hebben gebouwd – een einde maken aan het verhaal van de beschaving. We bevinden ons aanmerkelijk dichter bij een dusdanige schade aan de biosfeer dat de beschaving erdoor vernietigd of ontwricht wordt, dan bij een kolonisering van het universum. Gaan we door met het afmeten van het succes van de vooruitgang aan de hand van een beperkt aantal maatstaven en meetgegevens – meetgegevens die voornamelijk gericht zijn op economische en militaire groei, en die geen rekening houden met alles waarvan ons bestaan afhankelijk is –, dan zal ons concept van vooruitgang onvolwassen blijven en zal de mensheid blindelings op een beschavingsklif afstevenen.
In dit artikel gebruiken we de term ‘vooruitgangsnarratief’ om te verwijzen naar de manier waarop we in onze samenleving over vooruitgang praten en denken. Het vooruitgangsnarratief is het alomtegenwoordige idee in onze cultuur dat technologische innovatie, markten en onze instellingen voor wetenschappelijk onderzoek en onderwijs algemeen gesproken bevorderlijk zijn voor de verbetering van onze levenskwaliteit. Dit artikel plaatst niet alleen vraagtekens bij de nauwkeurigheid van dit narratief, maar ook bij de prikkels en risico’s die door erdoor teweeg worden gebracht en onderzoekt tevens waarom dit idee zo’n centrale rol is gaan spelen bij de ontwikkeling van onze wereldwijde beschaving.
Daarbij proberen we het vooruitgangsnarratief zo eerlijk en helder mogelijk weer te geven, in het volle beseft dat het doorgaans wordt voortgestuwd door een oprecht verlangen om de wereld in positieve zin te veranderen. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling om schuldigen aan te wijzen of allerlei hypothetische situaties te deconstrueren, maar wel om een pad uit te stippelen dat ons naar mogelijke oplossingen voert.

Dit artikel baseert zich op een verscheidenheid aan bronnen en hanteert een interdisciplinaire aanpak om de realiteit van het huidige traject van de mensheid te onderzoeken. Verschillende veel gehoorde ‘vooruitgangsmythen’ worden tegen het licht gehouden, waaronder die over schijnbare verbeteringen op het vlak van de levensverwachting, het onderwijs, de armoede en geweld. De wortels van deze ‘mythen’ worden blootgelegd door onze blik en de grenzen die we hanteren te verruimen. Ook al leven we bijvoorbeeld langer, toch vertonen veel maatstaven voor de kwaliteit van leven een neerwaartse trend. In veel opzichten geldt dit ook voor de onderwijsresultaten, zelfs al is de toegang tot (basis)onderwijs verbeterd. In tegenstelling tot het gangbare narratief is het op mondiaal niveau maar zeer de vraag of de armoede daadwerkelijk afneemt. En sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog is de impact van ons geweldsinstrumentarium enorm toegenomen; inmiddels produceren we stelselmatig het type wapens dat voorheen aan dystopische sciencefiction was voorbehouden.
Om een idee te geven van de omvang van de onbedoelde neveneffecten die uit één enkele innovatie kunnen voortvloeien, onderzoeken we in de casestudy de uitvinding van kunstmest. Deze innovatie leidde tot een aanzienlijke toename van de hoeveelheid voedsel (en dus mensen) die kon worden geproduceerd. Maar de negatieve externaliteiten waarmee deze innovatie gepaard is gegaan, hebben verstrekkende gevolgen gehad voor de gezondheid van mensen, dieren, planten, bodems en de biosfeer in brede zin. Een overzicht van deze neveneffecten kan eraan bijdragen dat we onze blik (iets) verruimen, zodat we een fractie meer kunnen opvangen van de complexe werkelijkheid die doorgaans uit het versimpelde vooruitgangsnarratief wordt weggelaten.
Ons vooruitgangsconcept moet volwassen worden. Wil de mensheid overleven en in de verre toekomst gedijen, dan moeten we het idee van vooruitgang transformeren en verheffen tot iets wat waarlijk goed en ons gezamenlijke streven waard is. Naarmate we meer van het universum begrijpen en nieuwe manieren vinden om er met onze technologieën in in te grijpen, moeten we ook meer rekening houden met de eindeloze rimpelingen van oorzaak en gevolg die buiten onze onmiddellijke doelen liggen. En moeten we meer bedacht zijn op de positieve en negatieve aspecten die de realiteit, lang nadat de technologen van vandaag er niet meer zijn, zullen blijven beïnvloeden.
Wil ons concept van vooruitgang daadwerkelijk volwassen zijn, dan moeten we zijn schadelijke neveneffecten op voorhand incalculeren en er oplossingen voor bedenken – dan moeten we zijn externaliteiten internaliseren. In het tweede deel van dit artikel zetten we vier specifieke methoden uiteen voor het internaliseren van externaliteiten, tezamen met enkele voorbeelden van wat hoe zo’n proces er precies uit kan zien.
Het vooruitzicht van een volwassen idee van vooruitgang is zowel realistisch als optimistisch. Dat vooruitzicht is gebaseerd op de propositie dat het menselijk vermogen tot wijsheid en vindingrijkheid veel groter is dan we ons nu voorstellen. En dat we in staat zijn om de onkenbare complexiteit van de werkelijkheid bij onze handelingen in de wereld centraal te stellen en de gevolgen van de hiaten in onze kennis van tevoren te beperken.
Dit maakt een vorm van echte vooruitgang mogelijk die het lijden vermindert en die bouwt aan een beter begrip van het universum en onze plaats daarin – en die onze kansen vergroot om niet alleen tot in de verre toekomst voort te blijven bestaan, maar er ook in te gedijen.

In 1921 werd het probleem van de klopvastheid van motoren opgelost door Thomas Midgley Jr., een chemicus die bij General Motors werkte. Het kloppen of pingelen van een motor is een welbekend (en lawaaiig) probleem dat de prestaties van de motor vermindert en de motoronderdelen beschadigt. Midgleys oplossing luidde om een ‘anti-klopmiddel’ in de vorm van tetra-ethyllood aan benzine toe te voegen. Tetra-ethyllood (TEL) zou het probleem inderdaad oplossen en de prestaties en brandstofefficiëntie van motoren ook nog eens aanzienlijk verhogen. Het neveneffect van het gebruik van TEL was echter dat het vrijkomen ervan in de atmosfeer een onmetelijke schade heeft aangericht.[1] Lood is een krachtig zenuwgif (neurotoxine) dat voor alle levensvormen schadelijk is, maar in het bijzonder voor kinderen aangezien het cognitieve problemen en ontwikkelingsstoornissen veroorzaakt.[2] Alleen al in 1979 stootten Amerikaanse auto’s ruim 90 miljoen kilo lood in de atmosfeer uit.[3]
In 2015 werd vastgesteld dat deze ene innovatie de mensheid, als gevolg van de langdurige blootstelling aan lood in het milieu, én een kleine 1 miljard IQ-punten heeft gekost én het basisniveau van gewelddadig gedrag aanzienlijk verhoogd heeft.[4] Recentere studies wijzen uit dat de omvang van de loodvergiftiging nog veel groter groter is dan deze eerdere schattingen vermoedden; alleen al in 2019 zijn grofweg 5,5 miljoen mensen aan hartaandoeningen gestorven die veroorzaakt zijn door loodvergiftiging. Daarmee is loodvergiftiging wereldwijd de belangrijkste oorzaak is van cardiovasculaire sterfte, nog vóór roken en slechte voeding.[5] Ook is de impact van lood op het wereldwijde IQ eerst fors onderschat; de jongste cijfers geven alleen al bij kinderen onder de vijf jaar een jaarlijks verlies van 785 miljoen IQ-punten aan.[6]
Ondanks de gigantische omvang van de gevolgen heeft het tot 2021 geduurd – precies een eeuw na het eerste gebruik ervan – voordat ook het laatste land gelode benzine in de ban deed.[7] Hoewel gelode benzine voor de meeste voertuigen officieel verboden is, wordt deze brandstof in de VS momenteel nog steeds gebruikt in lichte vliegtuigen, landbouwmachines, raceauto’s en boten, en wordt ze in veel arme landen nog altijd illegaal in benzineauto’s verbrandt.[8] Over lange geologische tijdschalen bekeken, kan het zomaar het geval zijn dat een planeet als de aarde alleen een biosfeer kon ontwikkelen die in staat was om ons type van intelligent leven voort te brengen, omdat giftige elementen zoals lood diep in de aardkorst opgesloten zaten.[9] Toch hebben we ongelooflijke hoeveelheden energie en vindingrijkheid geïnvesteerd in systemen van loodwinning en -raffinage, en complete industrieën opgetuigd die afhankelijk zijn van de voortdurende winning ervan. In de moderne tijd is het een gangbare praktijk geworden om gifstoffen zoals lood diep uit de aarde te delven en deze via consumptiegoederen in onze bloedsomloop te brengen.[10]
Hoe zou de wereld er uitzien zonder lood? Wat betekenen die honderden miljoenen sterfgevallen, de vele miljarden verloren IQ-punten en een minder vreedzaam temperament voor ons collectieve handelingsvermogen en de betekenisverlening?[11] En hoe zit het met de talloze andere, minder bekende verontreinigende stoffen waaraan we worden blootgesteld? De Lancet-studie ‘Global Burden of Disease’ schat dat aan vervuiling gerelateerde ziekten jaarlijks verantwoordelijk zijn voor zo’n 9 miljoen voortijdige sterfgevallen.[12] Deze conservatieve schatting komt overeen met 16 procent van de totale wereldwijde sterfte. En dan laat de studie nog alle andere vormen van schade buiten beschouwing die niet direct fataal zijn, maar de gezondheid wel ernstig ondermijnen.
We zijn bekend met zo’n 279 miljoen chemische stoffen.[13] Tot dit onvoorstelbaar grote aantal behoren talloze andere chemische stoffen die met vergelijkbare of nog ernstigere gezondheidseffecten gepaard gaan, zowel alleen als in complexe wisselwerking met andere stoffen.[14]
Het stemt nederig om te beseffen dat we wellicht nooit volledig zicht zullen krijgen op de omvang van de effecten die door ons overmatige vertrouwen in onze technologieën veroorzaakt wordt.
1. Derek Muller, Petr Lebedev en Emily Zhang, “The Man Who Accidentally Killed The Most People In History,” video, (Veritasium, 22 sptil, 2022), https://www.youtube.com/watch?v=IV3dnLzthDA.
2. Michael J. McFarland, Matt E. Hauer en Aaron Reuben, “Half of US Population Exposed to Adverse Lead Levels in Early Childhood” (PNAS, 119, no. 11, 2022), https://www.pnas.org/doi/10.1073/pnas.2118631119.
3. United States. Agency for Toxic Substances and Disease Registry. “Toxicological Profile for Lead” (Department of Health and Human Services (2020). doi:10.15620/cdc:95222.
4. Bjorn Larsen en Ernesto Sánchez-Triana, “Global Health Burden and Cost of Lead Exposure in Children and Adults: A Health Impact and Economic Modelling Analysis” (The Lancet Planetary Health 7, no. 10), https://doi.org/10.1016/S2542-5196(23)00166-3. Voor een overzicht van onderzoek naar de impact of lood(vergiftiging) op gedrag zie ook: Sectie 2 van Anthony Higney, Nick Hanley en Mirko Moro, “The Lead-Crime Hypothesis: A Meta-Analysis,” (Regional Science and Urban Economics 97, november 2022), https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0166046222000667#sec2.
5. Daniel Lawler, “Lead Poisoning Causes Far More Death, IQ Loss Than Thought: Study” (Barron’s, 11 september 2023). https://www.barrons.com/news/lead-poisoning-causes-far-more-death-iq-loss-than-thought-study-78d8ccb6.
6. Bjorn Larsen en Ernesto Sánchez-Triana, “ Global Health Burden and Cost of Lead Exposure in Children and Adults”. Zie noot 4.
7. Elizabeth Gamillo, “Leaded Gasoline Use in Vehicles Has Now Officially Ended Worldwide,” (Smithsonian Magazine, 31 augustus 2021). https://www.smithsonianmag.com/smart-news/worldwide-use-leaded-gasoline-vehicles-now-completely-phased-out-180978549/.
8. Kyle Smith, “Leaded Gas Lowered America’s IQ, and We’re Still Using It” (Hagerty, 5 juli 2022). https://www.hagerty.com/media/maintenance-and-tech/leaded-gas-lowered-americas-iq-and-were-still-using-it/; “Gasoline Explained: Gasoline and the Environment” (U.S. Energy Information Administration, 29 december 2022). https://www.eia.gov/energyexplained/gasoline/gasoline-and-the-environment-leaded-gasoline.php.
9. Zowel het ontginnen van elementen uit de aardkorst als de industriële verwerking en chemische scheiding die nodig zijn voor extractie en zuivering, ondermijnen rechtstreeks het delicate evenwicht van natuurlijke elementen in de biosfeer dat de evolutie van intelligent leven mogelijk heeft gemaakt. Dit evenwicht kan worden gezien als een “Goudlokje-zone”: door het te vervuilen met giftige elementen die anders van nature in rotsen opgesloten zitten, tasten we het substraat aan waarvan al het leven afhankelijk is.
10. Kathryn B. Egan et al., “Blood Lead Levels in U.S. Children Ages 1-11 Years, 1976-2016” (Environmental Health Perspectives 129, no. 3, 2021). https://doi.org/10.1289/EHP7932.
11. Zie Inger Andersen, “Lessons Learnt from the Global Phase-Out of Leaded Fuel” (UNEP, 30 augustus 2021). https://www.unep.org/news-and-stories/speech/lessons-learnt-global-phase-out-leaded-fuel. Zie met name: “Het werd in verband gebracht met gezondheidsproblemen, waaronder hartaandoeningen, beroertes en kanker; het belemmerde de ontwikkeling van de hersenen, vooral bij kinderen. […] Stoppen met het gebruik van gelode benzine zou, volgens UNEP, naar schatting 58 miljoen misdrijven per jaar kunnen voorkomen en elk jaar 2,45 biljoen dollar voor de wereldeconomie uitsparen – geld dat anders op was gegaan aan ziekenhuisrekeningen, misgelopen loon en gevangenissen […] In een notendop vormt het probleem van gelode benzine een illustratie van het type fouten dat mensen op alle niveaus van onze samenlevingen gemaakt hebben: het type fouten dat de drievoudige planetaire crisis van klimaatverandering, verlies van natuur en biodiversiteit, en vervuiling en afval over ons heeft afgeroepen.”
12. “Global Burden of Disease” (The Lancet, april 5, 2024). https://www.thelancet.com/gbd.
13. “CAS Data” (American Chemical Society, mei 2024). https://www.cas.org/cas-data.
14. Ravi Naidu et al., “Chemical Pollution: A Growing Peril and Potential Catastrophic Risk to Humanity” (Environment International, 26 november 2021). https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0160412021002415; “Fossil Fuel Air Pollution Responsible for 1 in 5 Deaths Worldwide” (Harvard School of Public Health, 9 februari 2021). https://www.hsph.harvard.edu/c-change/news/fossil-fuel-air-pollution-responsible-for-1-in-5-deaths-worldwide/.

Naast gelode benzine bestaat er nog een lange lijst van uitvindingen die onnoemelijk veel leed hebben veroorzaakt en vele miljoenen mensen het leven hebben gekost.[15] Vioxx was een veelgebruikte en effectieve pijnstiller die echter als bijwerking had dat ze het risico op hartaandoeningen verhoogde, wat naar schatting in tienduizenden onnodige sterfgevallen geresulteerd heeft.[16] Asbest is een nuttig brandvertragend bouwmateriaal dat tot op de dag van vandaag vele soorten kanker veroorzaakt en wereldwijd jaarlijks zo’n 250 duizend sterfgevallen tot gevolg heeft.[17] DDT is een bestrijdingsmiddel dat werd aangeprezen als een wondermiddel en dat rechtstreeks op mensen en voedsel werd gesproeid; ondanks de restricties op het gebruik ervan brengt DDT nog steeds schade aan het milieu en aan de menselijke gezondheid toe, onder meer in de vorm van kanker, vruchtbaarheidsproblemen en de vertraging van de ontwikkeling van baby’s en jonge kinderen.[18] Het beruchtste geval is wellicht thalidomide (in Nederland en België beter bekend onder de merknaam Softenon), dat in de jaren zestig tijdens de zwangerschap werd voorgeschreven om ochtendmisselijkheid te verlichten; het veroorzaakte de dood van duizenden baby’s, ofwel in de baarmoeder of tijdens de vroege kindertijd, en leidde in andere gevallen tot ernstige misvorming van de ledematen, de oren, het hart en andere interne organen.[19]
Er zijn nog veel meer voorbeelden van farmaceutische producten, landbouwchemicaliën, bouwmaterialen en consumptiegoederen die ooit op grote schaal gebruikt zijn, totdat ze vanwege de schade die ze berokkenden vervolgd en verboden werden.[20] Toch is de overgrote meerderheid van schadelijke chemicaliën en technologieën van allerlei aard nog altijd niet illegaal verklaard, ondanks de vaak overweldigende hoeveelheid wetenschappelijke gegevens over hun schadelijkheid. Luchtvervuiling is bijvoorbeeld één van de belangrijkste doodsoorzaken ter wereld en toch zijn maar weinig van de chemicaliën die eraan bijdragen verboden.[21] De overige voorbeelden die in deel I worden gegeven, zijn niet beperkt tot een enkele industrietak, maar afkomstig uit alle sectoren van industriële activiteit.
In alle hierboven genoemde gevallen dachten we, in elk geval voor een tijdje, dat het om positieve en wenselijke innovaties ging.[22] Zowel experts als het brede publiek zagen elk van deze producten als een nuttig hulpmiddel voor de oplossing van een specifiek probleem – als een vorm van vooruitgang. In deze gevallen gaf onze opvatting van vooruitgang echter blijk van een forse mate van naïviteit. Formeler gesteld ontbrak het de mensheid aan een breder bewustzijn van en inzicht in andere verstrekkende gevolgen van hun gebruik. Dit artikel stelt dat ditzelfde fenomeen – naïviteit aangaande de totaliteit van de effecten van een technologie – vaker wel dan niet opgaat voor de technologieën die we creëren.
Juist nu de technologische ontwikkeling aan een versnelling onderhevig is, moeten we beter bedacht zijn op de gekoppelde problemen van de toegenomen schaal van hun impact en de snelheid van hun implementatie. De gevolgen van de neveneffecten of externaliteiten van nieuwe technologieën nemen ernstigere vormen aan naarmate hun kracht, snelheid van implementatie en bereik toenemen.
15. Een simpele doorberekening van de voorbeelden in deze paragraaf wijst uit dat alleen al de combinatie van lood en asbest jaarlijks 755 duizend sterfgevallen veroorzaakt. Vioxx zou voor in totaal 55 duizend sterfgevallen verantwoordelijk zijn geweest (totale marktlevensduur 1999-2005). Er zijn weinig betrouwbare schattingen van door DDT veroorzaakte sterfte en ziekte. Het is niet bekend hoeveel baby’s in de baarmoeder of tijdens de vroege kindertijd stierven als gevolg van softenon, maar tussen 1957 en 1961 werden tussen de 10 duizend en 20 duizend gevallen van geboorteafwijkingen geregistreerd.
16. Harlan M. Krumholz, Joseph S. Ross en David S. Egilman, “What Have We Learnt from Vioxx?” (BMJ 334, 18 januari 2007). doi: https://doi.org/10.1136/bmj.39024.487720.68; Zie ook: “Vioxx Killed Half a Million? The Facts are Grim” (The Legal Examiner Affiliate Network, 1 mei 2012). https://affiliates.legalexaminer.com/health/vioxx-killed-half-a-million-the-facts-are-grim/.
17. Suzanne Dixon, “Asbestos Cancer Facts and Statistics” (Asbestos.com, The Mesothelioma Center, 2024). https://www.asbestos.com/cancer/facts/; Zie tevens: Sugio Furuya, et al., “Global Asbestos Disaster” (International Journal of Environmental Research and Public Health 15, no. 5, 2018). doi: 10.3390/ijerph15051000. Asbest is alleen al in de VS verantwoordelijk voor 4 procent van alle gevallen van longkanker en meer dan drieduizend gevallen van mesothelioom per jaar, plus een reeks andere ziekten en psychiatrische aandoeningen; de VS is het enige ontwikkelde land ter wereld dat de import en het gebruik ervan nog toestaat.
18. Zie ook: Tasselli, et al., “Legacy Dichlorodiphenyltrichloroethane (DDT) Pollution in a River Ecosystem: Sediment Contamination and Bioaccumulation in Benthic Invertebrates” (Sustainability 15, no. 8, 2023). https://doi.org/10.3390/su15086493; Zie tevens: Verona Borges Ferreira, et al., “Residues of Legacy Organochlorine Pesticides and DDT Metabolites in Highly Consumed Fish from the Polluted Guanabara Bay, Brazil: Distribution and Assessment of Human Health Risk” (Journal of Environmental Science and Health 55, no. 1, 2020). doi.org/10.1080/03601234.2019.1654808.
19. Michael E. Franks, Gordon R. Macpherson en William D. Figg, “Thalidomide” (The Lancet 3623, no. 9423, 2004). https://doi.org/10.1016/s0140-6736(04)16308-3; zie ook: “About Thalidomide” (The Thalidomide Trust, 2024). https://www.thalidomidetrust.org/about-us/about-thalidomide/.
20. Andere bekende voorbeelden zijn organofosfaten zoals malathion en parathion, maar ook loodhoudende verf, premarine en een steeds langer wordende lijst van chemische stoffen die in cosmetische producten worden gebruikt.
21. Hannah Ritchie en Max Roser, “Air Pollution” (Our World in Data, 2024). https://ourworldindata.org/air-pollution.
22. Gilbert W. Mellin en Michael Katzenstein, “The Saga of Thalidomide — Neuropathy to Embryopathy, with Case Reports of Congenital Anomalies” (The New England Journal of Medicine 267, no. 23, 1962). DOI:10.1056/NEJM196212062672305.

Softenon, Vioxx en asbest zijn algemeen bekend omdat ze over zulke duidelijke negatieve externaliteiten (prijzige of onaangename neveneffecten) beschikten, die niet alleen ernstig waren, maar zich ook snel manifesteerden. Vele andere externaliteiten bevinden zich echter op de grens van deze categorie, met effecten die weliswaar ernstig zijn, maar net iets langzamer tot het menselijke bewustzijn doordringen. Het is bijvoorbeeld bepaald niet onaannemelijk dat we in de nabije toekomst net zo op vluchtige organische stoffen (onder meer gebruikt in vloerbedekking en bouwmaterialen) terugkijken als nu op DDT.[23] Nieuwere klassen van pesticiden vallen ongetwijfeld in een vergelijkbare categorie, alleen openbaren hun effecten op de menselijke gezondheid en het milieu zich niet met eenzelfde snelheid. Maar op een wat langere termijn blikken we wellicht op een vergelijkbare manier terug op neonicotinoïden, pyrethroïden, sulfoximines en fenylpyrazolen.[24] Ook beginnen we meer oog te krijgen voor de effecten van polyfluoralkylverbindingen (PFAS) op de menselijke gezondheid en het milieu. PFAS worden gebruikt in waterafstotende stoffen, anti-aanbakpannen en sommige blusschuimen. Ze worden ook wel forever chemicals genoemd omdat ze niet in het milieu afbreken en zich in de loop der tijd gewoon maar ophopen. PFAS worden in verband gebracht met vele vormen van biologische schade, waaronder de verstoring van het cardiovasculaire, endocriene en reproductieve systeem, een verminderde leverfunctie en een verhoogd risico op kanker.[25] Volgens een studie kost het grofweg zevenduizend keer het jaarlijkse mondiale bbp om slechts één kleine subklasse van PFAS-chemicaliën uit het milieu te verwijderen en te vernietigen.[26] PFAS worden inmiddels overal aangetroffen, zelfs in het regenwater in de meest ongerepte delen van de planeet.[27] Hoeveel geld je ook hebt en waar je je ‘doemsdagbunker’ ook bouwt, er valt niet langer te ontkomen aan de ziekten van het antropoceen.
We vertrouwen op maatschappelijke instellingen voor een gedegen risicobeheer van de schade die door DDT, asbest en andere uitvindingen berokkend wordt. Limieten voor de blootstelling aan chemische stoffen worden vastgesteld op basis van het beschikbare bewijs uit specifieke academische studies en de bredere onderzoeksliteratuur en met de betreffende industrieën en het bredere publiek gedeeld. Hoewel de intentie om de aanwezigheid van gifstoffen in het milieu aan limieten te binden uiteraard onze steun verdient, is het ook belangrijk om op te merken dat de hoeveelheid van deze stoffen in onze evolutionaire omgeving nul bedroeg. De biosfeer die intelligent leven voortbracht, bevatte geen synthetische chemicaliën.
De manier waarop we blootstellingslimieten voor chemische stoffen in het milieu vaststellen, levert een vals gevoel van veiligheid op. Een enkele drempelwaarde kan nooit alle nuances van de biologische realiteit omvatten; een bepaalde hoeveelheid van een zekere chemische stof kan bijvoorbeeld een heel ander effect hebben op een kind dan op een volwassene. Blootstellingslimieten worden deels vastgesteld omdat er nu eenmaal een industrie bestaat die dergelijke chemische stoffen produceert. Vanuit de markt is er vraag naar een chemische stof voor een bepaald doel, en dus luidt de uitgangspositie dat elke chemische stof – totdat het tegendeel bewezen is – tot een bepaalde limiet veilig is. En de markt oefent druk uit om die veiligheidslimiet zo hoog mogelijk boven de nul te houden.
Als we worden blootgesteld aan honderden bekende kankerverwekkende stoffen, elk op of onder de wettelijke limiet, wat is dan het cumulatieve kankerverwekkende effect op onze lichamen? Helaas zijn er geen tests die inzicht geven in de cumulatieve effecten van de chemicaliën in de lucht die we inademen, het voedsel dat we eten en het water dat we drinken. Wel zijn er gegronde aanwijzingen dat het vaker voorkomen van kanker, hormoonstoornissen en complexe chronische ziekten verband houdt met de toenemende blootstelling aan deze reeks nieuwe verbindingen.[28] We weten nog heel weinig over alle wisselwerkingen tussen en de gecombineerde effecten van synthetische moleculen binnen de complexiteit van een compleet biologisch organisme. Er is niet één onmiddellijk meetbaar effect dat als richtpunt voor regelgeving kan dienen. In plaats daarvan treden de effecten vertraagd op, zijn ze cumulatief en hebben ze veel weg van andere systemische aandoeningen.
In onze geglobaliseerde wereld wordt iedereen aan deze stoffen blootgesteld en door deze effecten getroffen, en dus is het vaak erg lastig om de verschillen te zien tussen bevolkingsgroepen die er meer of minder acuut aan worden blootgesteld. Onder deze omstandigheden is wetgeving een weinig zinvol instrument, al voert de impact van al deze chemicaliën ons naar een ‘dood door duizend speldenprikken’.[29]
23. Xihe Zhou et al., “Environmental and Human Health Impacts of Volatile Organic Compounds: A Perspective Review” (Chemosphere 313, 2023). https://doi.org/10.1016/j.chemosphere.2022.137489.
24. Darrin A.Thompson, et al., “A Critical Review on the Potential Impacts of Neonicotinoid Insecticide Use: Current Knowledge of Environmental Fate, Toxicity, and Implications for Human Health” (Environmental Science: Processes & Impacts 6, 2020). https://doi.org/10.1039/C9EM00586B.
25. Raphael M. Janousek, Stephan Lebertz en Thomas P. Knepper, “Previously Unidentified Sources of Perfluoroalkyl and Polyfluoroalkyl Substances from Building Materials and Industrial Fabrics” (Environmental Science: Processes & Impacts 11 (2019). https://doi.org/10.1039/C9EM00091G.
26. Alison L. Ling, “Estimated Scale of Costs to Remove PFAS from the Environment at Current Emission Rates” (Science of the Total Environment 918, 2024). https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/38325453/.
27. Green Science Policy Institute, “It’s Raining PFAS: Even in Antarctica and on the Tibetan Plateau, Rainwater is Unsafe to Drink” (Phys.org, 2 augustus 2022). https://phys.org/news/2022-08-pfas-antarctica-tibetan-plateau-rainwater.html.
28. Zie bijvoorbeeld: “Latest Science Shows Endocrine Disrupting Chemicals in Plastics, Pesticides, and Other Sources Pose Health Threats Globally” (Endocrine Society, 26 februari 2024). https://www.endocrine.org/news-and-advocacy/news-room/2024/latest-science-shows-endocrine-disrupting-chemicals-in-pose-health-threats-globally.
29. “Dood door duizend speldenprikken” (lingchi) is een vorm van marteling die in China duizenden jaren lang werd toegepast en waarbij herhaaldelijk kleine sneetjes over het hele lichaam van het slachtoffer werden toegebracht, wat uiteindelijk tot de dood leidde. https://en.wikipedia.org/wiki/Lingchi.

Sommige schadelijke effecten van nieuwe technologieën zien we aankomen. Die begrijpen we en daarvoor kunnen we plannen. Maar op andere lukt het niet om van tevoren te anticiperen. Menigeen hoopte bijvoorbeeld dat sociale media mensen met elkaar zouden verbinden en dat ze digitale gemeenschappen zouden creëren; in het Westen is in elk geval geen enkele poging ondernomen om te voorzien dat sociale media weleens de politieke polarisatie zouden kunnen aanwakkeren, de geestelijke gezondheid zouden kunnen schaden en een handig doorgeefluik zouden kunnen vormen voor allerhande desinformatie en psychologische oorlogsvoering.[30]
Soms worden tests en risicobeoordelingen bij de introductie van een nieuwe technologie simpelweg overgeslagen en soms is het ook gewoon heel lastig om de uitkomsten van het ingrijpen in complexe systemen te voorspellen.[31] Maar in andere gevallen weten we van tevoren dat er schadelijke effecten kunnen optreden. Komen die in een later stadium daadwerkelijk aan het licht, dan kunnen de verantwoordelijken zich (als een vorm van plausibele ontkenning) verschuilen achter het feit dat het soms inderdaad verdraaid lastig is om externaliteiten te voorspellen.
In tal van gevallen is bewezen dat fabrikanten, lang voordat de schadelijke effecten aan het licht kwamen, op de hoogte waren van de negatieve bijwerkingen van hun technologieën.[32] Ondanks deze voorkennis deden ze niets om de risico’s in te perken en verborgen of vernietigden ze in sommige gevallen zelfs actief alle bewijs van hun voorkennis om zo boetes en rechtszaken te voorkomen.[33] Wanneer deze schadelijke effecten op redelijk korte termijn evident zijn, is het relatief eenvoudig om gaten in onze pogingen tot ‘vooruitgang’ te schieten, zoals in het geval van Softenon of asbest. Maar in de meeste gevallen blijft de schade verborgen. Dan is die van zijn oorsprong weg geabstraheerd of verloren gegaan in de onuitputtelijke complexiteit van de biosfeer. Deze eigenschappen van het ontwikkelingsproces van nieuwe technologie nodigen uit om de voorbeelden in deze afleveringen als uitzonderingen af te doen. Alleen zijn het geen uitzonderingen – hun schadelijke effecten traden gewoon sneller op en waren eerder zichtbaar dan gemiddeld.
In het verleden hadden de gereedschappen die we maakten effecten die begrensd werden door de beperktere schaal van hun impact en verspreiding, en dus werkten de gevolgen van gebrekkig design en ontoereikende planning trager en minder ingrijpend door. Nu leven we in een nauw verbonden, mondiale beschaving waarin gebeurtenissen op de ene plek het leven elders snel en drastisch kunnen beïnvloeden. Duikt er een nieuw virus op in Wuhan, dan kan dat de wereld platleggen. Brengen we nieuwe software uit, dan is die voor eenieder met een internetverbinding beschikbaar. Al lang voordat we ze volledig begrijpen, kunnen onvoorziene gevolgen van nieuwe technologieën wereldwijd om zich heen grijpen.
De overgrote meerderheid van de ingrijpendste en lastigste problemen waarmee we te kampen hebben – klimaatverandering, kernoorlog, het uitsterven van soorten – is het onbedoelde gevolg van pogingen van mensen om andere problemen op te lossen. In ons streven om het probleem van de Tweede Wereldoorlog op te lossen, vonden we bijvoorbeeld kernwapens uit. Die hebben inderdaad een rol gespeeld bij het beëindigen van de oorlog, maar tegelijkertijd hebben ze de mensheid opgezadeld met een veel onzekerdere en onveiligere wereld. Voor veel van onze grootste problemen hebben we op enig moment in het verleden technische oplossingen bedacht – oplossingen die sindsdien allerlei neveneffecten hebben gehad die we ofwel niet voorzien, dan wel in onvoldoende mate op voorhand gereguleerd hebben.
De problemen waarmee de wereld momenteel te kampen heeft, zijn dus niet het gevolg van een onvermogen om onze doelen te bereiken, maar juist een rechtstreekse consequentie van ons succes – ze zijn het gevolg van hoe destructief we zijn in het nastreven van onze doelen.
30. “It’s a MAD Information War” (The Consilience Project, 25 juli 2021). https://consilienceproject.org/its-a-mad-information-war/.
31. Een variant op dit probleem werd oorspronkelijk gepostuleerd als het “Collingridge Dilemma” in The Social Control of Technology van David Collingridge (New York: St. Martins Press, 1980). Dit dilemma behelst dat de ontwikkeling van technologie gepaard gaat met het tweeledige probleem van informatie en macht: het is moeilijk om de effecten van een technologie te voorspellen totdat het gebruik ervan wijd verspreid is geraakt, maar is het eenmaal wijd verspreid, dan wordt controle of verandering extreem moeilijk.
32. “Merck Manipulated the Science about the Drug Vioxx” (Union of Concerned Scientists, 12 oktober 2017). https://www.ucsusa.org/resources/merck-manipulated-science-about-drug-vioxx.
33. “They Knew: How Industry Giants Covered up PFAS Dangers” (Innovation Origins, 4 juni 2023). https://innovationorigins.com/en/they-knew-how-industry-giants-covered-up-pfas-dangers/.

Technologieën veranderen niet alleen de wereld, maar ook onze ervaring van hoe het is om in die wereld te leven. Daarbij is niet alle verandering noodzakelijkerwijs ook vooruitgang. Sommige veranderingen kunnen voor de ene groep voordelig uitpakken en nadelig voor een andere, of voordelig zijn voor het nastreven van één doel ten koste van andere doelen. Dergelijke veranderingen kunnen alleen als daadwerkelijke vooruitgang beschouwd worden als we onze ogen sluiten voor hun schadelijke neveneffecten. Door vooruitgang te eng te definiëren, kunnen we de positieve resultaten in het hier en nu als ‘vooruitgang’ betitelen, terwijl we de schade die elders optreedt gemakshalve negeren. Wat we vooruitgang noemen, komt in veel gevallen dus simpelweg neer op het naar elders (in tijd of ruimte) verplaatsen van schadelijke effecten.
In de ontwikkelingspsychologie geldt het onvermogen om de wereld door een andere lens te zien dan die van onze eigen beperkte doelen of belangen als een eigenschap die met onvolwassenheid geassocieerd wordt.[34] Zijn we jong, dan zijn we onvolwassen: dan zullen we soms naar onze ouders uitvallen en naar onze onmiddellijke emoties en verlangens handelen. Daarbij zijn we veelal niet in staat om ons in te leven in degenen die we kwetsen of te begrijpen dat we schade toebrengen aan zaken waaraan we waarde hechten en die we nodig hebben om te overleven. Zonder ons dat volledig te realiseren, vertrouwen we op de liefde en vrijgevigheid van degenen die voor ons zorgen. Naarmate we opgroeien, doorlopen we verschillende ontwikkelingsfasen en bouwen we (onder andere) het vermogen op om abstracte ideeën te ontwikkelen, concepten van een grotere complexiteit te begrijpen en vanuit een steeds breder perspectief naar de mensen om ons heen en onze eigen handelingen en overwegingen te kijken. We ontwikkelen de bekwaamheid om de wereld door de ogen van anderen te zien, onze handelingen over een langere tijdshorizon te overzien en rekening te houden met een groter aantal onbedoelde of toevallige gevolgen van onze keuzes.
Passen we dit kader van volwassenheid op het concept van vooruitgang toe, dan kunnen we daaruit afleiden dat onze huidige definitie van vooruitgang onvolwassen is. Ons concept van vooruitgang is niet bij machte om de wereld vanuit een breder perspectief te bezien en het brengt schade toe aan zaken waaraan we waarde hechten en die we nodig hebben om te overleven. Een volwassen perspectief op vooruitgang moet rekening houden met hoe de veranderingen die we aanbrengen, los van onze onmiddellijke bedoelingen, de wereld op de lange duur zullen beïnvloeden. Het moet er oprecht naar streven om alle oorzaken en gevolgen in overging te nemen die uit onze innovaties zullen voortvloeien. Vooruitgang die het waard is om in te geloven – vooruitgang die daadwerkelijk over het verbeteren van de wereld gaat, over het vermeerderen van wat goed is in de wereld – moet nog steeds als ‘goed’ kunnen worden beschouwd wanneer alle perspectieven en schadelijke factoren volledig verdisconteerd zijn.
Natuurlijk betekent dit niet dat er nooit lastige afwegingen gemaakt zullen moeten worden; het wil alleen maar zeggen we de belangen van alle betrokkenen en alle vormen van waarde serieus tegen elkaar moeten afwegen in onze zoektocht naar de meest holistisch positieve oplossing.
34. Voor een breed overzicht van uiteenlopende modellen in relatie tot ontwikkeling en volwassenheid, zie de eerste hoofdstukken van Ken Wilber, Integral Psychology: Consciousness, Spirit, Psychology, Therapy (Boston: Shambhala Publications, 2000).

Vooruitgang is een uitspraak over de wereld die zich in een andere staat zal bevinden. Wanneer we handelingen verrichten in de wereld – wanneer we veranderingen aanbrengen – vormt die nieuwe staat in een aantal betekenisvolle opzichten dikwijls een verslechtering die wellicht niet met onze oorspronkelijke bedoelingen strookt. Veel van de veranderingen die we op dit moment vooruitgang noemen, zijn in eigenlijke zin geen vooruitgang. Het zijn veranderingen waarvoor de term voortgang wellicht beter geschikt is. Denk aan gereedschappen of machines die efficiënter worden, meer kunnen of hun impact op de wereld vergroten. Het zijn deze ‘eerste orde’-effecten die veel meer en eerder in het oog springen dan hun potentieel schadelijke neveneffecten, die pas (veel) later of ver weg optreden. Geëxternaliseerde schade is vaak veel moeilijker direct waar te nemen, waardoor we dergelijke gevallen van technologische voortgang abusievelijk met daadwerkelijke vooruitgang verwarren.
We kunnen deze vormen van voortgang ook ‘nepvooruitgang’, onvolwassen vooruitgang of naïeve vooruitgang noemen; stuk voor stuk toepasselijke benamingen om hetzelfde idee mee te omschrijven. Waar het om draait is dat hoe we vooruitgang definiëren bepalend is voor hoe de toekomst eruit komt te zien. Blijven we vooruitgang op een manier definiëren die geen rekening houdt met haar volledige impact op de wereld, dan zullen we een toekomst creëren die systematisch schade toe blijft brengen aan het leven in de breedste zin van het woord en die zaken blijft ondermijnen waar we waarde aan hechten en waarvan we afhankelijk zijn. Dat komt doordat in onze huidige benadering van technologische ontwikkeling die schade eerder de norm dan de uitzondering is – en die schade is blijvend, cumulatief en houdt gelijke tred met de economische groei. In zijn huidige vorm is ons wereld-systeem afhankelijk van exponentiële groei. Nu we over almaar krachtigere technologieën beschikken is het des te nijpender dat we onze benadering bijstellen. Doen we dat niet, dan zullen hun externaliteiten eveneens exponentieel toenemen. Het moge duidelijk zijn dat een dergelijk traject op een eindige planeet niet (lang) valt vol te houden.
Een kort overzicht van de echt grensverleggende technologieën van onze tijd kan wat meer inzicht bieden in het type vooruitgang dat we werkelijk nastreven. De ontwikkeling van onze militaire slagkracht is altijd een belangrijke drijvende kracht geweest achter onze technologische voortgang, en er wordt nog altijd een ongelooflijke hoeveelheid geld, tijd en creativiteit gestoken in ons vermogen om op een werkelijk ongekende schaal te vernietigen en te doden. Je kunt bezwaarlijk volhouden dat de nieuwste ontwikkelingen rond geavanceerde wapensystemen ons naar een hoogtepunt van de menselijke bloei voeren. Naties zijn momenteel in een race verwikkeld om als eerste ‘gerichte-energiewapensystemen’ in de ruimte te stationeren, waaronder ultrakorte-pulslasersystemen en krachtige microgolfsystemen, die beide onderdeel moeten uit gaan maken van een rond de aarde cirkelend ‘dodelijk web’ dat in staat zal zijn om overal op aarde doelen onder vuur te nemen.[35] AI-gestuurde autonome drone-zwermen zijn al gevechtsklaar.[36] Hypersonische kernraketten die vijf keer sneller vliegen dan de snelheid van het geluid, zijn al over de hele wereld met succes getest.[37] Dit zijn ongekende technische hoogstandjes, die echter louter bedoeld zijn om op een historisch ongekende schaal te intimideren en dood en verderf te zaaien. Overheden en privébedrijven bedienen zich van enorme hoeveelheden menselijk vernuft, kapitaal en materialen om op planetaire schaal alomtegenwoordige surveillance- en moordmachines te bouwen. Zeker, dit zijn allemaal inspanningen die de stand van de techniek in technologische zin vooruit helpen, maar kunnen we ze ook werkelijk vooruitgang noemen?
Wat is er in vredesnaam beter aan een wereld waarin jij en je gezin het risico lopen om door autonome dodelijke drones aan flarden te worden geschoten? Valt er vanuit het perspectief van wat er in een mensenleven echt toe doet, enige waarde te hechten aan deze op zichzelf indrukwekkende technologische voortgang? Deze technologieën zijn wellicht krachtig, misschien zelfs ontzagwekkend, maar zijn ze ook goed of mooi?[38]
35. Zie bijvoorbeeld: Office of Naval Research, “Directed Energy Weapons: Ultra-Short Pulse Laser and Atmospheric Characterization” (Office of Naval Research, 2024). https://www.nre.navy.mil/organization/departments/code-35/division-353/directed-energy-weapons-uspl-and-atmospheric-characterization.; Rajesh Uppal, “Emerging Ultrashort Pulse Laser (USPL) or Femtosecond Laser Directed Energy Weapons (DEW)” (International Defense, Security & Technology, 7 april 2022). https://idstch.com/technology/photonics/emerging-ultrashort-pulse-laser-uspl-or-femtosecond-laser-directed-energy-weapons-dew/; “Adapting Cross-Domain Kill-Webs” (Defense Adapted Research Projects Agency, 29 juni 2024). https://www.darpa.mil/program/adapting-cross-domain-kill-webs.
36. Rojoef Manuel, “Shield AI, AFWERX Complete AI-Piloted Drone Swarm Demonstration” (The Defense Post, 1 september 2023). https://www.thedefensepost.com/2023/09/01/us-ai-drone-swarm-demonstration/.
37. The Parliamentary Office of Science and Technology, “Hypersonic Missiles” (UK Parliament Post 696 (juni 2023). https://researchbriefings.files.parliament.uk/documents/POST-PN-0696/POST-PN-0696.pdf.
38. Een veelgehoorde reactie is dat zelfs als een militaire wapenwedloop een wereld met steeds destructiever wapentuig oplevert, het voor “ons” (d.w.z. de goeden in ons wereldbeeld) nog steeds beter is om te winnen dan dat “zij” (de slechteriken in ons wereldbeeld) aan het langste eind trekken. Het is belangrijk om te onthouden dat degenen die geen kans maken om een wapenwedloop te winnen, niets te zeggen hebben over het al dan niet plaatsvinden ervan. Alleen degenen die over de potentie beschikken om de wapenwedloop te winnen, hebben de potentie om er grenzen aan te stellen. Degenen met het potentieel om te winnen zullen vaak verklaren dat ermee stoppen simpelweg onmogelijk is. Maar dat is een keuze; in plaats van verdragen voor multilaterale ontwapening na te streven, kiezen we ervoor om de fundamentele dynamiek van de wapenwedloop te versnellen. Deze kritiek poneert niet dat het dus maar beter is om de tegenstander te laten winnen; ze wijst er slechts op dat de potentiële oplossingsruimte ernstig onderbenut is en dat niemand ook maar een klein deel van de militaire uitgaven reserveert voor diplomatie of voor de ontwikkeling van modellen en overeenkomsten om de macht te delen.

Wanneer we met argumenten geconfronteerd worden die vraagtekens plaatsen bij de verworvenheden van de beschaving, dan kan dat gevoelens losmaken die voortkomen uit een vereenzelviging met de resultaten van de vooruitgang die we in de wereld om ons heen waarnemen. Deze reactie kan een uit een onbaatzuchtige emotie voortspruiten, in de zin dat ze een weerspiegeling vormt van een gevoel van dankbaarheid voor de talloze mensen die de beschaving gecreëerd hebben waarvan we nu profiteren. Een veel voorkomende respons op elke vorm van kritiek op de vooruitgang is echter dat elk perspectief dat niet onverdeeld positief is, buitensporig kritisch zou zijn op de keuzes en handelingen van onze voorouders die niet beter konden weten. Niets van wat in dit artikel te berde wordt gebracht, impliceert echter dat de technologie, cultuur of vooruitgang die we van onze voorouders hebben geërfd dus maar overboord gegooid moet worden; we willen op geen enkele manier de indruk wekken dat de beschaving niets goeds heeft voortgebracht of dat we ondankbaar zouden moeten voor de voordelen die ons vandaag de dag omringen. Niettemin is dit een kritiek – een kritiek die poogt om op een eerlijke en evenwichtige manier rekenschap te geven van de schade die veroorzaakt is en wordt door het type vooruitgang dat we hebben nagestreefd. Het is een kritiek die én erkent dat velen hun leven hebben gegeven om de wereld in haar huidige staat te brengen én dat talloze andere wezens schade wordt berokkend om de dingen te houden zoals ze zijn.
Het perspectief dat hier gedeeld wordt, erkent dat een flink deel van deze schade onbewust werd veroorzaakt, maar dat een goed deel ervan ook moedwillig is aangericht. Dit artikel werpt simpelweg de stelling op dat eenieder die acties onderneemt of verandering teweegbrengt in de wereld, zich zowel van de positieve als de negatieve gevolgen van zijn of haar handelingen rekenschap moet geven, en dat de mensheid zich van nu af aan maar beter zo goed mogelijk van deze taak kan kwijten. Alleen door op de negatieve gevolgen te anticiperen en te proberen deze te vermijden, kunnen we daadwerkelijke vooruitgang bewerkstelligen. Door haar handelingen creëert ieder mens tijdens haar leven een enorm web van oorzaak en gevolg. In de geschiedenis zijn er de nodige personen geweest die naast verschrikkelijke gruweldaden ook goede hebben gepleegd of verantwoordelijk zijn geweest voor nieuwe ontwikkelingen die voor de mensen om hen heen positief hebben uitgepakt.[39] Dus moeten we op zijn minst oog hebben voor de complexiteit die inherent is aan een mensenleven – of aan technologische innovatie – in de wetenschap dat verbetering mogelijk is. Zoals we hierboven al opmerkten, is het niet onze bedoeling om het idee van vooruitgang enkel te deconstrueren om ons gelijk te halen; die deconstructie gebruiken we om een weg voorwaarts en een pad naar mogelijke oplossingen uit te stippelen.
Het concept van vooruitgang moet nodig verder ontwikkeld worden. Door ons bewust rekenschap te geven van de schaduwzijden van onze handelingen, kunnen we helpen om tot een volwassen idee van vooruitgang te komen.
39. Hoewel er talloze voorbeelden bestaan van dit soort brede perspectieven op individuele nalatenschappen, zou je we een van de beruchtste figuren uit de geschiedenis als voorbeeld kunnen nemen. Dzjengis Khan wordt vaak herinnerd vanwege zijn brute veroveringen en geweld. Zonder een oordeel te vellen over de waardebalans tussen positieve en negatieve bijdragen, is het mogelijk om een inschatting te maken van zijn nalatenschap aan de hand van een aantal generatieve bijdragen aan de samenleving, waaronder culturele uitwisseling tussen Oost en West, toenemende handel langs de Zijderoute en de introductie van een Mongools schrijfsysteem. Zie: Frank McLynn, Genghis Khan: His Conquests, His Empire, His Legacy (Cambridge, MA: Da Capo Press, 2015).

In al zijn uiteenlopende verschijningsvormen stelt het vooruitgangsnarratief dat technologie onze problemen oplost en ons leven er comfortabeler en beter op maakt, wat uiteindelijk resulteert in een algehele toename van goede dingen en een algehele afname van slechte dingen. Het vooruitgangsnarratief vertelt ons dat technologie ons de middelen verschaft om de hachelijke aspecten van de natuur te beheersen; ze beschermt ons tegen gevaren, houdt ons warm als het koud is en koel als het warm is. Ze verlicht onze pijn, geneest onze ziektes en voorziet in de menselijke behoeftepiramide. Ook subjectief gezien verbetert technologie onze levens. Ze vermaakt ons, onderwijst ons en helpt ons bij onze creatieve inspanningen. De onuitgesproken vooronderstelling achter het vooruitgangsnarratief is dat hoe meer materiële rijkdom we produceren, hoe meer vrijheid we verkrijgen om ons leven in overeenstemming met onze ware verlangens vorm te geven. In dit wereldbeeld vormt technologie het antwoord op de meeste vragen, de oplossing voor onze grootste problemen en de weg naar een wereld van overvloed voor iedereen.[42]
Diegenen die bereid zijn om te erkennen dat technologie ook ongewenste neveneffecten kan hebben, zullen het concept van vooruitgang vaak op een dieper niveau definiëren als de algehele accumulatie van menselijke kennis; zolang we almaar meer kennis over de wereld blijven vergaren, zal de wereld er op termijn gemiddeld genomen beter op worden, ongeacht of er nu en dan iets fout gaat of de kosten te hoog oplopen.[43] Wie vandaag geboren wordt, hoeft niet opnieuw de wiskunde uit te vinden en kan die gewoon van anderen leren. Wie vandaag als filosoof aan het werk is, heeft toegang tot de hele canon van de filosofie en hoeft al die inzichten niet opnieuw zelf te bedenken. Ook worden we geboren in een wereld die door anderen gebouwd is en waarvan we nu profijt trekken. We kunnen ons in straalvliegtuigen naar verre streken verplaatsen, nieuwe bedrijven opzetten in kantoren in steden vol potentiële werknemers, en goederen produceren op industrieterreinen die precies voor dit soort activiteiten ontworpen zijn.
Dit perspectief is gestoeld op het idee dat de kenmerkende eigenschappen van de moderniteit, zoals geletterdheid, democratie, vrije markten en wetenschap, in feite prosociale technologieën zijn die onze collectieve intelligentie verhogen. Dit wereldbeeld suggereert dat deze fundamentele componenten van de vooruitgang tezamen de mensheid uit het verleden verheffen en ons naar een glanzende toekomst leiden.
40. Het citaat uit de titel wordt vaak ten onrechte aan Voltaire toegeschreven. Waarschijnlijker is dat het afkomstig is uit de Bijbel: Spr. 29:18: “Waar geen visie is, vergaat het volk.”
41. Hans Rosling, Ola Rosling en Anna Rosling Rönnlund, Factfulness: Ten Reasons We’re Wrong About the World—and Why Things Are Better Than You Think (New York: Flatiron Books, 2018); Carl Sagan, The Demon-Haunted World: Science as a Candle in the Dark (New York: Ballantine Books, 1996); Steven Pinker, Enlightenment Now: The Case for Reason, Science, Humanism, and Progress (New York: Viking, 2018).
42. De duidelijkste huidige formulering van dit argument is te vinden in Marc Andreesens “Techno-Optimist Manifesto” (Marc Andreesen Substack, 16 oktober 2023). https://pmarca.substack.com/p/the-techno-optimist-manifesto, maar kan ook worden ontleend aan het werk van Pinker en anderen, onder wie bijvoorbeeld Ray Kurzweil. “Exponential Growth of Computing,” 9 april 2010, https://www.kurzweilai.net/exponential-growth-of-computing.
43. Steven Pinker, Enlightenment Now: The Case for Reason, Science, Humanism, and Progress (New York: Viking, 2018).

Deze argumenten bezorgen ons een goed gevoel. Van dit wereldbeeld gaat een natuurlijke troost uit, in de zin dat het makkelijker is om de lasten van het heden te dragen als we erop kunnen vertrouwen dat ze in de toekomst lichter zullen zijn, of dat de offers die we nu brengen mettertijd aan een betere wereld bijdragen. Zoals zo vaak het geval is, onthullen onze motieven voor dergelijke redeneringen meer dan de redeneringen zelf. Inmiddels is er een verbijsterende hoeveelheid informatie beschikbaar over de toestand van de wereld en de trajecten van verschillende aspecten van onze beschaving. Blijft een serieuze poging uit om alle relevante gegevens mee te wegen en de context te verdisconteren waarin ze zijn ingebed, dan zullen onze conclusies misleidend zijn.
Houden we geen rekening met de andere aspecten van de werkelijkheid die door onze technologieën beïnvloed worden die tot de vooruitgang in kwestie hebben geleid, dan zal het ons simpelweg niet lukken om de wereld accuraat te modelleren. We kijken door een nauwe lens naar één beperkt facet, zonder uit te zoomen om de bredere impact te begrijpen. Met deze beperkte kijk op de werkelijkheid zijn we blind voor de cruciale vragen: Vooruitgang voor wie? En tegen welke prijs? De geschiedenis wijst uit dat de voordelen van de vooruitgang zelden gelijk zijn verdeeld.[44] Het duidelijkste voorbeeld van de ongelijkwaardige verdeling van de vooruitgang komt tot uiting bij de scheiding tussen de menselijke en de niet-menselijke wereld. Het vooruitgangsnarratief is van A tot Z antropocentrisch, en het niet-menselijke leven op aarde heeft voor die vooruitgang een zware prijs betaald.[45]
Argumenten ter ondersteuning van het vooruitgangsnarratief stellen vaak dat alle handelingen in de wereld kosten met zich meebrengen en dat deze kosten nu eenmaal gemaakt moeten worden, willen we de belofte van een toekomst van overvloed voor iedereen waar kunnen maken. Daarbij is het duidelijk niet het geval dat elke uitruil, belangenafweging of compromis gelijk(w)aardig is. In sommige gevallen vertegenwoordigen de voordelen of de winst een lagere waarde dan wat verloren is gegaan (dat wil zeggen dat de uitkomst negatief uitvalt), wat een vermindering inhoudt van de totale waarde in het systeem. In andere gevallen is de waarde van de winst gelijk aan de waarde van het verlies (dat wil zeggen dat de uitkomst neutraal is). In een gering aantal gevallen winnen beide partijen ten opzichte van hun uitgangspositie, waardoor de totale waarde in het systeem toeneemt (een positieve uitkomst). Een belangrijk inzicht is dat veel vermeende neutrale vormen van uitruil in feite een negatieve uitkomst hebben, omdat ze de eerste stap vormen in een niet-aflatende wedloop: de initiële winst lokt een reactie van de tegenstrever uit, waardoor beide partijen gedwongen worden om meer middelen in de wedloop te steken, wat uiteindelijk in een algehele vermindering van de waarde binnen het systeem resulteert. Werkelijk positieve vormen van uitruil leiden niet alleen tot een betere uitkomst voor de direct betrokkenen, maar ook voor de aangrenzende systemen en het niet-menselijk leven. Het is dit type uitruil of compromis dat altijd als eerste moet worden nagestreefd.
De uitruil bij het gebruik van heroïne is bijvoorbeeld totaal onvergelijkbaar met die bij regelmatige lichaamsbeweging. Drugsgebruik en lichaamsbeweging gaan beide gepaard met een uitruil van genot en pijn die op verschillende tijdschalen en in verschillende doses tot uiting komen. Het uitgangsniveau van waaruit iemand de highs van heroïne ervaart, zal na verloop van tijd steeds verder dalen naarmate andere delen van het leven de prijs (de pijn) betalen voor de gezondheidsschade en de (sociale) impact van het type gedrag dat met verslaving gepaard gaat. Het uitgangsniveau van waaruit iemand de highs ervaart van regelmatige lichaamsbeweging zal – ondanks de pijn die aanvankelijk ondervonden werd – na verloop van tijd juist stijgen, naarmate de algehele levenskwaliteit verbetert.
Degenen die van onze huidige vorm van vooruitgang profiteren, verdedigen die door te stellen dat er overal vormen van uitruil, afweging en compromis plaatsvinden, en ze gebruiken dit argument als excuus om de externaliteiten niet onder ogen te hoeven zien of ze te internaliseren.
44. Sommige groepen in de samenleving hebben onevenredig geprofiteerd van de vooruitgang, vaak ten koste van anderen. Een vaak toegepast perspectief is dat van de sociaaleconomische klassenanalyse: in het algemeen hebben de hogere klassen in samenlevingen meer geprofiteerd dan de lagere klassen, die het grootste deel van de kosten en externaliteiten moeten dragen. Voor meer informatie over ongelijkheid en vooruitgang zie: Daron Acemoglu en Simon Johnson. Power and Progress: Our Thousand-Year Struggle Over Technology and Prosperity (New York: Hachette Books, 2021).
45. Christopher N. Johnson, “Past and Future Decline and Extinction of Species” (The Royal Society, 5 april 2024). https://royalsociety.org/news-resources/projects/biodiversity/decline-and-extinction/. Zie ook: IUCN Red List: 2017-2020 Report voor een breed overzicht van de impact van menselijke activiteiten op niet-menselijk leven: https://nc.iucnredlist.org/redlist/resources/files/1630480997-IUCN_RED_LIST_QUADRENNIAL_REPORT_2017-2020.pdf.

Het is belangrijk om te onderkennen dat technologie in sommige gevallen iets ronduit positiefs is. Wie wil het in een koude winter tenslotte zonder de geneugten van centrale verwarming stellen? Of afzien van verdoving tijdens een operatie? Niemand wil terug naar een wereld waarin we door pokken geteisterd worden. Elke succesvolle menselijke toekomst zal het dus waarschijnlijk niet zonder geavanceerde technologieën kunnen stellen. Daar komt bij dat het gebruik van technologie macht verschaft die kan worden aangewend om competitieve ‘spelen’ te winnen (zoals op markten of bij oorlogsvoering). Dit houdt in dat groepen die een laagtechnologische toekomst nastreven het altijd zullen afleggen tegen groepen die die technologie wel omarmen en ze om die reden wellicht nooit een meerderheidspositie zullen verwerven. En het houdt ook in dat wie bewust afziet van een leven dat afhankelijk is van industriële technologie, waarschijnlijk weinig of geen invloed zal hebben op de schade die gepaard gaat met – om eens iets te noemen – overbevissing, de ontwikkeling van AI of de wapenproductie.
Tegelijkertijd geldt voor elke levensvatbare toekomst dat ze de risico’s van nieuwe technologieën zal moeten internaliseren door de gevaren ervan op voorhand in te perken, en dat laat zich lastig verwezenlijken zonder de kracht en de inzichten die geavanceerde technologieën bieden.[46] Wat hoop biedt, is dat aangepaste technologieën (appropriate technologies) die met alle benodigde aandacht voor hun mogelijke schadelijke effecten ontworpen zijn, het potentieel hebben om in de breedst mogelijke zin een vrijwel geheel positieve uitkomst te hebben. Een toekomst die gestoeld is op technologieën die terdege rekening houden met hun externaliteiten, is een toekomst die voor velen in potentie een wenkend perspectief is.
Het vooruitgangsnarratief in twijfel trekken, is niet hetzelfde als terugverlangen naar een vervlogen verleden of angst voor het nieuwe en onbekende. Naarmate onze technologieën almaar krachtiger worden, worden ook hun effecten op de realiteit almaar ingrijpender. Onze huidige aanpak houdt in dat we ons op een pad bevinden dat onvermijdelijk leidt tot een herhaling van het type fouten dat gemaakt werd bij de ontwikkeling van DDT en asbest. En het is deze trend die we moeten keren.
46.Dit perspectief wekt de indruk dat het universele gebruik en de gelijktijdige transformerende werking van technologieën de enige mogelijke weg voorwaarts zijn voor de mensheid.

Het idee dat de mensheid vanaf het begin van de beschaving tot het moment van schrijven een gestage vooruitgang heeft doorgemaakt, kan je met een korte blik op de geschiedenis weerleggen. Geen van de grote beschavingen uit het verleden bestaat nog; stuk voor stuk zijn ze bezweken onder de dynamiek van ineenstorting – of die nu van buitenaf door militaire druk in gang werd gezet of van binnenuit door institutioneel verval of de overbelasting van het milieu.[47] Het lijdt weinig twijfel dat veel van deze samenlevingen zeer geavanceerd waren. Ze waren in staat om complexe sociale structuren in stand te houden en nieuwe culturele en intellectuele inzichten voort te brengen, vaak in de vorm van nieuwe technologieën of ideeën. Treurig genoeg is een onbekend aantal van deze inzichten verloren gegaan.
We zijn opvallend terughoudend met het trekken van vergelijkingen tussen ineenstortingen uit het verleden en onze huidige situatie. We verzekeren onszelf dat het deze keer anders is, ook al zullen de burgers van het oude Rome wellicht precies hetzelfde hebben gedacht. De geschiedenis wemelt van de ineengestorte rijken, en vrijwel geen van hen zag die ineenstorting aankomen.[48] Wanneer samenlevingen ineenzijgen, laten ze voor hun opvolgers zelden een complete inventaris achter van de technologieën die ze ontwikkeld hebben.
We zullen nooit weten hoeveel kennis er precies verloren is gegaan, maar we beschikken wel over enkele aanwijzingen. In 1901 werd in een scheepswrak in de Egeïsche Zee een artefact ontdekt dat bekend kwam te staan als het mechanisme van Antikythera.[49] Het mechanisme werd meer dan tweeduizend jaar geleden gemaakt en bestond uit meer dan dertig bronzen radertjes en tandwielen. Het was niet alleen in staat om de zonne- en maancycli (inclusief eclipsen) te voorspellen, maar ook om de onregelmatige beweging van de maan te volgen. Nadat het mechanisme – evenals de cultuur die het had voortgebracht – in het Middellandse Zeegebied verloren was gegaan, duurde het ruim anderhalf millennium voordat een soortgelijke technologie opnieuw werd uitgevonden.
Iets dergelijks geldt ook voor het gebruik van beton door de oude Romeinen, een technologie die pas in de achttiende eeuw een comeback zou maken.[50] Ons vooruitgangsnarratief heeft de neiging om de ogen te sluiten voor dergelijke gevallen van verloren gegane kennis en ineenstorting. Wat is er verder nog verdwenen bij de vernietiging van de bibliotheek van Alexandrië of de tamelijk abrupte ondergang van Rome? Onze ideeën over de diepe geschiedenis ontwikkelen zich voortdurend, en elke nieuwe ontdekking schijnt een minuscuul lichtstraaltje in een afgrond van duisternis, waarover we maar heel weinig weten.
De opvallende snelheid van de huidige technologische ontwikkeling verschilt van alles wat het verleden te zien heeft gegeven. Het opgevoerde innovatietempo van het postindustriële tijdperk wordt aangezwengeld door een snelle toename van de wereldbevolking, van het energie- en materiaalverbruik en dus van de milieuverontreiniging, en deze trends kunnen niet eeuwig voort blijven duren.[51] De vooruitgang waarmee we zo vertrouwd zijn geraakt, is niet slechts het product van technologische innovatie, maar ook van financiële innovatie en globalisering, en wordt aangedreven door goedkope arbeid in zekere regio’s van de wereld (waar zich ook de meeste vervuiling ophoopt). Ook deze trend kan niet eeuwig zo doorgaan. Onze huidige onvolwassen versie van vooruitgang leent van de toekomst door de geldvoorraad – binnen de context van een lineaire grondstoffeneconomie op een eindige planeet – kunstmatig en exponentieel te laten groeien.
Nu we de planetaire grenzen (dat wil zeggen, kantelpunten waarna er geen weg meer terug is) van extractie en vervuiling aan het overschrijden zijn, geeft de biosfeer signaal op signaal af dat de gevolgen complex en onaangenaam zijn als we de natuur zonder de nodige zorgvuldigheid te betrachten in economische groei blijven veranderen.
47. Hoewel sommige beschavingen relatief snel ineenstortten, gingen de meeste eerder ten onder aan grote sociale transformaties dan aan dynamieken van snelle desintegratie. Veel historici sluiten zich aan bij Tainters definitie van ineenstorting als “een snel verlies van het gevestigde niveau van sociale, politieke of economische complexiteit”. Zie bijvoorbeeld: Joseph A. Tainter, The Collapse of Complex Societies (Cambridge, UK: Cambridge University Press, 1990); Norman Yoffee en George L. Cowgill (red.), The Collapse of Ancient States and Civilizations (Tucson: University of Arizona Press, 1988), https://doi.org/10.2307/j.ctv1prsrx5; Jared M. Diamond, Collapse: How Societies Choose to Fail or Survive (New York: Penguin Books, 2005).
48. Voor een breed overzicht van beschavingscycli zie: Peter Turchin, End Times: Elites, Counter-Elites, and the Path of Political Disintegration (New York: Penguin Books, 2023).
49. Encyclopedia Britannica Online, s.v. “Antikythera mechanism”, door Michael Edmunds, 2024. https://www.britannica.com/topic/Antikythera-mechanism.
50. De oude Perzische, Assyrische en Egyptische culturen maakten ook al vroeg gebruik van beton in hun bouwwerken. Zie: Jean-Pierre Adam, Roman Building: Materials and Techniques (New York: Routledge, 2005).
51. Donella H. Meadows et al., The Limits to Growth: A Report for the Club of Rome’s Project on the Predicament of Mankind (New York: Universe Books, 1972).

Aanhangers van het vooruitgangsnarratief stellen dat deze problemen met behulp van nog meer technologische innovatie aangepakt kunnen worden. Hierbij wordt vaak naar een reeks canonieke voorbeelden van vooruitgang verwezen om aan te tonen hoe het menselijk vernuft in staat is gebleken om dergelijke obstakels te overwinnen. Dezelfde reeks voorbeelden wordt ook vaak ter onderbouwing ingezet van het idee dat onze huidige wereld veel betere levensomstandigheden kent dan die van het verleden – te denken valt aan de wereldwijde stijging van de levensverwachting; de afname van extreme armoede; de toename van geletterdheid en een bredere toegang tot elementair onderwijs; en de afname van gewelddadige conflicten. Toch laat een breder perspectief op deze kwesties zien dat de data die deze beweringen ondersteunen, eenzijdig gekozen zijn uit een bij uitstek meerduidige dataset.
Een eenzijdige omgang met en het uit hun context lichten van feiten behoren tot de fundamentele kenmerken van het vooruitgangsnarratief. Zo wordt ons verteld dat verschillende onderzoeken eensluidende uitkomsten uitwijzen, zonder daarbij naar studies te verwijzen die alternatieve interpretaties aandragen. Zonder deze bredere context lijkt er een overweldigende consensus te bestaan, maar weten we eenmaal meer, dan blijkt het beeld dat oprijst veel genuanceerder te zijn. In veel gevallen worden uit een bredere dataset eenzijdig een paar bruikbare en nauw omlijnde maatstaven geplukt, die vervolgens als representatief worden voorgesteld voor de enige vorm van vooruitgang die kennelijk denkbaar en nastrevenswaardig is.[52] Het optimaliseren van deze strak afgebakende maatstaven, die nooit alle zaken kunnen omvatten die er echt toe doen en waarvan de kwaliteit van het menselijk bestaan nu juist afhankelijk is, is de ideale strategie om de statistische oorlog te winnen en ‘onbetwistbare’ vooruitgang aan te tonen. In de volgende afleveringen nemen we elk van deze canonieke claims onder de loep en proberen we door een bredere lens naar zowel de feiten als de gevolgen ervan te kijken.
In elk voorbeeld dat als argument voor of tegen welke vorm van vooruitgang dan ook kan worden gepresenteerd, is het bijna onmogelijk om alle relevante details op te sommen. Met de hier gegeven tegenvoorbeelden is het verhaal niet af; over elk van deze zaken kan nog veel meer gezegd worden.
Onze bedoeling is slechts om op het onderliggende principe te wijzen dat elk willekeurig voorbeeld van vooruitgang aan een hele reeks relevante perspectieven onderhevig is, en dat de nadelen veel minder vaak ter sprake komen dan de onloochenbare, zij het nauw gedefinieerde voordelen.[53]
52. “How to Mislead with Facts” (The Consilience Project, 30 januari 2022). https://consilienceproject.org/how-to-mislead-the-facts/.
53. “Het schrijven van geschiedenis houdt onvermijdelijk in dat je feiten organiseert en rangschikt naar gelang je subjectieve voorkeur, dat wil zeggen dat wat wel of niet relevant is met elke perspectiefwisseling zal veranderen. Toch is dit geen argument tegen het bestaan van feitelijke zaken.” Hannah Arendt, “Truth and Politics” in: Between Past and Future: Eight Exercises in Political Thought (New York: Penguin, 1993). Pag. 238-239.

Oftewel, wat is belangrijker: kwantiteit van leven of kwaliteit van leven?
Het is niet moeilijk om grafieken te vinden die over de afgelopen twee eeuwen een gestage verbetering van de levensverwachting te zien geven.[54] Zonder een bredere context luidt de conclusie simpelweg dat mensen langer leven en dat dit een goede zaak is. Hoewel het klopt dat de levensverwachting is toegenomen dankzij algemene verbeteringen in de medische praktijk, valt een aanzienlijk deel van die stijging toe te schrijven aan de daling van de kindersterfte, wat tot een statistische sprong heeft geleid in de gemiddelde leeftijd die mensen nu bereiken.[55] Het is een veel voorkomende misvatting – nog eens aangedikt door grafieken die steile stijgingen in de levensverwachting laten zien – dat premoderne mensen zelden veel ouder dan veertig jaar werden. Bewijs uit skelet- en gebitsresten wijst uit dat zodra onze vroege voorouders hun kindertijd overleefd hadden, de kans dat ze ook naar onze huidige maatstaven een respectabele leeftijd bereikten, aanzienlijk toenam.[56] En hoewel onze levensverwachting tijdens de afgelopen tweehonderd jaar van industriële expansie inderdaad is gestegen, hebben we tegelijkertijd het milieu vergiftigd, talloze andere soorten uitgeroeid en het aantal onnatuurlijke ziektes wereldwijd enorm opgevoerd.[57]
Daarbij is er niet eens sprake van een consistente stijging van de levensverwachting. Ondanks de geavanceerde gezondheidszorg en de veel geringere kindersterfte, maakt de levensverwachting in de VS al een decennium een daling door. Sinds 2014 is de onmiskenbaar opwaartse trend in de levensverwachting gekeerd, met van jaar op jaar een daling die verband houdt met de toename van chronische ziektes, medicijn- en drugsoverdoses, wapengerelateerde sterfgevallen, zelfdoding en verkeersongevallen.[58]
Relevanter is echter de kwaliteit van die extra jaren dat we leven – er zijn weinig aanwijzingen dat we die extra tijd gelukkig en in goede gezondheid doorbrengen. Momenteel slikt de gemiddelde zestigplusser in de VS vijftien verschillende receptgeneesmiddelen.[59] Naast dat veel van deze medicijnen de nodige schadelijke bijwerkingen kennen, zien we ook een stijging van het aantal depressies en ernstige fysieke en neurodegeneratieve aandoeningen (zoals alzheimer).[60] Historisch gezien vormt dit geenszins het typische eindstadium van het mensenleven. In een historische context is het simpelweg niet normaal dat een groeiend aantal ouderen hun kunstmatig verlengde jaren dikwijls alleen – depressief en goeddeels genegeerd door hun familie – doorbrengen en, in afwachting van de dood, voor de tv in een verzorgingshuis geparkeerd zijn.[61]
Ook de kwaliteit van leven van de jongere leden van de samenleving is er aantoonbaar op achteruitgegaan.[62] Obesitas, diabetes, kanker en auto-immuunziekten komen onder alle generaties inmiddels steeds vaker voor, dus ook bij jongeren.[63] De cijfers met betrekking tot het algeheel welbevinden, economische ongelijkheid en vertrouwen (in anderen, in de overheid en de maatschappelijke instellingen) vertonen al decennia een dalende trend.[64] De afgelopen twintig jaar is het aantal zelfdodingen onder kinderen en tieners dramatisch gestegen.[65] In de hoogst ontwikkelde delen van de wereld – de landen die volgens het vooruitgangsnarratief het meest van de vooruitgang profiteren – behoort het recht op euthanasie vaak tot de belangrijkste mensenrechtenkwesties.[66] Hoewel het streven naar een wettelijk recht om onder bepaalde omstandigheden voor de dood te kiezen een respectabel ethisch doel is, is het tegelijk ook zo dat de behoefte aan euthanasie in de hoog ontwikkelde wereld deels gedreven wordt door de last van antropogene (door de mens veroorzaakte) ziektes, chronische neerslachtigheid en de diepe existentiële leegte waarin het vooruitgangsnarratief ons gestort heeft.[67] Zou de beschaving in termen van comparatieve verbetering daadwerkelijk vooruitgang boeken, dan zou je verwachten dat het verlangen om te (blijven) leven eerder toe- dan afneemt. Een eenzame, pijnlijke dood in een verzorgingstehuis is iets wat de meesten van ons zich willen besparen.[68] Het kan zijn dat deze vrees op zijn minst een deel van het euthanasiedebat aanstuurt, en toch weigeren velen onder ogen te zien dat veel mensen juist onder dergelijke akelige omstandigheden aan hun eind komen, omdat we afstand hebben genomen van het idee dat de dood een natuurlijk onderdeel is van het leven, en dat we de dood in plaats daarvan proberen te herdefiniëren als een zoveelste probleem dat onze technologie maar moet zien op te lossen.[69]
De geestelijke gezondheidscrisis onder jongeren vormt een wellicht nog verraderlijker voorbeeld van de holheid van levensverwachting als maatstaf voor vooruitgang. Tijdens het overgrote deel van de geschiedenis werden mensen slechts in beperkte mate blootgesteld aan extreme vormen van menselijke schoonheid (in al haar vormen). Met behulp van technologie heeft de moderne samenleving dergelijke buitengewone vormen van schoonheid en aantrekkelijkheid tot norm verheven.[70] Lichaamsdysmorfie en zelfverwonding, historisch gezien tamelijk zeldzame verschijnselen, zijn onder tieners aan een gestage opmars bezig.[71] Met miljoenen beelden die elke dag kunstmatig verfraaid worden (nog eens verergerd door het standaard gebruik van AI-schoonheidsfilters), ondermijnt onze huidige mediaomgeving elk idee van normale lichaamsverhoudingen bij kinderen en dwingt hen op te groeien met het gevoel dat ze lelijk en waardeloos te zijn.[72] Deze gevolgen zijn het rechtstreekse resultaat van technologieën die we vooruitgang noemen.
Vormt een kunstmatig verlengd leven met chronische geestelijke gezondheidsproblemen en een hogere ziektelast nu echt een goede indicatie van vooruitgang?
54. “Data Page: Life Expectancy at Birth” uit: Saloni Dattani et al., “Life Expectancy” (Human Mortality Database, United Nations, 2023).
55. “Why Life Expectancy Is Misleading” (Priceonomics, 11 december 2013). https://priceonomics.com/why-life-expectancy-is-misleading/; J.P. Griffin, “Changing Life Expectancy throughout History” (Journal of the Royal Society of Medicine 101, no. 12, 2008). https://journals.sagepub.com/doi/10.1258/jrsm.2008.08k037; Seungmi Yang et al., “Understanding the Rapid Increase in Life Expectancy in South Korea” (American Journal of Public Health 101, no. 5,2010). https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC2853609/; Over de afname van de kindersterfte zie: Anthony Volkand en Jeremy Atkinson, “Is Child Death the Crucible of Human Evolution?” (Journal of Social, Evolutionary, and Cultural Psychology 2, no. 4 247–260, 2008). https://doi.org/10.1037/h0099341; zie ook: Hannah McDowell en Anthony Volk, “Infant Mortality” in: Sybil L. Hart en David F. Bjorkland (red.), Evolutionary Perspectives on Infancy (Cham: Springer Nature Switzerland, 2022); Anthony A. Volk en Jeremy A. Atkinson, “Infant and Child Death in the Human Environment of Evolutionary Adaptation” (Evolution and Human Behavior 34, no. 3, 2013). https://doi.org/10.1016/j.evolhumbehav.2012.11.007.
56. Sharon DeWitte, ”Old Age Isn’t a Modern Phenomenon – Many People Lived Long Enough to Grow Old in the Olden Days, Too” van de website van University of South Carolina, geüpdatet op 10 augustus 2022). https://sc.edu/uofsc/posts/2022/08/conversation-old-age-is-not-a-msodern-phenomenon.php; Meggan Bullock et al., “Paleodemographic Age-at-Death Distributions of Two Mexican Skeletal Collections: A Comparison of Transition Analysis and Traditional Aging Methods” (American Journal of Biological Anthropology 152, no. 1, 2013). https://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1002/ajpa.22329.
57. Het Stockholm Resilience Centre heeft veel van deze trends de afgelopen decennia in kaart gebracht. Zie: “Planetary Boundaries”. https://www.stockholmresilience.org/research/planetary-boundaries.html.
58. Annelies Winny, “Life Expectancy is Declining in the U.S. It Doesn’t Have to Be” van de website van de Johns Hopkins Bloomberg School of Public Health, 6 december 2022. https://publichealth.jhu.edu/2022/life-expectancy-is-declining-in-the-us.
59. Jane E. Brody, “The Hidden Drug Epidemic Among Older People” (The New York Times, 16 december 2019). https://www.nytimes.com/2019/12/16/well/live/the-hidden-drug-epidemic-among-older-people.html.
60. “2020 Alzheimer’s Disease Facts and Figures” (Alzheimer’s & Dementia: The Journal of the Alzheimer’s Association 16, no. 20, 2020). https://alz-journals.onlinelibrary.wiley.com/doi/full/10.1002/alz.12068; “Health, United States,” (National Center for Health Statistics, 2023). https://www.cdc.gov/nchs/hus/data-finder.htm?&population=Older%20adults.
61. Onderzoek naar eenzaamheid en depressie bij ouderen was de afgelopen decennia weinig consistent en laat weinig verandering zien. Zie bijvoorbeeld: Lena Dahlberg, Neda Agahi en Carin Lennartsson, “Lonelier Than Ever? Loneliness of Older People over Two Decades” (Archives of Gerontology and Geriatrics 75, 2018). https://doi.org/10.1016/j.archger.2017.11.004; Over relevantere tijdschalen (dat wil zeggen, bij vergelijkingen tussen pre- en postindustriële samenlevingen) lijkt het echter duidelijk dat eenzaamheid zoals we dat nu kennen inderdaad een modern fenomeen is. Zie: K.D.M. Snell, “The Rise of Living Alone and Loneliness in History” (Social History 42, no. 1, 2017). https://doi.org/10.1080/03071022.2017.1256093.
62. Jean M. Twenge, “The Sad State of Happiness in the United States and the Role of Digital Media” (World Happiness Report, 20 maart 2019). https://worldhappiness.report/ed/2019/the-sad-state-of-happiness-in-the-united-states-and-the-role-of-digital-media/; Jonathan Haidt, “Social Media” (JonathanHaidt.com, 2024). https://jonathanhaidt.com/social-media/.
63. Zie: Hannah Ritchie en Max Roser, “Obesity” (Our World in Data, 2024). https://ourworldindata.org/obesity; 85. Salma Mostafa Mohamed et al., “Metabolic Syndrome: Risk Factors, Diagnosis, Pathogenesis, and Management with Natural Approaches” (Food Chemistry Advances 3, 2023). https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S2772753X23001570.
64. Zie “World Happiness Report 2024” (World Happiness Report, 2024). https://worldhappiness.report/; Julie Ray, “World Unhappier, More Stressed Out Than Ever” (Gallup, 28 juni 2022). https://news.gallup.com/poll/394025/world-unhappier-stressed-ever.aspx; United Nations, “Inequality – Bridging the Divide” (UN75: 2020 and Beyond, 2021). https://www.un.org/en/un75/inequality-bridging-divide; zie tevens de volgende Gallup-rapporten: “Emotional Wellbeing” https://www.gallup.com/405494/indicator-global-emotional-wellbeing.aspx, “Life Evaluation Index,” https://www.gallup.com/394505/indicator-life-evaluation-index.aspx en “Rating World Leaders Report” https://www.gallup.com/analytics/355787/gallup-rating-world-leaders-report.aspx.
65. Centers for Disease Control and Prevention, “Fatal Injury Reports, National, Regional and State, 1981–2020” (WISQARS, 2020). https://wisqars.cdc.gov/fatal-reports.
66. Maddi Dellplain, “The Right to Die: Should MAiD Apply to Those Whose Sole Condition is Mental Illness?” (Healthy Debate, 24 maart 2022). https://healthydebate.ca/2022/05/topic/maid-mental-illness/.
67. Verschillende boeken en artikelen gaan in op of geven directe of indirecte steun aan het idee dat de vraag naar euthanasie gedeeltelijk wordt gedreven door existentieel lijden en de medicalisering van de geestelijke gezondheid, evenals door toenemende problemen met de lichamelijke gezondheid en de afgescheidenheid van de natuur door toedoen van de moderniteit. Zie bijvoorbeeld: David Albert Jones en Chris Gastmans, Euthanasia and Assisted Suicide: Lessons from Belgium (Cambridge: Cambridge University Press, 2017); Euthanasia and Assisted Suicide: Global Views on Choosing to End Life, Michael J. Cholbi red. (Santa Barbara: Praeger ABC-CLIO, 2017); Allan V. Horwitz en Jerome C. Wakefield, The Loss of Sadness: How Psychiatry Transformed Normal Sorrow into Depressive Disorder (New York: Oxford University Press, 2007); Atul Gawande, Being Mortal: Medicine and What Matters in the End (New York: Metropolitan Books, 2014); Matt Walsh, “The Euthanasia Business Is Booming As Western Civilization Gives Up On Itself” (The Daily Wire, 4 april 2024). https://www.dailywire.com/news/the-euthanasia-business-is-booming-as-western-civilization-gives-up-on-itself.; Barbara Pfeffer Bilauer, “What Does a Booming Euthanasia Business Say About Society?” (American Council on Science and Health, 2 februari 2023). https://www.acsh.org/news/2023/02/02/what-does-booming-euthanasia-business-say-about-society-16834.
68. Het is de moeite waard om nog even te verduidelijken dat de redenen achter een toename van de vraag naar euthanasie zowel ethische verantwoorde gevallen omvat (zoals in het geval van mensen die aan terminale kanker lijden) als ethisch minder duidelijk verantwoorde gevallen (zoals bij mensen van wie het leven niet op korte termijn zal eindigen, maar voor wie de psychologische last van het bestaan zo groot is dat een medisch begeleide dood de meest aantrekkelijke oplossing is).
69. Zie bijvoorbeeld: Charlotte Alter, “The Man Who Thinks He Can Live Forever” (Time, 20 september 2023). https://time.com/6315607/bryan-johnsons-quest-for-immortality/.
70. Hypernormalisatie is een concept dat soms gebruikt wordt om te beschrijven hoe voorheen extreme ideeën of toestanden na verloop van tijd meer geaccepteerd (of “normaal”) zijn geworden. Het concept kan gebruikt worden om een situatie te beschrijven waarin een samenleving en haar burgers collectief doen alsof bepaalde omstandigheden normaal of aanvaardbaar zijn, ook al laten die zich in algemene termen beter als problematisch, disfunctioneel of in zekere zin als “nep” omschrijven.
71. Zie: Avneet K. Himanshu et al., “Rising Dysmorphia among Adolescents : A Cause for Concern” (Journal of Family Medicine and Primary Care 9, no. 2, 2022). https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7114025/; Rohan Borschmann en Stuart A. Kinner, “Responding to the Rising Prevalence of Self-Harm” (The Lancet Psychiatry 6, no. 7 2019). https://doi.org/10.1016/S2215-0366(19)30210-X; Voor een specifieke casestudy in Ierland zie: Eve Griffin et al., “Increasing Rates of Self-Harm among Children, Adolescents and Young Adults: A Ten-Year National Registry Study 2007–2016” (Social Psychiatry and Psychiatric Epidemiology 53, 2018). https://doi.org/10.1007/s00127-018-1522-1.
72. Zie b.v.: Liv Boeree, “The Moloch Trap of AI Beauty Filters”, video, 21 september 2021, https://www.youtube.com/watch?v=fifVuhgvQQ8.

Oftewel, wat is een zinvolle definitie van armoede?
Of extreme armoede in de wereld al dan niet aanzienlijk is afgenomen, hangt af van de manier waarop je naar de gegevens kijkt. Op basis van gegevens van de Wereldbank laten de nodige veelgebruikte grafieken een sterke daling zien, al legt die organisatie de lat wel erg laag bij het bepalen van wat ‘extreme’ armoede is.[73] Zelfs bij een ‘lage’ drempelwaarde van 6,85 dollar per dag, blijkt de armoede de afgelopen dertig jaar nauwelijks te zijn afgenomen.[74] Ook volgens de meest stringente maatstaven neemt extreme armoede in verschillende delen van de wereld juist toe en leeft bijna de helft van de mensheid van minder dan 5,5 dollar per dag.[75] Er is niemand die met recht en rede kan beweren dat een dergelijk bedrag een waarborg voor een leven van blakende gezondheid en welbevinden biedt.
Voor een alternatief perspectief kunnen we te rade gaan bij vergelijkende cijfers over langere tijdschalen: het totale aandeel mensen dat momenteel in extreme armoede leeft, is grofweg hetzelfde als in 1800.[76] Tijdens de coronapandemie nam het percentage mensen in extreme armoede (evenals de economische ongelijkheid) wereldwijd aanzienlijk toe als gevolg van verstoringen in de toeleveringsketens en de sluiting en/of overname van kleine bedrijfjes.[77] Naarmate onze wereldwijde beschaving steeds nauwer verknoopt raakt, creëert ze een almaar complexer web van onderlinge afhankelijkheden dat haar kwetsbaarder maakt.[78]
Een fors deel van het vooruitgangsnarratief is geworteld in de afname van armoede. Deze premisse is echter gebaseerd op de aanname dat mensen tijdens de hele geschiedenis voorafgaand aan het industriële kapitalisme van de negentiende eeuw algemeen gesproken honger leden en onder grote armoede gebukt gingen.[79] Uiteraard is het onvermijdelijk dat armoedemetingen die op de dollar gebaseerd zijn een afname van de armoede constateren die gelijk is aan de stijging van het bbp over een gegeven periode. Maar deze benadering houdt geen rekening met de vele manieren waarop mensen vroeger zonder (of met heel weinig) geld in hun behoeften voorzagen, zoals in het geval van zelfvoorzienende landbouw, het vrije gebruik van meenten en vormen van jagen en verzamelen die honderdduizenden jaren staande praktijk zijn geweest.[80]
Consumptie kan nooit meer dan een gedeeltelijke maatstaf zijn voor armoede, aangezien armoede in werkelijkheid uiteraard een multidimensionaal verschijnsel is. Armoede kan zich ook manifesteren in een gebrekkige toegang tot gezondheidszorg, onderwijs, je sociale omgeving en de natuur. Werp je een objectieve blik op de vooruitgang die in deze domeinen geboekt is, dan zijn de uitkomsten niet bemoedigend.[81] Ook bij materiële rijkdom kan er sprake zijn van innerlijke vormen van verarming. De geïndustrialiseerde landen kennen een aanzienlijk hogere mate van eenzaamheid, angst en wantrouwen tussen mensen – vormen van verarming die almaar blijven toenemen.[82] Tegelijkertijd komen gevoelens van dankbaarheid en be- en verwondering minder vaak voor en wordt een besef van doel en betekenis steeds zeldzamer.[83] Datzelfde geldt voor positieve gevoelens die uit niet-kunstmatige en niet-verslavende bronnen voortkomen, met name bij mensen met de grootste materiële rijkdom.[84] Ook zijn we ons nooit eerder zo sterk bewust geweest van welvaartsverschillen als nu, aangezien de levensstijl van de ultra-rijken in alle soorten media als een eindeloze bron van entertainment en escapisme wordt opgevoerd. Daar komt bij dat waar (extreme) armoede mensen duidelijk minder gelukkig maakt, het niet zo is dat een almaar hoger inkomen met almaar meer geluk correleert.[85] Dit komt doordat we in ons streven naar meer materiële welvaart de ware schatten van verbinding, betekenis en intimiteit inruilen voor relatief waardeloze statussymbolen. We hebben een kunstmatige wereld gecreëerd die systematisch gevoelens van ongelukkigheid voortbrengt door ons van elkaar en van de natuur los te koppelen, en door ons verslavende vormen van plezier te verkopen als oplossing voor onze ontevredenheid.
Vanuit dit perspectief is het helemaal niet duidelijk of de westerse levensstandaard, waarnaar het grootste deel van de mensheid streeft, ook daadwerkelijk de meest waardevolle aspecten van het bestaan verbetert. Het leven in de rijke delen van de wereld, dat de absolute top van het vooruitgangsnarratief zou moeten vertegenwoordigen, is in een aantal belangrijke opzichten minder gelukkig dan in armere delen van de wereld.[86] Toch willen en verwachten miljarden mensen in India, Afrika en China dezelfde materiële levensstandaard die ze door Hollywood wordt voorgehouden, maar zal het ongelooflijke hoeveelheden energie en grondstoffen vergen om die te bereiken.[87] Aangezien de aarde al kritieke kantelpunten aan het bereiken is op het vlak van vervuiling, de oceanen en het klimaat, is het onwaarschijnlijk dat de planeet – ongeacht hoe onze politieke systemen eruit zien – dergelijke eisen zal inwilligen.[88]
Ook is het de moeite waard om te onderkennen dat ons debat over wat nu precies extreme armoede is, plaatsvindt binnen de context van een wereld die, vanuit het perspectief van de meeste mensen die ooit bestaan hebben, bol staat van pure magie. Elektrische auto’s, smartphones, virtual reality en internet via satellieten zijn de lang gedroomde kenmerken van een high-tech toekomst – en hier zijn we dan, met miljarden mensen die nog steeds in aanmerkelijke armoede leven.
73. “Share of Population Living in Extreme Poverty, World” (Our World in Data, 2024). https://ourworldindata.org/grapher/share-of-population-living-in-extreme-poverty-cost-of-basic-needs.
74. Jostein Hauge (@josteinhauge), “This is misleading. Setting the poverty line at $2.15/day (adjusted for purchasing power) is appallingly low. It should be set at around $10/day, maybe even” (Twitter, 5 oktober 2023). https://twitter.com/haugejostein/status/1709889681658118540.
75. “Public Good or Private Wealth?” (Oxfam briefing paper, januari 2019). https://oxfamilibrary.openrepository.com/bitstream/handle/10546/620599/bp-public-good-or-private-wealth-210119-summ-en.pdf.
76. Michail Moatsos, “Global Extreme Poverty: Present and Past Since 1820”, hoofdstuk 9 in How Was Life? Volume II: New Perspectives on Well-Being and Global Inequality since 1820 (Organisation for Economic Co-operation and Development, 2021). https://doi.org/10.1787/3d96efc5-en.
77. “Poverty” (The World Bank, 2024). https://www.worldbank.org/en/topic/poverty/overview.
78. Terwijl de fragiliteit in zekere zin toeneemt naarmate het wereldsysteem complexer en onderling afhankelijker wordt, wordt het in zekere zin tegelijk ook steeds anti-fragieler en obligatiever.
79. In het overzicht van de methodologie voor het berekenen van extreme armoede van Our World in Data (een van de belangrijkste bronnen voor claims over armoede en vooruitgang) wordt ervan uitgegaan dat “in 1800 bijna alle 0,9 miljard inwoners van de wereld in extreme armoede leefden”. Zie: Joe Hasell en Max Roser, “How Do We Know the History of Extreme Poverty?” (Ourworldindata.org, 5 februari 2019). https://ourworldindata.org/extreme-history-methods.
80. Dylan Sullivan en Jason Hickel, “Capitalism and Extreme Poverty: A Global Analysis of Real Wages, Human Height, and Mortality Since the Long Sixteenth Century” (World Development 161,2023). www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0305750X22002169?via%3Dihub.
81. Biana DiJulio et al., “Loneliness and Social Isolation in the United States, the United Kingdom, and Japan: An International Survey” (KFF.org, 30 augustus 2018). https://www.kff.org/report-section/loneliness-and-social-isolation-in-the-united-states-the-united-kingdom-and-japan-an-international-survey-section-1; Zie ook: Vivek H. Murthy, “ Surgeon General: We Have Become a Lonely Nation. It’s Time to Fix That” (The New York Times, 30 augustus 2023). https://www.nytimes.com/2023/04/30/opinion/loneliness-epidemic-america.html?unlocked_article_code=1.Yk0.TeJC.ndq7-_kOrROY.
82. John T. Cacioppo en Stephanie Cacioppo, “The Growing Problem of Loneliness” (The Lancet, 3 februari 2018). https://www.thelancet.com/journals/lancet/article/PIIS0140-6736(18)30142-9/fulltext.
83. Voor een overzicht van de ernst van de betekeniscrisis zie bijvoorbeeld: The Vervaeke Foundation, “What is the Meaning Crisis?”(VervaekeFoundation.org, 2024). https://vervaekefoundation.org/what-is-the-meaning-crisis/.
84. Voor een perspectief op dit fenomeen zie: Deirdre Barrett, Supernormal Stimuli: How Primal Urges Overran Their Evolutionary Purpose Barrett (New York: W.W. Norton, 2010).
85. Carol Graham, Happiness Around the World: The Paradox of Happy Peasants and Miserable Millionaires (Oxford: OUP, 2009); zie ook: Richard A. Easterlin en Kelsey J. O’Connor, “The Easterlin Paradox” uit: Handbook of Labor, Human Resources and Population Economics, 6 november 2022. https://link.springer.com/referenceworkentry/10.1007/978-3-319-57365-6_184-2.
86. Hoewel de meeste gegevens uitwijzen dat burgers in rijkere landen gemiddeld (iets) gelukkiger zijn, is er de nodige methodologische kritiek op dergelijke conclusies. Voor een overzicht van het verband tussen modern democratisch bestuur en geluk, zie bijvoorbeeld: Robert E. Lane, The Loss of Happiness in Market Democracies (New Haven: Yale University Press, 1996).
87. Muhammad Azam, “Relationship between Energy, Investment, Human Capital, Environment, and Economic Growth in Four BRICS Countries” (Environmental Science and Pollution Research 26, 2019). https://link.springer.com/article/10.1007/s11356-019-06533-9.
88. Katherine Richardson et al., “Earth beyond Six of Nine Planetary Boundaries” (Science Advances 9, no. 37, 2023). https://www.science.org/doi/10.1126/sciadv.adh2458.

Oftewel, wat is het werkelijke doel van onderwijs?
Het lijdt geen twijfel dat de mate van geletterdheid en de toegang tot elementair onderwijs sinds de Industriële Revolutie overal ter wereld verbeterd is.[89] Maar opnieuw belicht deze op zichzelf genomen terechte claim slechts een beperkt deel van een veel complexer verhaal. Vóór de komst van het openbaar onderwijs genoten de rijkste leden van de samenleving toegang tot een kwaliteit van onderwijs die nu goeddeels onbestaanbaar is. In aristocratische kringen boden hoopopgeleide privé-leraren een educatie van een ongeëvenaarde breedte en diepte, terwijl minder gefortuneerden in goed functionerende pre-industriële samenlevingen toegang hadden tot handelsgilden, waarin ze tot meester-ambachtslieden geschoold werden – ook iets wat goeddeels verloren is gegaan.[90] We geven nu meer uit aan onderwijs dan ooit tevoren en toch kachelen zowel de geletterdheid als de onderwijsresultaten wereldwijd gestaag achteruit.[91] Hoewel een paar landen (zoals China en Singapore) in sommige vakken verbeteringen laten optekenen, wordt het onderwijs in de meeste regio’s gekenmerkt door uiteenlopende vormen van achteruitgang: langetermijnstudies wijzen op een algehele stagnatie of achteruitgang in de onderwijskwaliteit in het mondiale Zuiden, terwijl de rijkste landen – zoals de VS, Duitsland en Frankrijk – blijk geven van een opmerkelijke teruggang op het vlak van lezen, wiskunde en wetenschap.[92]
Ook behelst onderwijs meer dan een formele schoolopleiding alleen. Samenlevingen die er niet in slagen om cruciale informatie over hoe en waarom ze werken aan nieuwe generaties door te geven, zullen niet heel lang blijven bestaan. Momenteel ligt het tempo van technologische innovatie hoger dan de pedagogische capaciteit van de bestaande onderwijsinstellingen kan bijbenen. Naarmate onze instellingen verder achterop raken in hun begrip van alles wat ze geacht worden te besturen, raakt de intergenerationele overdracht van kennis, die cruciaal is voor de instandhouding van onze steeds complexere beschaving, almaar meer in het geding.[93] Het vooruitgangsnarratief benadrukt slechts de basale maatstaf van toegang tot onderwijs en vermijdt de meer problematische gegevens die op de resultaten betrekking hebben.
In het verleden ging onderwijs evenzeer over context als over inhoud. Moderne onderwijssystemen richten zich echter bijna volledig op de inhoud: de informatie die in het brein van een kind moet worden gestopt om er een functionerend lid van de maatschappij van te maken. Deze benadering gaat voorbij aan wat het belangrijkste punt van onderwijs is, namelijk dat onderwijs voor het overgrote deel van de menselijke geschiedenis evenzeer betrekking had op te leren hoe te leren, hoe met anderen op te schieten en hechte banden met ze aan te gaan, als over informatie-overdracht over de wereld om ons heen. Toen het onderwijs zich voornamelijk op de inhoud ging richten, ging dat onder meer gepaard met een dalende waardering van de rol van ouderen, die voor kinderen voorheen als bronnen van wijsheid over het leven en hoe te leven hadden gegolden. Oudere generaties droegen ooit bij aan de cognitieve en sociale ontwikkeling van kinderen en hielpen ze om tot het soort volwassenen uit te groeien dat in staat was om samen aan gemeenschappelijke doelen te werken en voor wie de groepsdynamiek belangrijker was dan het individu.[94] In vele delen van de wereld is de rol van de ouderen bij de opvoeding grotendeels uitgespeeld. Tegelijkertijd heeft de rol van geld de plaats ingenomen van de rol van tijd die aan onze kinderen wordt besteed. Veel van dit geld wordt uitgegeven aan salarissen voor mensen die niet op dezelfde manier van onze kinderen houden of om ze geven als hun (groot)ouders.[95] De hechte banden tussen de generaties die vroeger van groot belang waren voor de ontwikkeling en het leren van kinderen, zijn goeddeels uit de hedendaagse pedagogie weggeschrapt.
Tenslotte bagatelliseert het verhaal dat onze beschaving zichzelf over onderwijs vertelt onvermijdelijk ook andere en even geldige benaderingen om over de wereld te leren, die plaats hebben moeten maken voor het type leren dat we nodig hebben om de geglobaliseerde economische groei in stand te houden. Tienduizenden jaren hebben groepen mensen levens geleid die in een relatieve balans verkeerden met de natuurlijke wereld, waarbij kennis tussen de generaties werd doorgegeven die draaide om het aanleren van vaardigheden en wijsheid die hun samenlevingen vitaal en intact hielden.[96]
Deze benadering heeft misschien geen smartphones en vliegreizen opgeleverd, maar ook geen kernwapens en industriële vervuiling. Degenen die meer innovatie als het antwoord op de uitdagingen van onze huidige tijd zien, zouden ook moeten erkennen dat het diezelfde innovatie is die de problemen heeft veroorzaakt waarmee we vandaag de dag te kampen hebben.
89. “Share of the World’s Population with Formal Basic Education” (Our World in Data, 2024). https://ourworldindata.org/grapher/share-of-the-world-population-with-at-least-basic-education.
90. Zie bijvoorbeeld: Erik Hoel, “Why We Stopped Making Einsteins” (The Intrinsic Perspective, Substack, 16 maart 2022). https://www.theintrinsicperspective.com/p/why-we-stopped-making-einsteins.
91. Zie: OECD, “Data” (Programme for International Student Assessment, 2024). https://www.oecd.org/pisa/data/; Future Education Magazine, “Unprecedented Global Decline in Literacy Scores Revealed by OECD Report” (FutureEducationMagazine.com, 2024). https://futureeducationmagazine.com/oecd-report-decline-in-literacy-scores/.
92. “PISA 2022 U.S. Results” (Program for International Student Assessment, 2022). https://nces.ed.gov/surveys/pisa/pisa2022/; Alexis Le Nestour, Laura Moscoviz en Justin Sandefur, “The Long-Run Decline of Education Quality in the Developing World” (Center for Global Development, working paper, 23 februari 2022). https://www.cgdev.org/publication/long-run-decline-education-quality-developing-world.
93. “Help Wanted: On the Nature of Educational Crises” (The Consilience Project, 6 juni 2021). https://consilienceproject.org/help-wanted-on-the-nature-of-educational-crises/.
94. Zie bijvoorbeeld: Valerie Gifford en Diane McEachern, “Reclaiming the Elder Role of Educator in Higher Education for Alaska Native Elders” (Journal of Social Work Education 57, no. 1, 2019). doi.org/10.1080/10437797.2019.1661924; Sally Newman, Intergenerational Programs: Past, Present and Future (New York: Taylor & Francis, 1997).
95. Het is opmerkelijk dat onderwijsresultaten niet betrouwbaar voorspeld kunnen worden door de omvang van financiële middelen of directe onderwijsuitgaven: Warner Norton Grubb, The Money Myth: School Resources, Outcomes, and Equity (New York: Russell Sage Foundation, 2009).
96. Lynne Kelly, Knowledge and Power in Prehistoric Societies: Orality, Memory and the Transmission of Culture (Cambridge: Cambridge University Press, 2015).

Oftewel, hoe moeten we geweld meten in een wereld met steeds innovatiever en krachtiger wapentuig?
Het laatste voorbeeld dat vaak wordt aangehaald ter ondersteuning van het vooruitgangsnarratief is dat van een ‘algehele afname van het aantal gewelddadige conflicten’. Het blijkt echter dat zowel de manier waarop we conflicten meten als de periode die we voor de analyse kiezen van groot belang is voor ons begrip van hoe geweld in de moderne tijd veranderd is. De grote oorlogen van de twintigste eeuw pasten industriële technologieën toe om gemechaniseerd dood en verderf te zaaien. In de eerste helft van de vorige eeuw piekte het aantal dodelijke oorlogsslachtoffers twee keer (als gevolg van de Eerste en Tweede Wereldoorlog), wat in het licht van de menselijke geschiedenis slechts een oogwenk geleden is.[97] Mondiaal gezien verdubbelde in 2022 het aantal dodelijke slachtoffers in gewapende conflicten, grotendeels als gevolg van de grootste landoorlog in Europa sinds 1945.[98] De afgelopen twee decennia vertoonde ook het totale aantal gewapende conflicten een gestaag stijgende trend.[99] Hoewel het niet al te veel moeite kost om aan te tonen dat rechtstreekse conflicten tussen grootmachten in de korte periode sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog fors zijn afgenomen, is voor deze vrede een hoge prijs betaald. Exponentiële economische groei en toenemende economische integratie en verwevenheid zijn twee van de belangrijkste instrumenten geweest om rechtstreekse oorlogsvoering tussen naties te ontmoedigen.[100] De kosten van deze tijdelijke oplossing zijn op de natuur en de menselijke gezondheid afgewenteld.
Tegelijkertijd is de manier waarop oorlogen gevoerd worden veranderd. Tot op zekere hoogte heeft de moderne oorlogsvoering de inzet van kogels in de beginfase van een conflict simpelweg met andere middelen vervangen: cyber-, informatie- en psychologische oorlogsvoering tussen de grote mogendheden zijn nu aan de orde van de dag, met de potentie om steeds verder te intensiveren en te escaleren.[101] Resulteert dit op de langere termijn uiteindelijk in een algehele afname van het geweldsniveau? We beschikken nu nog over onvoldoende gegevens om dat met zekerheid te kunnen zeggen. Op één niveau moeten we de afname van directe conflicten toejuichen, maar op een ander moeten we tegelijk ook erkennen dat de moderne irreguliere oorlogsvoering tussen staten het gebruik van tanks en raketten op de langere termijn niet per se uitsluit.[102] De huidige conflicten in Europa en het Midden-Oosten vormen evenzovele illustraties van deze vrees. Veel van de landen die nu druk bezig zijn met de inzet van ontwrichtende cybercampagnes, besteden ook nog steeds een fors deel van hun bbp aan de ontwikkeling van steeds destructiever wapentuig. Als gevolg van innovaties op het vlak van kernwapens en andere geavanceerde militaire technologieën is de totale hoeveelheid ‘destructieve energie’ voor toekomstige kinetische oorlogsvoering ‘oneindig’ veel groter dan ooit tevoren.[103]
Oorlogsvoering met behulp van deze jongste technologieën omvat nu een steeds grotere reeks capaciteiten (tanks, oorlogsschepen, vuurkracht, mobiliteit etc.) en domeinen (ter land, ter zee, in de lucht, in de ruimte, cyber, informatie etc.), die gezamenlijk over het potentieel beschikken om een mate van geweld te ontketenen die nooit eerder vertoond is.
97. “Death in Wars, World” (Our World in Data, 2024). https://ourworldindata.org/grapher/deaths-in-wars-project-mars.
98. “Death in Wars, World” (Our World in Data, 2024). https://ourworldindata.org/grapher/deaths-in-wars-project-mars.
99. Zie de website van het Uppsala Conflict Data Program, https://ucdp.uu.se/.; zie ook: “Number of Armed Conflicts, World” (Our World in Data, 2024). https://ourworldindata.org/grapher/number-of-armed-conflicts
100. Het Bretton Woods-akkoord maakte deel uit van een reeks internationale bijeenkomsten die de basis legde voor ons huidige systeem van internationale handel en financiën. Samen met de Algemene Overeenkomst inzake Handel en Tarieven (GATT, later de Wereldhandelsorganisatie genoemd) vormden deze en andere soortgelijke inspanningen een van de drijvende krachten achter de steeds hechter vervlochten handelsrelaties en wereldwijde economische groei die oorlogen op de schaal van de Eerste en Tweede Wereldoorlog ontmoedigden. Zie: James Chen, “Bretton Woods Agreement and the Institutions It Created Explained” (Investopedia.com, 2024). https://www.investopedia.com/terms/b/brettonwoodsagreement.asp.
101. Benjamin Jensen en Divya Ramjee, “Beyond Bullets and Bombs: The Rising Tide of Information War in International Affairs” (Center for Strategic and International Studies, 20 december 2023). www.csis.org/analysis/beyond-bullets-and-bombs-rising-tide-information-war-international-affairs; voor meer informatie over de moderne oorlogsvoering zie: Andrew Mumford en Pascal Carlucci, “Hybrid Warfare: The Continuation of Ambiguity by Other Means” (European Journal of International Security 8, no 2, 2023). www.cambridge.org/core/journals/european-journal-of-international-security/article/hybrid-warfare-the-continuation-of-ambiguity-by-other-means/1B3336D8109D418F89D732EB98B774E5.
102. Voor alle duidelijkheid, cyberwapens zijn eveneens destructieve vormen van wapentuig. Ze bieden een nieuwe mogelijkheid om kritieke infrastructuren te ontwrichten, de sociale structuur van samenlevingen te ondermijnen en als impact verhogende ontregelaars te fungeren door zich te richten op de commando- en controleprocessen tijdens kinetische oorlogsvoering. Voor meer informatie over cyberwapens zie: Thomas Rid en Peter McBurney, “Cyber-Weapons” (The RUSI Journal 157, no. 1, 2012). www.tandfonline.com/doi/full/10.1080/03071847.2012.664354.
103. Vaclav Smil, “War and Energy” in: Cutler J. Cleveland en Robert U. Ayres (red.), Vol. 6 of Encyclopedia of Energy (Amsterdam, Elsevier Academic Press: 2004), https://vaclavsmil.com/wp-content/uploads/docs/smil-article-2004-war-and-energy.pdf. Zie in het bijzonder de tabellen 1 en 3.

Kijken we vanuit een breder perspectief naar deze beweringen en zien we ze als onderdeel van een meer genuanceerd geheel, dan leggen ze een algemeen principe van de moderniteit bloot: al onze ongelooflijke uitvindingen, hoe nuttig ze ook voor ons zijn, hebben gevolgen die we liever niet zouden hebben.[104] Niemand wil klimaatverandering, maar ze is een onvermijdelijk neveneffect van onze industriële groei van de afgelopen eeuwen. Kunststoffen vormen een van de ‘vier pijlers van de moderne beschaving’ en zijn volstrekt onmisbaar voor de samenleving gezien hun gebruik als verpakkingsmateriaal, in kleding, de bouw, medicijnen en in vrijwel alle consumentenproducten.[105] Toch eindigen veel van die kunststoffen als microplastics die nu elk domein van de biosfeer binnendringen, waar ze planten en dieren vergiftigen en in onze bloedbanen terechtkomen, wat niet alleen tot ontstekingen, kanker en celdood kan leiden, maar eveneens tot de verstoring van hormonale cycli, de vruchtbaarheid en de prenatale ontwikkeling.[106] Antibiotica behoren zonder meer tot de wonderen van de moderne wereld en hebben talloze levens gered van een wisse dood door bacteriële infecties. Toch heeft hun gebruik ook geleid tot resistente bacteriën, dodelijke chronische infecties, ernstige verstoringen van het menselijk microbioom en, wanneer ze aan baby’s en kinderen worden voorgeschreven, een schadelijke uitwerking op hun ontwikkeling.[107]
Deze beknopte voorbeelden zijn geen uitzonderingen. Dit is een patroon dat eigen is aan alle technologie. De aanhangers van het vooruitgangsnarratief die bereid zijn om deze realiteit te onderkennen, rechtvaardigen dit vaak met een beroep op verbetering op de lange termijn: ja, nieuwe technologieën gaan soms gepaard met verborgen kosten of onvoorziene gevolgen, maar ondanks deze tegenslagen worden de dingen er na verloop van tijd wel beter op. Al met al beweegt de trend in een opwaartse richting.
Een van de voorbeelden die in dit verband vaak wordt aangehaald, is de manier waarop de mensheid het probleem van honger heeft opgelost.
104. Tegelijkertijd zijn de meesten zich niet bewust van de onbedoelde gevolgen van onze uitvindingen en kunnen ze zich daarom ook niets aantrekken van de impact ervan.
105. Vaclav Smil, How the World Really Works: The Science Behind How We Got Here and Where We’re Going (New York: Viking, 2022). De overige drie pilaren (ammoniak, staal en beton) kennen eveneens planetaire effecten; stikstofbelasting en eutrofiëring van ammoniak en een grote koolstof- en landvoetafdruk van de mijnbouw voor staal en beton.
106. Claudia Campanale et al., “A Detailed Review Study on Potential Effects of Microplastics and Additives of Concern on Human Health” (International Journal of Environmental Research and Public Health 17, no. 4, 2020). www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7068600/.
107. The World Health Organization, “Antimicrobial Resistance” (fact sheet), 21 november 2021, www.who.int/news-room/fact-sheets/detail/antibiotic-resistance; Suchita Panda et al., “Short-Term Effect of Antibiotics on Human Gut Microbiota” (PLOS ONE 9, no. 4, 18 april 2014). https://journals.plos.org/plosone/articleid=10.1371/journal.pone.0095476; Karina Shah, “Boys Grow at Slower Rate If They Were Given Antibiotics as Newborns” (NewScientist, 26 januari 2021). www.newscientist.com/article/2265720-boys-grow-at-slower-rate-if-they-were-given-antibiotics-as-newborns/.

Onze angst voor hongersnood en de handelingen waartoe die ons drijft, vormen een fundamenteel aspect van het collectieve menselijke geheugen en een krachtige stimulans voor vindingrijkheid in het licht van ontbering. Het vooruitgangsnarratief stelt dat de uitvinding van de moderne landbouw, met name het Haber-Boschproces, ons van deze angst heeft bevrijd en de basis heeft gelegd voor de technologische versnelling die we momenteel meemaken.[108]
De periode van transformatie die de landbouw in het midden van de vorige eeuw doormaakte, staat bekend als de Groene Revolutie, en in het hart van die transformatie bevond zich het Haber-Boschproces. Dit proces werd in 1913 door Carl Bosch ontwikkeld, toen hij erin slaagde om Fritz Habers succesvolle poging uit 1909 tot het kunstmatig fixeren van atmosferische stikstof op een industriële schaal toe te passen.[109] Het proces maakte de productie van ammoniak mogelijk, en bijgevolg de ontwikkeling van synthetische meststoffen, kunstmest dus, wat het begin inluidde van een verschuiving van traditionele biologische landbouwmethoden naar hogere gewasopbrengsten op verarmde bodems. Planten hebben stikstof nodig om te groeien, en hoewel stikstof overvloedig voorkomt in de atmosfeer, verloopt de synthese van stikstof in de bodem uitermate traag.[110] De pre-industriële landbouw leunde op het gebruik van natuurlijke meststoffen (zoals dierlijke mest of guano) om meer stikstof aan de bodem toe te voegen en zo de voedselproductie te verhogen.[111] Worden er onvoldoende meststoffen aan de bodem toegevoegd, dan put herhaalde teelt de stikstof in de bodem uit, met als gevolg dat gewassen niet langer groeien en mensen uiteindelijk honger zullen lijden.
Een betrouwbare voedselproductie bevrijdde de mensheid grotendeels van de dreiging van hongersnoden. Ook zorgde die ervoor dat voedsel betaalbaarder werd, de efficiëntie van het bodemgebruik toenam en het aantal aan voedsel gerelateerde conflicten afnam.[112] Een van de voornaamste gevolgen van de industriële landbouw was een explosieve groei van de wereldbevolking. Zonder het Haber-Boschproces zou zo’n twee vijfde van de huidige wereldbevolking simpelweg niet bestaan hebben.[113] Dat deel van de mensheid telt miljarden individuen, ieder met hun eigen verwachtingen en dromen die even waardevol zijn als die van ieder ander, wier bestaan vrijwel geheel afhankelijk is van het gebruik van een technologie die het mogelijk maakte om meer gewassen te verbouwen dan de combinatie van alleen de natuur en menselijke inspanningen toelaat. Naar schatting is bijna de helft van alle stikstof in het menselijk weefsel afkomstig van het Haber-Boschproces.[114]
Voedseloverschotten hebben een diepgaand effect gehad op de beschaving. Ze leidden tot meer mensen en dus tot meer economische activiteit en meer economische groei. Meer groei leidde tot meer innovatie en tot een versnelling van de industriële activiteit, wat zowel positieve als negatieve gevolgen heeft gehad (een stijging van de levensstandaard aan de ene kant en de vernietiging van de natuur aan de andere). De Groene Revolutie gaf de aanzet tot nieuwe plantveredelingstechnieken, pesticiden, infectieziektebestrijding, irrigatietechnologieën, erosiebestrijding en mechanisatie, die elk een complex scala aan gevolgen en effecten hebben gehad.
Het volledige scala aan gevolgen en effecten van de uitvinding van het HaberBoschproces laat zich lastig kwantificeren en evalueren, maar wil je daartoe toch een poging wagen, dan moet je om te beginnen een inschatting maken van de totaliteit van die effecten op individuen, gemeenschappen en de planeet als geheel. Door te proberen zo volledig mogelijk te zijn, krijgen we een beter begrip van wat er echt gebeurt in de wereld, van hoe ons leven erdoor beïnvloed wordt, van hoe de dingen zijn veranderd en hoe het verleden werkelijk verband houdt met het heden en de toekomst. Door ernaar te streven alle relevante effecten te begrijpen, komen we dichter bij een waar begrip van hoe onze acties de wereld beïnvloeden, hetgeen betekent dat we de risico’s effectiever kunnen inperken. Dit is een positief en optimistisch doel. Het terugdringen van de negatieve externaliteiten van technologieën resulteert uiteindelijk in een veiligere, gezondere en betere wereld voor iedereen die nu leeft, en voor de komende generaties die met de erfenis opgescheept zullen zitten van wat het ook is dat we hen nalaten.
Veel van de eerste-, tweede- en derde-orde effecten van het Haber-Boschproces zijn pas na tientallen jaren van onderzoek aan het licht gekomen. De lijst in de volgende drie afleveringen is onvolledig en slechts bedoeld om een beknopt overzicht te geven van de complexe effecten die één enkele impactvolle innovatie op de beschaving kan hebben. De sterkte van het causale verband tussen het Haber-Boschproces en de punten in de lijst wisselt; nogmaals. het doel is slechts om licht te werpen op de complexiteit die uit een enkele uitvinding voort kan vloeien. In termen van ruimte en tijd manifesteren sommige veranderingen zich snel en dicht in de buurt van hun oorzaak, terwijl andere zich in een cascade van oorzaak en gevolg later en verderop voordoen. Veel van de schadelijke externaliteiten die in de volgende afleveringen opgesomd worden overlappen elkaar, wat onvermijdelijk tot een zekere overtolligheid leidt.
De schadelijke neveneffecten zijn onderverdeeld in drie brede categorieën: de effecten op de gezondheid en het welzijn van de mens; de effecten op de biosfeer; en de effecten op de structuren van de beschaving.
108. Marc Andreesen, “The Techno-Capitalist Manifesto” (Marc Andreesen Substack (Substack), 16 oktober 2023). https://pmarca.substack.com/p/the-techno-optimist-manifesto; zie in het bijzonder de passage: “We had a problem of starvation, so we invented the Green Revolution […] We have a problem of poverty, so we invent technology to create abundance. Give us a real world problem, and we can invent technology that will solve it.”
109. Voor een overzicht van het Haber-Boschproces, zie: “Haber-Bosch Process” (ScienceDirect.com (topics), 2024). www.sciencedirect.com/topics/engineering/haber-bosch-process.
110. Encyclopedia Britannica Online, s.v. “Nitrogen Cycle”, 2024. www.britannica.com/science/nitrogen-cycle.
111. De landbouw van vóór Haber-Bosch maakte eveneens gebruik van gewasrotatie en stikstofbindende gewassen om de voedselproductie te verhogen.
112. Hoewel Haber-Bosch de voedselvoorziening aanzienlijk verbeterd heeft, is het ook waar dat voedselonzekerheid een wijdverspreid probleem blijft. De VN schat dat zelfs nu nog zo’n 800 miljoen mensen met ondervoeding kampen. Zie: Hannah Ritchie, Pablo Rosado en Max Roser, “Hunger and Undernourishment” (Our World in Data, 2024). https://ourworldindata.org/hunger-and-undernourishment.
113. Vaclav Smil, “Detonator of the Population Explosion” (Nature 400, no. 415, 1999). www.nature.com/articles/22672/.
114. Steven K. Ritter, “The Haber-Bosch Reaction: An Early Chemical Impact On Sustainability” (Chemical & Engineering News 86, no. 3, 2008). https://cen.acs.org/articles/86/i33/Haber-Bosch-Reaction-Early-Chemical.html.

Effecten op de gezondheid en het welzijn van de mens
• Een afname van de voedseldiversiteit, met vele complexe gevolgen voor het microbioom (de talloze micro-organismen zoals bacteriën, virussen en gisten met wie we ons lichaam delen) en de menselijke gezondheid in het algemeen. De grote veranderingen in het voedingspatroon als gevolg van industriële landbouwpraktijken hebben geleid tot een reeks chronische ziekten die verband houden met de stofwisseling, voedingsstoffentekorten, kanker, schade aan het hart en de bloedvaten en de aantasting van het zenuwstelsel. Pre-agrarische mensen consumeerden duizenden plantensoorten; moderne mensen hebben gemiddeld genomen toegang tot een veel geringere diversiteit aan plantaardige voedselbronnen. Hetzelfde geldt voor dieren in de vee-industrie die voor de slacht gehouden worden.[115]
• Zware metalen in de bodem en in gewassen als gevolg van eerdere generaties pesticiden en kunstmest, wat leidt tot een bioaccumulatie of ophoping van zware metalen in dieren en mensen. Metalen zoals lood, kwik, arsenicum en cadmium veroorzaken cognitieve en cardiovasculaire stoornissen, nier- en botschade, afwijkingen in het bloedbeeld, vruchtbaarheidsproblemen en kanker.[116]
• De toename van het gebruik van pesticiden en herbiciden met een enorme en complexe reeks effecten op de gezondheid en het welzijn van de mens (waar verderop dieper op wordt ingegaan).[117]
• Tekorten aan micronutriënten (zoals sporenelementen, fytochemicaliën, vitamines etc.) als gevolg van het gebruik van synthetische meststoffen (met name stikstof, fosfor en kalium). Het voedsel dat we tegenwoordig eten bevat een veel lager gehalte aan vitaminen en mineralen, wat leidt tot specifieke tekorten en gevolgen voor de gezondheid; zo wordt de daling van het seleniumgehalte in de voeding rechtstreeks in verband gebracht met hart- en vaatziekten;[118] draagt een laag chroom- en vanadiumgehalte in de voeding bij aan de ontwikkeling van diabetes type 2; en is een laag zink- en seleniumgehalte van invloed op het immuunsysteem en het vermogen om infecties te bestrijden.[119]
• Verdere tekorten aan voedingsstoffen als gevolg van de ontwikkeling van nieuwe technologieën die het mogelijk maken om voedsel langer op te slaan, waardoor er meer tijd verstrijkt tussen de oogst en het moment van consumptie. Vanaf het moment van de oogst neemt het vitaminegehalte af.[120]
• Schade aan de ontwikkeling en sterkte van de tanden en kaken door een overmatige consumptie van basale graansoorten.[121]
• Een toename van chronische ziekten en pijn. Aan overvloed gerelateerde stoornissen, zoals obesitas, diabetes, hartziekten, kanker en een verscheidenheid aan geestelijke gezondheidsproblemen, zijn een rechtstreeks gevolg van de veranderingen in onze voedselvoorziening. Het is trouwens niet een kwestie van overvloed alleen die aan het veranderende ziektebeeld bijdraagt; een tekort aan micronutriënten leidt tevens tot een aanhoudend hongergevoel, wat in overconsumptie kan resulteren.[122]
• De afname van fytonutriënten en andere bioactieve plantenvoedingsstoffen in gewassen. Moderne landbouwpraktijken maken gebruik van genetische varianten van gewassen die de opbrengst, de groeisnelheid, de groeigrootte en de korrelgrootte maximaliseren; die de bodem uitputten; en die het noodzakelijk maken om groenten en fruit te oogsten voordat ze rijp zijn. Fytochemicaliën spelen een belangrijke rol bij de preventie van stofwisselingsziekten, hart- en vaatziekten en sommige vormen van kanker.[123]
• De afzetting van microplastics in de bodem als gevolg van het gebruik van allerhande plastic gereedschappen (zoals landbouwfolie, irrigatieleidingen, kassen, bodembedekking en verpakkingen) in de intensieve landbouw. Microplastics hopen zich op in de korrels van gewassen, waardoor hun groei belemmerd wordt en het gehalte aan minerale elementen, aminozuren en onverzadigde vetzuren verder afneemt.[124]
• De overgang van kleine graansoorten (minor cereals) en gierst naar grote graansoorten (major cereals) zoals tarwe en gedopte rijst, tezamen met een afname in de consumptie van fruit en groenten. Veranderende consumptiepatronen hebben geleid tot een tekort aan micronutriënten zoals ijzer, magnesium, zink, calcium, vitamine A, foliumzuur en riboflavine, waardoor deficiëntie- of gebreksziekten zoals bloedarmoede en keratomalacie in aantal toenemen.[125]
115. Sommigen beweren dat de voedingswaarde van basisvoedingsmiddelen in sommige gevallen is toegenomen, zoals hier gesteld wordt door Peter R. Shewry et al., “Do Modern Types of Wheat Have Lower Quality for Human Health?” (Nutrition Bulletin 45 no. 4, 2020). https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7756780/; Dit doet niets af aan het feit dat de diversiteit van onze voeding is teruggelopen en dat deze trend aanzienlijke gevolgen heeft gehad voor de menselijke gezondheid. Voor het bodem- en menselijk microbioom zie: Winfried E.H. Blum, Sophie Zechmeister-Boltenstern en Katharina M. Keiblinger, “Does Soil Contribute to the Human Gut Microbiome?” (Microorganisms 7, no. 9, 2019). https://doi.org/10.3390/microorganisms7090287; Voor een overzicht van het verband met verschillende chronische ziektes (hart- en vaatziekten, kanker, endocriene en reproductieve disfunctie) zie: Leo Horrigan, Robert S Lawrence en Polly Walker, “How Sustainable Agriculture Can Address the Environmental and Human Health Harms of Industrial Agriculture” (Environmental Perspectives 110, no. 5, 2022). https://ehp.niehs.nih.gov/doi/abs/10.1289/ehp.02110445; zie ook: Anthony Winson, The Industrial Diet: The Degradation of Food and the Struggle for Healthy Eating (New York: NYU Press, 2014).
116. John J. Mortvedt, “Heavy Metal Contaminants in Inorganic and Organic Fertilizers” (Fertilizer Research 43m 1995). https://link.springer.com/article/10.1007/BF00747683; Voor een uitgebreid overzicht van de effecten van zware metalen op de menselijke gezondheid, zie: Ayanka Wijayawardena, Mallavarapu Megharaj en Ravendra Naidu, “Exposure, Toxicity, Health Impacts, and Bioavailability Health Impacts, and Bioavailability of Heavy Metal Mixtures” (Advances in Agronomy 138, 2016). https://doi.org/10.1016/bs.agron.2016.03.002.
117. Muyesaier Tudi et al., “Agriculture Development, Pesticide Application and Its Impact on the Environment” (Environmental Research and Public Health 18, no. 3, 2021). https://doi.org/10.3390/ijerph18031112.
118. Bernard Jensen en Mark Anderson, Empty Harvest: Understanding the Link Between Our Food, Our Immunity, and Our Planet (New York: Avery Publishing, 1995).
119. Zie: I.K. Akhuemokhan, A. Eregie en O.A. Fasanmade . “Diabetes prevention and management: the role of trace minerals” (African Journal of Diabetes Medicine 21, no. 2, 2013). www.africanjournalofdiabetesmedicine.com/articles/diabetes-prevention-and-management-the-role-of-trace-minerals.pdf; Rahmatollah Rafiei et al., “Chromium Level in Prediction of Diabetes in Pre-Diabetic Patients” (Advanced Biomedical Research 3, no., 2014). https://doi.org/10.4103%2F2277-9175.145737.
120. Amihud Kramer, “Effects of Storage on Nutritive Value of Food” (Journal of Food Quality 1, no. 1, 1977). https://onlinelibrary.wiley.com/doi/epdf/10.1111/j.1745-4557.1977.tb00998.x.
121. Weston Price, Nutrition and Physical Degeneration: A Comparison of Primitive and Modern Diets and Their Effects (New York: Paul B. Hoeber, Inc; Medical Book Department of Harper & Brothers, 1939); Zie ook: John R. Luckas, “Oral Health in Past Populations: Context, Concepts and Controversies”, hoofdstuk 30 in Anne L. Grauer (red.) A Companion to Paleontology (Hoboken, NJ: Blackwell Publishing, 2011).
122. Michael Via, “The Malnutrition of Obesity: Micronutrient Deficiencies That Promote Diabetes” (International Scholarly Research Notices, 2012). https://doi.org/10.5402/2012/103472.
123. Inés Medina Lozano en Aurora Díaz Bermúdez, “Nutritional Value and Phytochemical Content of Crop Landraces and Traditional Varieties” (CITA, 2021), http://hdl.handle.net/10532/5906.
Zie ook: Jianbo Xiao, “Phytochemicals in Food and Nutrition” (Critical Reviews in Food Science and Nutrition 56, 2016), https://doi:10.1080/10408398.2015.1111074; Shuruq Almodaifer, et al., “Role of Phytochemicals in Health and Nutrition” (BAOJ Nutrition 3, no. 1, 2017), https://www.researchgate.net/publication/320280651_BAOJ_Nutrition_Role_of_Phytochemicals_in_Health_and_Nutrition.
124. Michael Via, “The Malnutrition of Obesity: Micronutrient Deficiencies That Promote Diabetes” (International Scholarly Research Notices, 2012) https://doi.org/10.5402/2012/103472; Eliazer Nelson, et al., “The Impact of the Green Revolution on Indigenous Crops of India” (Journal of Ethnic Food 6, no. 8, 2019).
125. Een veelgebruikt tegenargument met betrekking tot de negatieve effecten van stikstofmeststoffen is dat het voeden van de mensheid zonder kunstmest veel meer land zou vergen, hetgeen meer ontbossing en vernietiging van ecosystemen met zich mee zou brengen. Dit argument berust op een aantal veronderstellingen, waaronder dat de wereldbevolking in een wereld zonder stikstofhoudende meststoffen dezelfde omvang zou hebben zijn als nu. Dit soort reacties gaat ook voorbij aan het fundamentele punt dat deze lijst behelst: dat externe effecten van technologische innovaties complex zijn en vaak veel meer gevolgen hebben dan we ons van tevoren kunnen voorstellen.

Effecten op de biosfeer (zowel lokaal als op planetaire schaal)[126]
• De verstoring van de planetaire stikstofcyclus en de daarmee gepaard gaande stikstofvervuiling, veroorzaakt door synthetische meststoffen die van het land in sloten en rivieren wegvloeien. Dit leidt tot eutrofiëring – de ophoping van voedingsstoffen in het water –IPVKOMMA waardoor algenbloei ontstaat die het zuurstofgehalte in het water terugdringt, wat tot ‘dode zones’ voor het onderwaterleven leidt. Diezelfde stikstofoxiden veroorzaken tevens zure regen, wat weer schadelijke effecten heeft op natuurlijke leefgebieden, zowel in het water als in de bodem.[127]
• Nieuwe industriële landbouwpraktijken, die met een verhoogd tempo van ecosysteem- en habitatvernietiging gepaard gaan, leiden tot het uitsterven van soorten en een aanzienlijk verlies aan biodiversiteit.[128] De intensivering van landbouwpraktijken leidt tevens tot de aantasting van de toplaag van de bodem als gevolg van de afname van organisch materiaal en humuszuren, die weer nodig zijn voor een gezonde bodemstructuur en voor het vasthouden van water en voedingsstoffen.[129]
• De ontwikkeling van gewasvariëteiten met een hoge gewasopbrengst, die beter reageren op een teveel aan stikstof in de bodem en die meer korrels per plant voortbrengen. Inheemse zaden zijn vervangen door hoogproductieve, monohybride kruisingen die beter met chemische meststoffen overweg kunnen, met tal van gevolgen voor de voedingswaarde.[130] Veel nieuwe gewasvariëteiten kennen alleen in de beginfase hoge opbrengsten. Binnen een paar jaar na hun introductie nemen die hoge opbrengsten alweer af, waarna de winst uiteindelijk geheel verdwijnt. Desalniettemin leidde deze overgang tot het uitsterven van duizenden unieke en oude gewasvariëteiten.[131]
• De secundaire verstoring van ecosystemen als gevolg van veranderingen in de biodiversiteit, hetgeen een schadelijke uitwerking heeft gehad op bestuivers, de waterzuivering en de regulering van planten- en dierziekten.[132]
• De toename van het gebruik van synthetische pesticiden en herbiciden, met een breed en complex scala aan effecten op het planten- en dierenleven, waaronder de afbraak van bodemmicroflora en een verhoging van de zuurgraad en het zoutgehalte.[133]
• Een door herbiciden veroorzaakte verstoring van het bodemmicrobioom – dat wil zeggen, van de diversiteit en prevalentie van bacteriën in de bodem die onder meer een cruciale rol spelen bij de productie van voedingsstoffen.[134]
• Een overmatig gebruik van grondwater voor irrigatie, wat leidt tot plaatselijke en vaak aanhoudende watertekorten.[135]
• De vervuiling van het oppervlakte- en grondwater als gevolg van overmatig kunstmestgebruik, met rechtstreekse gevolgen voor de menselijke gezondheid vanwege de impact op het drinkwater. Een verhoogd nitraatgehalte in het drinkwater word met uiteenlopende gezondheidseffecten in verband gebracht, waaronder kanker.[136]
• De wereldwijde mishandeling van dieren en de commerciële exploitatie van een handvol soorten ten behoeve van de geïndustrialiseerde vleesproductie. Wereldwijd wordt slechts een derde van het landbouwareaal gebruikt voor het verbouwen van voedsel voor mensen, terwijl bijna een kwart bestemd is voor het verbouwen van veevoer en de rest opgaat aan de veehouderij, de industriële voedselverwerking en het telen van geavanceerde zaden.[137]
• Het overmatig gebruik van antibiotica ten in de veeteelt voor het behandelen van dierziektes die veroorzaakt worden door de omstandigheden in de intensieve vee-industrie. Het gebruik van antibiotica in de vee-industrie heeft een verstorende uitwerking op het leer- en foerageervermogen van cruciale bestuivers, vermindert de natuurlijke microbiële diversiteit en belemmert essentiële bodemprocessen.[138]
• De versnelling van klimaatverandering als gevolg van de directe emissies van de landbouw alsmede van de grote toename van de uitstoot van methaan, distikstofmonoxide (lachgas) en een reeks andere gassen met een aanzienlijke impact op de planetaire systemen.[139]
• Een toename van de uitstoot van broeikasgassen door de toeleveringsketens van synthetische stikstof, die zo’n 2 procent van de wereldwijde CO₂-uitstoot voor hun rekening nemen, oftewel grofweg 10 procent van de uitstoot van alle toeleveringsketens in de landbouw.[140]
• Luchtvervuiling als gevolg van vluchtige ammoniak in bemeste velden die, in combinatie met industriële emissies, fijnstof vormt die schadelijk is voor de menselijke gezondheid en de atmosfeer.[141]
• Een toename in het gebruik van fosfaat- en stikstofmeststoffen en de daarmee gepaard gaande verstoring van de planetaire fosforcyclus. De toename van fosfor in de bodem heeft geleid tot een complexe reeks schadelijke effecten, waaronder de eutrofiëring van binnenwateren, drinkwaterverontreiniging, de aantasting van de bodemkwaliteit en de biodiversiteit, en de toename van algentoxinen in de voedselketen (evenals een reeks van gerelateerde negatieve effecten op de menselijke gezondheid).[142].
• De ontwikkeling van genetisch gemodificeerde gewassen. Het succes van het Haber-Boschproces bij het verhogen van de landbouwopbrengsten heeft een precedent geschapen voor technologische oplossingen voor de belangrijkste landbouwproblemen, wat de basis heeft gelegd voor de genetische modificatie van gewassen die beter met intensieve landbouwpraktijken overweg kunnen en daar zelfs goed bij gedijen.[143]
126. Lena Schulte-Uebbing et al., “From Planetary to Regional Boundaries for Agricultural Nitrogen Pollution” (Nature 610, no. 7932: 507–512, 2022). doi:10.1038/s41586-022-05158-2.
127. Carly J. Stevens, “Nitrogen in the Environment” (Science.org 363, no. 6427: 578-580, 2019). doi:10.1126/science.aav8215.
128. Stuart L. Pimm en Varsha Vijay, “The Impact of Agriculture on Global Biodiversity” in: J. Perry Gustafson, Peter H. Raven en Paul R. Ehrlich (red.), Population, Agriculture, and Biodiversity Problems and Prospects (Saint Louis: University of Missouri Press, 2020).
129. Chen Jie et al., “Soil Degradation: A Global Problem Endangering Sustainable Development” (Journal of Geological Sciences 12, 2002). https://doi.org/10.1007/BF02837480.
130. Eliazer Nelson et al., “The Impact of the Green Revolution on Indigenous Crops of India” (Journal of Ethnic Food 6, no. 8, 2019).
131. Vandana Shiva, The Violence of the Green Revolution: Third World Agriculture, Ecology, and Politics (Lexington: University Press of Kentucky, 2016). muse.jhu.edu/book/44425.
132. Over de impact van de landbouw op bestuivers, zie: : Rebecca A. Ellis et al., “From a Free Gift of Nature to a Precarious Commodity: Bees, Pollination Services, and Industrial Agriculture” (Journal of Agrarian Change 20, no.3: 437-459, 2020), doi:10.1111/joac.12360. Over de toegenomen risico’s (voor de mens) van infectieziekten als gevolg van het agrarisch landgebruik zie: Hiral Shah et al., “Agricultural Land-Uses Consistently Exacerbate Infectious Disease Risks in Southeast Asia” (Nature Communications 10, no. 4299, 2019). https://doi.org/10.1038/s41467-019-12333-z. Over plantziekten zie: Dun-chun He, et al., “Problems, Challenges and Future of Plant Disease Management: From an Ecological Point of View” (Journal of Integrative Agriculture 15, no. 4, 2016). https://doi.org/10.1016/S2095-3119(15)61300-4.
133. Zie Figuur 1 in: Eliazer Nelson et al., “The Impact of the on Indigenous Crops of India” (Journal of Ethnic Food 6, no. 8, 2019); bij de biologische landbouw is het microbioom van de bodem gezonder dan bij de conventionele landbouw met pesticiden en synthetisch meststoffen, zoals Krista Peltoniemi aantoont in “Long-Term Impacts of Organic and Conventional Farming on the Soil Microbiome in Boreal Arable Soil” (European Journal of Soil Biology 104, 2021). https://doi.org/10.1016/j.ejsobi.2021.103314. Zie ook: Sachchidanand Tripathi et al., “Influence of Synthetic Fertilizers and Pesticides on Soil Health and Soil Microbiology”, hoofdstuk 2 in: Majeti Narasimha Vara Prasad (red.), Agrochemicals: Detection,Treatment and Remediation (Cambridge, MA: Elsevier Press, 2020). https://doi.org/10.1016/B978-0-08-103017-2.00002-7.
134. Over de effecten van herbiciden op het bodemmicrobioom (en het microbioom van planten en dieren), zie: Suvi Ruuskanen et al., “Ecosystem Consequences of Herbicides: The Role of Microbiome” (Trends in Ecology & Evolution 38, no.1, 2023). https://doi.org/10.1016/j.tree.2022.09.009.
135. Upmanu Lall, Laureline Josset en Tess Russo, “A Snapshot of the World’s Groundwater Challenges” (Annual Review of Environment and Resources 45, 2020), doi:10.1146/annurev-environ-102017-025800.
136. Bijay-Singh en Eric Craswell, “Fertilizers and Nitrate Pollution of Surface and Ground Water: An Increasingly Pervasive Global Problem” (SN Applied Science 3, no. 518, 2021). https://doi.org/10.1007/s42452-021-04521-8; Saurabh Shukla en Abhishek Saxena, “Global Status of Nitrate Contamination in Groundwater: Its Occurrence, Health Impacts, and Mitigation Measures”, in: Chaudhery Mustansar Hussain (red.), Handbook of Environmental Materials Management (Edinburgh: Springer, 2018). Pag. 869–888, https://doi.org/10.1007/978-3-319-58538-3_20-1.
137. Peter Albert David Singer, Animal Liberation: A New Ethics for Our Treatment of Animals (New York: Avon Book, 1975); David A. Nibert, Animal Oppression and Human Violence: Domesecration, Capitalism, and Global Conflict (New York: Columbia University Press, 2013). Zie ook: Paula Arcari, “The Problem with ‘Food’ Animals”, hoofdstuk 2 in: Making Sense of ‘Food’ Animals: A Critical Exploration of the Persistence of ‘Meat’ (Singapore: Palgrave Macmillan, 2020), https://doi.org/10.1007/978-981-13-9585-7_2; Lindsey Sloat et al., “The World Is Growing More Crops — but Not for Food” (Insight, blog van het World Resources Institute) https://www.wri.org/insights/crop-expansion-food-security-trends; Deepak K. Ray et al., “Crop Harvests for Direct Food Use Insufficient to Meet the UN’s Food Security Goal” (Nature Food 3: 367–374, 2022). https://doi.org/10.1038/s43016-022-00504-z.
138. Gary Hartley, “Antibiotic Used on Crops Might Make It Harder for Bumblebees to Forage” (NewScientist, 23 februari 2022). https://www.newscientist.com/article/2309331-antibiotic-used-on-crops-might-make-it-harder-for-bumblebees-to-forage/; Céline Roose-Amsaleg en Anniet M. Laverman, “Do Antibiotics Have Environmental Side-Effects? Impact of Synthetic Antibiotics on Biogeochemical Processes” (Environmental Science and Pollution Research 23, 2016). https://link.springer.com/article/10.1007/s11356-015-4943-3; Paola Grenni, Valeria Ancona en Anna Barra Caracciolo, “Ecological Effects of Antibiotics on Natural Ecosystems: A Review” (Microchemical Journal 136, 2018). https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/S0026265X17301108.
139. William J. Ripple et al., “Ruminants, Climate Change and Climate Policy” (Nature Climate Change 4: 2–5, 2014). doi.org/10.1038/nclimate2081.
140. Stefano Menegat, Alicia Ledo en Reyes Tirado, “Greenhouse Gas Emissions from Global Production and Use of Nitrogen Synthetic Fertilisers in Agriculture” (Nature: Scientific Reports 12, no. 14490, 2022). www.nature.com/articles/s41598-022-18773-w.
141. Nina G.G. Domingo et al., “Air Quality–Related Health Damages of Food” (PNAS 118, no. 20, 2020). doi.org/10.1073/pnas.2013637118.
142. Christian Schaum (red.), Phosphorus: Polluter and Resource of the Future: Removal and Recovery from Wastewater (London: IWA Publishing, 2018). Zie ook: Stephen R Carpenter en Elena M Bennett, “Reconsideration of the Planetary Boundary for Phosphorus” (IOPScience 6, no. 1, 2011). doi.org/10.1088/1748-9326/6/1/014009.
143. Mohd Fadhli Hamdan et al., “Green Revolution to Gene Revolution: Technological Advances in Agriculture to Feed the World” (National Library of Medicine 11, no. 10, 2022). https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC9146367/. Zie ook: Ruchir Raman, “The Impact of Genetically Modified (GM) Crops in Modern Agriculture: A Review” (GM Crops & Food 8, no. 4, 2017). Pag. 195-208. doi: 10.1080/21645698.2017.1413522.

Effecten op de structuren van de beschaving (de infrastructuur, de samenleving, de cultuur en zo meer)
• Een meer dan honderdvoudige stijging van het grondstoffenverbruik per hoofd van de bevolking sinds de uitvinding van het Haber-Boschproces, wat gepaard is gegaan met zowel een enorme toename van het energieverbruik als van milieuvervuiling, afval en de afbraak van het milieu.[144]
• Hogere opbrengsten vereisten meer industriële landbouwapparatuur, een hoger waterverbruik en nieuwe landbouwpraktijken, zoals het gebruik van pesticiden, tractoren, mechanische dorsmachines en pompen, die stuk voor stuk tot grote veranderingen in de agrarische productieketens en het landgebruik hebben geleid.[145] Dit resulteerde op zijn beurt in de ontwikkeling en invoering van een reeks nieuwe beleidsinstrumenten en -processen. De regelgevende kaders en bestuursstructuren die nodig waren om de potentieel schadelijke gevolgen te beperken, ontwikkelden zich echter te traag om de veranderingen bij te kunnen benen. Als gevolg daarvan ontstond er een complexiteitskloof (die vandaag de dag nog steeds bestaat, gezien de enorme schaal en complexiteit van de gevolgen van de industriële landbouwpraktijken).[146]
• Het plaatselijke (en soms ook mondiale) verlies van traditionele praktijken en kennis, waaronder die met betrekking tot duurzame en biologische landbouw, gewasrotatie en braaklegging (het ploegen maar niet inzaaien van akkers) om voedingsstoffen beter in de bodem vast te houden.[147]
• Sociaaleconomische veranderingen, waaronder de overgang van het plattelandsbestaan naar het stadsleven, wat gepaard is gegaan met een lange en complexe reeks van gevolgen voor de psychologische opmaak, het welzijn en de algemene levenservaringen van ruim de helft van de wereldbevolking. Hoewel het spectrum aan externaliteiten van het stadsleven zowel positieve als negatieve uitkomsten omvat, wijzen verschillende studies uit dat hieraan verschillende negatieve kosten verbonden zijn voor (bijvoorbeeld) de ontwikkeling en de geestelijke gezondheid van kinderen.[148]
• De verkoop van land en de overname van kleinere boerderijen door grotere commerciële agro-bedrijven als gevolg van de stijgende kosten van de landbouw.[149]
• De teruglopende seizoensgebondenheid en regionaliteit van ons voedsel. Het Haber-Boschproces heeft het mogelijk gemaakt om de voedselproductie lost te koppelen van plaatselijke klimaten en omstandigheden. Uiteraard zien we dit als een groot voordeel voor consumenten, die nu het hele jaar door toegang hebben tot producten die voorheen aan specifieke seizoenen gebonden waren. Maar ook hier zijn kosten aan verbonden, zoals de keuze voor gewassen die transport over lange afstanden kunnen doorstaan en de daaruit voortvloeiende reductie van de gewasdiversiteit; een afname van het voedingswaardeprofiel van gewassen die buiten hun regio en het hele jaar door verbouwd worden (vergeleken met dezelfde gewassen die in hun natuurlijke seizoen en regio worden verbouwd); en de grotere CO₂-voetafdruk van deze continue productie en de logistiek van de mondiale toeleveringsketens.[150]
• De uitputting van natuurlijke hulpbronnen en de toenemende wispelturigheid van markten. Het Haber-Boschproces is afhankelijk van de beschikbaarheid van aardgas, een fossiele brandstof waarvan de voorraad eindig is. Hoewel de bewezen aardgasreserves aanzienlijk zijn, vormt de blijvende toegang tot en de betrouwbaarheid van de leveranties van deze reserves – gezien de kwetsbaarheid van de wereldomspannende toeleveringsketens – op termijn een mogelijk struikelblok. Tijdens de coronapandemie was de toegang tot kunstmest op veel plekken beperkt, wat tot aanzienlijke regionale misoogsten heeft geleid.
• Het ontstaan van nieuwe problemen die voortkomen uit een combinatie van externaliteiten van de industrialisering van de landbouw. Een illustratie hiervan is de ontbossing in het Amazonewoud ten behoeve van de sojateelt voor de intensieve vee-industrie. Deze kaalslag vormt niet alleen een aanslag op een van de belangrijkste ‘hydrologische pompen’ ter wereld, wat een schadelijke uitwerking heeft op de wereldwijde weersystemen, maar vormt ook een voorbeeld van een cascade-effect: één enkele technologische innovatie die tal van nieuwe problemen van een almaar toenemende schaal en complexiteit voortbrengt. Zonder het Haber-Boschproces zou de omvang van de wereldbevolking veel geringer zijn dan nu, met een navenant geringere vraag naar betaalbaar vlees. Zonder het Haber-Boschproces zou de economische prikkel voor de vernietiging van de hydrologische pomp van het Amazonegebied niet op dezelfde manier hebben bestaan als nu.[151]
144. De wereldbevolking steeg tussen 1900 en 2000 van 1,6 miljard naar 6 miljard, nagenoeg een verviervoudiging. Zie: Vaclav Smil, “Detonator of the Population Explosion” (Nature 400, no. 415, 1999). doi:10.1038/22672. Zie ook: Will Steffen et al., “The Trajectory of the Anthropocene, the Great Acceleration” (The Anthropocene Review 2, no. 1, 2015). doi:10.1177/2053019614564785.
145. International Rice Research Institute, Economic Consequences of the New Rice Technology (Laguna, Philippines: 1978). Zie in het bijzonder het hoofdstuk “Mechanization and Use of Modern Rice Varieties”.
146. Jules Pretty et al., “Policy Challenges and Priorities for Internalizing the Externalities of Modern Agriculture” (Journal of Environmental Planning and Management 44, no. 2: 263-283, 2010). doi: 10.1080/09640560123782.
147. Shankar Aswani, Anne Lemahieu en Warwick H. H. Sauer, “Global Trends of Local Ecological Knowledge and Future Implications” (PLOS ONE, 15 april 15 2018). doi:10.1371/journal.pone.0195440.
148. United Nations, Department of Economic and Social Affairs, Population Division, World Urbanization Prospects: The 2018 Revision (New York: United Nations, 2019), https://population.un.org/wup/Publications/Files/WUP2018-Report.pdf.; Femke Beute en Yvonne AW. de Kort, “Salutogenic Effects of the Environment: Review of Health Protective Effects of Nature and Daylight” (Applied Psychology: Health and Well-Being 6, no. 1, 67–95, 2013). https://doi.org/10.1111/aphw.12019; Sandra Boger en Kristin M.Beyer, “Green Space, Violence, and Crime: A Systematic Review” (Trauma, Violence, & Abuse 17, no. 2: 160–171, 2016). https://doi.org/10.1177/1524838015576412; M.C. Castillejos, Carlos Martín-Pérez en Berta Moreno-Küstner, “A Systematic Review and Meta-Analysis of the Incidence of Psychotic Disorders: The Distribution of Rates and the Influence of Gender, Urbanicity, Immigration and Socioeconomic Level” (Psychological Medicine 48, no. 13: 2101-2115, 2018). doi:10.1017/S0033291718000235; Amber L. Fyfe-Johnson et al., “Nature and Children’s Health: A Systematic Review” (Pediatrics 148, no. 4, 2021). doi:10.1542/peds.2020-049155.
149. Raj Patel, “The Long Green Revolution” (The Journal of Peasant Studies 40, no. 1, 2013). doi:10.1080/03066150.2012.719224. Zie in het bijzonder sectie 4.3: “Land Markets and Land Grabs”. In India wijzen sommige studies een toename uit van het aantal zelfdodingen onder boeren als direct gevolg van de Groene Revolutie. Zie bijvoorbeeld: Bryan Newman, “Bitter Harvest: Farmer Suicide and the Impacts of the Green Revolution in Punjab, India” (FoodFirst.org, 1 januari 2007). https://archive.foodfirst.org/publication/bitter-harvest-farmer-suicide-and-the-unforeseen-social-environmental-and-economic-impacts-of-the-green-revolution-in-punjab-india/.
150. Jennie I. Macdiarmid, “Seasonality and Dietary Requirements: Will Eating Seasonal Food Contribute to Health and Environmental Sustainability?” (Proceedings of the Nutrition Society 73, no. 3, 2013). doi:10.1017/S0029665113003753.
151. Niklas Boers et al., “A Deforestation-Induced TIpping Point for the South American Monsoon System” (Scientific Reports 7, no. 1, 2017). DOI:10.1038/srep41489.

De realiteit onder ogen zien kan soms een pijnlijke ervaring zijn. Het doorlezen van de lijst met externaliteiten van het Haber-Boschproces kan een overweldigende en nihilistische uitwerking hebben. Hoe kunnen er zoveel schadelijke neveneffecten verbonden zijn aan een van de vaakst aangehaalde voorbeelden van technologische vooruitgang? Zou iemand op voorhand hebben kunnen weten dat we met het oplossen van het probleem van de hongersnood simpelweg ons eigen doodvonnis tekenden – zij het trager en op nieuwe en onverwachte manieren?
De lijst met gevolgen van de industriële landbouw geeft een inkijkje in de werkelijkheid die vaak achter het meeslepende vooruitgangsnarratief schuilgaat. Ja, het Haber-Boschproces heeft ons goeddeels van hongersnoden verlost. En natuurlijk is dat een goede zaak. Maar welk doel dienen we er precies mee door geen oog te hebben voor de ingrijpende en onverwachte gevolgen waarmee de uitvinding van kunstmest óók gepaard is gegaan? Je kunt toch moeilijk stellen dat het in het belang van onze kinderen is om net te doen alsof deze kosten niet bestaan. Dit is de prijs die we voor moedwillige onwetendheid betalen en ook de reden waarom we een diepergaande analyse van de werkelijkheid nodig hebben, die een aanzet kan geven tot het beter onder ogen zien van de gevolgen van onze daden en die kan helpen om fouten uit het verleden te corrigeren, waarvan we soms nu pas weet krijgen.
Het goede nieuws is dat we al weten hoe het beter kan. De regeneratieve landbouw heeft een hele berg bemoedigende gegevens verzameld over de voordelen van de holistische landbouw- en begrazingstechnieken. De kennis die we in de afgelopen tweehonderd jaar uit de wetenschappelijke bestudering van de wereld hebben opgedaan, heeft ons begrip van de voordelen van oude en traditionele landbouwpraktijken niet alleen verdiept, ook geeft die kennis aan hoe de oplossing voor tenminste één groot probleem (in termen van zijn impact op het voedsel, de ecosystemen en de menselijke gezondheid) eruit ziet.[152] Door pesticiden en andere synthetische chemicaliën – de belangrijkste veroorzakers van schadelijke externaliteiten – uit de voedselketen te weren, beschikken regeneratieve landbouwpraktijken over de potentie om de bodemgezondheid te herstellen, het waterbeheer te verbeteren en de biodiversiteit te herstellen. Studies wijzen uit dat de regeneratieve landbouw zowel gepaard gaat met verbeteringen in de voedingswaarde van ons voedsel als met een afname van de bodemverontreiniging (en dus de verontreiniging van ons voedsel) met zware metalen, plastics en chemicaliën.[153]
Als voorbeeld van een volwassen benadering van vooruitgang, neemt Deel II de positieve effecten van de regeneratieve landbouw in meer detail onder de loep.
152. De regeneratieve landbouw wordt vaak bekritiseerd omdat ze weinig bijdraagt aan het terugdringen van klimaatverandering. Hoewel deze kritiek terecht is, doet ze niets af aan de waarde van regeneratieve praktijken als het gaat om het herstellen van de schade die wordt aangericht door pesticiden en andere synthetische chemicaliën die nu op grote schaal in de landbouw worden gebruikt. Eén probleem aanpakken is beter dan geen probleem aanpakken. Voor een overzicht zie: Jennifer Mishler, “The Promises and Pitfalls of Regenerative Agriculture, Explained” (SentientMedia.org, 8 september 2023). https://sentientmedia.org/regenerative-agriculture/.
153. Aroshi Sharma et al., “Regenerative Agriculture Part 4: The Benefits” (National Resource Defense Council, 21 februari 2021). https://www.nrdc.org/bio/arohi-sharma/regenerative-agriculture-part-4-benefits. Zie ook: Ken E. Giller et al., “Regenerative Agriculture: An Agronomic Perspective” (Outlook on Agriculture 50 no. 1, 2021: 13-25). https://doi.org/10.1177/0030727021998063.