Importvervanging is als typisch stadsproces het derde proces in een groeiende stadseconomie. Zie aflevering 3 van het derde artikel van de serie ‘Waar komt de economische groei vandaan?’ Om een stad te worden die in staat is om zelf die producten te kunnen maken, moet er aan een aantal voorwaarden worden voldaan: Mensen moeten er al werk doen waaraan het nieuwe werk kan worden toegevoegd. Zij moeten de juiste plek kunnen vinden om wat van de voormalige import lokaal te produceren. Zij moeten aan (financierings)kapitaal kunnen komen (zie aflevering 2 van het vijfde artikel van de serie ‘Waar komt de economische groei vandaan?’). En het moet hen niet – openlijk of stiekem – onmogelijk gemaakt wordt om de import te vervangen (zie aflevering 4 en 5 van hetzelfde artikel).
Net zoals de exportgroei een multipliëreffect heeft, is dat ook bij importvervanging het geval. Maar er een essentieel verschil tussen de twee. Bij het exporteffect gaat een deel van de nieuwe import direct weer de exportproducten in, zoals bij geïmporteerde grondstoffen. In het geval van het multipliëreffect door importvervanging gaat echter niets van de diverse (schijnbaar additionele) import direct of indirect de export van de stad in. Alles wordt aan de groeiende lokale economie toegevoegd. En met de groei van de werkzame bevolking, groeit de productie van de dingen die de stad toch al produceert mee; denk aan huizen, ijsjes, scholen – daar zijn nu meer klanten voor.
In totaal is het multipliëreffect van importvervanging veel krachtiger dan het multipliëreffect van de exportgroei, omdat alle verschoven import de lokale import doet opzwellen. Een equivalent van import verdiend met export doet dat niet. Een stad die een episode van importvervanging en -verschuiving doormaakt krijgt een economie die veel groter is dan voorheen: niet alleen in absolute zin, maar ook groter in verhouding tot haar export en import. Dit is een proces dat zichzelf voedt en versnelt. Een importvervangingsperiode, eenmaal krachtig op gang, is zo’n machtige economische kracht dat zij niet stopt totdat zij uitgewoed is. Zie voor alle aspecten ook stad als economische eenheid bij Jane Jacobs.