De meeste mensen ontvangen iedere maand geld op hun rekening, in de vorm van loon, uitkering of aow. Je hebt elke maand een bepaald bedrag te besteden. Dat moet je verdelen over de huur of de hypotheekrente, je eten en drinken, gas en elektra, kleding, enz. Houd je geen rekening met je budget, dan kom je aan het eind van de maand waarschijnlijk tekort.
Nu win je de hoofdprijs in de staatloterij, en je houdt op met werken. Dan denk je misschien dat budgetteren, zoals bij het maandgeld, niet meer nodig is. Er is immers genoeg. Toch blijft verdelen nodig. Je moet het nu alleen verdelen over alle uitgaven die je de rest van je leven wilt (kunnen) maken. Je moet net zo goed prioriteiten stellen als toen je nog maandgeld had. Zo krijg je net als bij maandgeld een budget voor je bestedingen.
Je kunt maandgeld zien als een stroom, en de hoofdprijs in de staatsloterij als een fonds (een voorraad). Bij een stroom is de omvang ervan de beperkende factor. Het is bijvoorbeeld tweeduizend euro per maand. Dat is je limiet. Maar het is wel een stroom. Je weet dat volgende maand er weer tweeduizend euro komen.
Bij een fonds is zo’n beperking geen constante factor. De verleiding is groot om helemaal geen prioriteiten te stellen. Geniet er maar liever van! Bij een fonds ga je je pas druk maken als het bijna op is. Dat zal misschien niet snel gebeuren, maar àls het zover is, heb je een megaprobleem.
Als je je houdt aan je budget, hoeft leven van een fonds geen moeilijkheden op te leveren. Bij die methode is het aan het eind van je leven precies op.
Als je (tenminste een deel van) het fonds investeert en gaat leven van de opbrengst daarvan, houd je je fonds in stand. Het fonds is dan het fundament waarop je je financiële leven bouwt. Aan het eind van je leven heb je het nog steeds achter de hand.
…U voelt wel, hier is meer over te vertellen. Dat zal hopelijk nog eens gebeuren bij een artikel bij de rubriek Complexiteit.